Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 64 Taken en bevoegdheden van de Kamer van berechting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2013, 213).
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
De in dit artikel vermelde taken en bevoegdheden van de Kamer van berechting worden uitgeoefend overeenkomstig dit Statuut en het Reglement van proces- en bewijsvoering.
2.
De Kamer van berechting draagt er zorg voor dat een terechtzitting eerlijk en onverwijld verloopt en wordt geleid met volledige eerbiediging van de rechten van de beschuldigde en passende inachtneming van de bescherming van slachtoffers en getuigen.
3.
Bij aanwijzing van een zaak voor terechtzitting overeenkomstig dit Statuut dient de ter behandeling van de zaak aangewezen Kamer van berechting:
- a.
overleg te plegen met de partijen en de procedures te bepalen voor een eerlijk en onverwijld verloop van de procedure;
- b.
de op de terechtzitting te gebruiken taal of talen vast te stellen;
- c.
onverminderd de overige relevante bepalingen van dit Statuut, zorg te dragen voor openbaarmaking van nog niet eerder openbaar gemaakte documenten of informatie, zodanig ruim voor de aanvang van de terechtzitting dat een passende voorbereiding voor de terechtzitting mogelijk is.
4.
De Kamer van berechting is bevoegd, indien vereist voor zijn doeltreffend en eerlijk functioneren, voorafgaande vragen naar de Kamer van vooronderzoek te verwijzen of, indien vereist, naar een andere beschikbare rechter van de Afdeling Vooronderzoek.
5.
Na kennisgeving aan partijen is de Kamer van berechting, zonodig bevoegd te bepalen dat feiten die aan verschillende beschuldigden ten laste gelegd zijn, zullen worden gevoegd of gesplitst.
6.
Bij de uitoefening van zijn taken voorafgaand aan of in de loop van een terechtzitting is de Kamer van berechting bevoegd, zonodig:
- a.
alle in artikel 61, elfde lid, vermelde taken van de Kamer van vooronderzoek uit te oefenen;
- b.
de aanwezigheid van getuigen alsook hun verklaringen te verlangen evenals de productie van documenten en ander bewijs door zonodig de bijstand in te roepen van Staten zoals voorzien in dit Statuut;
- c.
zorg te dragen voor de bescherming van vertrouwelijke informatie;
- d.
de productie te gelasten van bewijsmiddelen in aanvulling op het bewijs dat reeds voor de terechtzitting is vergaard of tijdens de terechtzitting door partijen naar voren is gebracht;
- e.
zorg te dragen voor de bescherming van de beschuldigde, getuigen en slachtoffers; en
- f.
te beslissen over alle overige relevante zaken.
7.
De terechtzitting is openbaar. De Kamer van berechting is echter bevoegd te bepalen dat bijzondere omstandigheden vereisen dat bepaalde onderdelen van de procedure achter gesloten deuren moeten plaatsvinden vanwege het in artikel 68 bepaalde of ter bescherming van vertrouwelijke of gevoelige informatie die als bewijsmiddel zal dienen.
8
a.
Bij de aanvang van de terechtzitting laat de Kamer van berechting aan de beschuldigde de tenlastegelegde feiten voorlezen, die voordien door de Kamer van vooronderzoek zijn bevestigd. De Kamer van berechting overtuigt zich ervan dat de beschuldigde de aard van de tenlastegelegde feiten begrijpt. Hij geeft hem de gelegenheid om schuld te bekennen overeenkomstig artikel 65 of zich onschuldig te verklaren.
b.
Ter terechtzitting is de rechter die als voorzitter optreedt bevoegd aanwijzingen te geven ten aanzien van de procedure, mede ter verzekering dat deze op eerlijke en onpartijdige wijze verloopt. Onverminderd aanwijzingen van de rechter die als voorzitter optreedt, kunnen de partijen bewijs overleggen overeenkomstig het in dit Statuut bepaalde.
9.
De Kamer van berechting heeft onder meer de bevoegdheid op verzoek van een partij of ambtshalve:
- a.
te beslissen of bewijs toelaatbaar of relevant is; en
- b.
alle vereiste maatregelen te treffen teneinde een hoorzitting ordelijk te doen verlopen.
10.
De Kamer van berechting zorgt ervoor dat een volledig proces-verbaal van de terechtzitting wordt gemaakt, dat het verloop van de handelingen ter terechtzitting nauwkeurig weergeeft en wordt gehouden en bewaard door de Griffier.