Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.3.2 Subsidieverstrekking en verdeling van het subsidieplafond
Geldend
Geldend van 25-04-2023 tot 01-07-2027
- Bronpublicatie:
20-04-2023, Stcrt. 2023, 10298 (uitgifte: 24-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 22291436)
- Inwerkingtreding
25-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-2023, Stcrt. 2023, 10298 (uitgifte: 24-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 22291436)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan degene die in Nederland uitvoert:
- a.
een aardwarmteproject;
- b.
een diep aardwarmteproject.
2.
De Minister verdeelt het subsidieplafond voor aardwarmteprojecten, respectievelijk het subsidieplafond voor diep aardwarmteprojecten, in de volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
3.
Indien blijkt dat het totale bedrag van de te verlenen subsidies voor projecten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, respectievelijk het eerste lid onderdeel b, lager is dan het subsidieplafond dat voor de desbetreffende soort projecten is vastgesteld, wordt het voor de ene soort project overblijvende bedrag zo nodig aan het subsidieplafond voor de andere soort project toegevoegd.
4.
De subsidie wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat door het geologische risico op het beoogde stratigrafische niveau op de beoogde locatie en bij de in de beschikking tot subsidieverlening vermelde niet-geologische parameters, het gerealiseerd vermogen lager is dan het verwacht vermogen.