Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Curaçao]
Artikel 5A
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
15-07-2016, Publicatieblad van Curaçao 2016, 37 (uitgifte: 22-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2016, Publicatieblad van Curaçao 2016, 57 (uitgifte: 02-09-2016, regelingnummer: 16/2178)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
In afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, aanhef en onderdeel d, behoort niet tot de opbrengsten van vermogen rente begrepen in een kapitaalsuitkering uit levensverzekering ten gevolge van overlijden indien:
- a.
het overlijden plaatsvindt vóór het bereiken van de leeftijd van 70 jaar;
- b.
uitsluitend een kapitaal bij overlijden is verzekerd en voor zover de uitkering tezamen met andere kapitaalsuitkeringen uit levensverzekering ten gevolge van overlijden niet meer dan NAf. 15.000 bedraagt.
2.
In afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, aanhef en onderdeel d, behoort niet tot de opbrengsten van vermogen rente begrepen in een kapitaalsuitkering uit levensverzekering bij in leven zijn door de verzekeraar voor zover de kapitaalsuitkering niet meer bedraagt dan NAf. 250.000 en:
- a.
de uitkering bij de begunstigde heeft gediend als aflossing van diens schulden als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel h, aanhef en ten eerste;
- b.
ter zake van de verzekering ten minste 20 jaar jaarlijks premies zijn voldaan en
- c.
de hoogste premie niet meer heeft bedragen dan het tienvoud van de laagste.
3.
Het tweede lid is met betrekking tot rente begrepen in kapitaalsuitkeringen slechts van toepassing voor zover die bepaling ten aanzien van de gerechtigde tot de uitkering niet eerder van toepassing is geweest.
4.
In afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, aanhef en onderdeel d, behoort niet tot de opbrengsten van vermogen rente begrepen in een kapitaalsuitkering uit levensverzekering voor zover de kapitaalsuitkering wordt aangewend voor een dadelijk ingaande pensioenregeling als bedoeld in artikel 6H, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976.
5.
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend, wordt het bedrag, bedoeld in het tweede lid, verdubbeld.
6.
Bij landsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen voor de toepassing van het tweede en vierde lid nadere regels worden gesteld.