Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/315
Daderschap rechtspersoon.
HR 22-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BN7719
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/04708 E
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BN7719
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BN7719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BN7719, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑09‑2009
- Wetingang
Sr art. 51
Essentie
Nu de verdachte rechtspersoon geen bedrijfsactiviteiten verrichtte in de tenlastegelegde periode en de uitgevoerde sloop- en grondwerkzaamheden niet aan de verdachte maar aan de holding-B.V. waren opgedragen, kan de verdachte niet als dader worden aangemerkt.
Samenvatting
Het Hof heeft het daderschap van de verdachte (rechtspersoon) gebaseerd op het volgende:
(i) de litigieuze gedragingen zijn verricht in het kader van aan betrokkene 2 t/m 6 opgedragen sloop- en grondwerkzaamheden resp. hebben plaatsgevonden op een aan hen toebehorend perceel, (ii) de betrokkenen zijn indirect bestuurders van de verdachte, (iii) zij hebben geen duidelijke afspraken gemaakt over een onderlinge werkverdeling, (iv) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.