Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking
Artikel 31 Deelname aan procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten en procedures voor de toekenning van subsidies en regels van oorsprong
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2011
- Bronpublicatie:
13-12-2011, PbEU 2011, L 347 (uitgifte: 30-12-2011, regelingnummer: 1341/2011)
- Inwerkingtreding
31-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2011, PbEU 2011, L 347 (uitgifte: 30-12-2011, regelingnummer: 1341/2011)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De procedures voor aanbestedingen en subsidies op grond van deze verordening staan open voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en voor alle rechtspersonen die gevestigd zijn in een lidstaat van de Gemeenschap, een door de Gemeenschap erkende kandidaat-lidstaat of een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.
De procedure voor overheidsopdrachten en subsidieovereenkomsten die op grond van een geografisch programma in de zin van de artikelen 5 tot en met 10 worden gefinancierd staat open voor natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en voor rechtspersonen die gevestigd zijn in een ontwikkelingsland dat in aanmerking komt op grond van bijlage I.
De procedure voor overheidsopdrachten en subsidieovereenkomsten die worden gefinancierd op grond van een thematisch programma in de zin van de artikelen 11 tot en met 16, en van het programma's, bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis, staat open voor natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en rechtspersonen die gevestigd zijn in een ontwikkelingsland, zoals bepaald door de OESO/DAC en in bijlage II, naast de natuurlijke of rechtspersonen die overeenkomstig het thematische programma of de programma's bedoeld in de artikelen 17 en 17 bis, in aanmerking komen. De Commissie publiceert en actualiseert bijlage II in overeenstemming met de herzieningen waaraan de OESO/DAC de lijst van landen die hulp ontvangen, regelmatig onderwerpt, en stelt de Raad daarvan in kennis.
2.
De procedure voor overheidsopdrachten en subsidieovereenkomsten die op grond van deze verordening worden gefinancierd, staat ook open voor natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en voor rechtspersonen die gevestigd zijn in een ander dan de in lid 1 genoemde landen, mits wederkerige toegang tot hun buitenlandse hulp is vastgesteld.
Wederkerige toegang wordt verleend aan elk land dat de lidstaten en het betrokken ontvangende land onder dezelfde voorwaarden toegang biedt.
De wederkerige toegang wordt vastgelegd in een apart besluit voor een bepaald land of regionale groep landen. Het besluit wordt volgens de procedure van artikel 35, lid 2, aangenomen en is ten minste één jaar van kracht.
Wederkerige toegang wordt, na vergelijking van de Gemeenschap en andere donors, verleend op het sectorale niveau zoals omschreven in de OECD/DAC-categorieën of op het nationale niveau van het donorland of het ontvangende land. De wederkerigheid is afhankelijk van de transparantie, samenhang en evenredigheid van de door die donor verleende steun, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin. Het ontvangende land wordt betrokken bij het in dit lid beschreven proces.
Aan de OECD/DAC-leden wordt automatisch wederzijdse toegang in de minst ontwikkelde landen verleend, in de definitie van de OECD/DAC.
3.
De procedure voor aanbestedingen en subsidies op grond van een communautair instrument staat open voor internationale organisaties.
4.
Het bovenstaande laat onverlet dat categorieën organisaties die op grond van hun aard of locatie in verband met de doelstellingen van de uit te voeren actie in aanmerking komen, kunnen deelnemen.
5.
Voor de deskundigen gelden geen nationaliteitsvereisten. Het bovenstaande laat de kwalitatieve en financiële vereisten die zijn opgenomen in de communautaire regels voor overheidsopdrachten onverlet.
6.
Alle goederen en materialen die aangekocht worden in het kader van een contractdat gefinancierd wordt op grond van deze verordening moeten afkomstig zijn uit de Gemeenschap of een op grond van de leden 1 en 2 in aanmerking komend land. Voor de toepassing van deze verordening wordt ‘oorsprong’ gedefinieerd conform de vigerende Gemeenschapswetgeving betreffende de oorsprongsregels voor douanedoeleinden.
7.
De Commissie kan in naar behoren gemotiveerde gevallen de deelneming toestaan van natuurlijke en rechtspersonen uit landen met traditionele economische, handels- of geografische banden met buurlanden of uit andere derde landen, evenals het gebruik van leveranties en materialen van afwijkende oorsprong.
8.
De Commissie kan, in uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen, de deelname van natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en van rechtspersonen die gevestigd zijn in een ander dan de in lid 1 en lid 2 genoemde landen toestaan, of de aankoop van goederen en materialen van een andere dan de in lid 6 bedoelde oorsprong toestaan.
De afwijkingen kunnen gerechtvaardigd zijn indien de goederen en de diensten op de markt van de betrokken landen niet beschikbaar zijn, in extreme noodgevallen of indien de toepassing van de voorschriften voor het in aanmerking nemen de uitvoering van een project, programma of actie onmogelijk of uiterst moeilijk zou maken.
9.
In het geval van een communautaire financiering betreffende een operatie die via een internationale organisatie wordt uitgevoerd, staat de procedure voor de gunning van opdrachten en overeenkomsten open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van de leden 1 en 2 in aanmerking komen, alsmede voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van de regels van de betrokken organisatie in aanmerking komen, waarbij moet worden toegezien op gelijke behandeling van alle donoren. Dezelfde voorschriften gelden voor goederen, materialen en deskundigen.
Indien de communautaire financiering betrekking heeft op een operatie die mede gefinancierd wordt door een derde land, onverminderd de in lid 2 bedoelde wederkerigheid, met een regionale organisatie of met een lidstaat, staat de procedure voor de gunning van opdrachten en overeenkomsten open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van de leden 1, 2 en 3 in aanmerking komen, alsmede voor alle natuurlijke en rechtspersonen die op grond van de regelgeving van het derde land, de regionale organisatie of de lidstaat in aanmerking komen. Dezelfde voorschriften gelden voor goederen, materialen en deskundigen.
10.
In het geval van hulp die op grond van het in artikel 14 omschreven thematisch programma rechtstreeks via niet-overheidsactoren wordt verstrekt, is lid 1 niet van toepassing op de criteria voor de selectie van potentiële begunstigden van subsidies.
De begunstigden van deze subsidies zijn onderworpen aan de voorschriften van dit artikel wanneer het verstrekken van de hulp de gunning van aanbestedingscontracten vereist.
11.
Om de armoede sneller te kunnen uitbannen door het stimuleren van lokale capaciteiten, markten en aankopen, wordt in de partnerlanden speciale aandacht gegeven aan de aanschaf ter plaatse en in de regio.
Inschrijvers aan wie opdrachten worden gegund, eerbiedigen de internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen en milieunormen, zoals de fundamentele normen van de IAO, de overeenkomsten inzake vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, uitschakeling van gedwongen en verplichte arbeid, uitschakeling van discriminatie bij arbeid en beroep en afschaffing van kinderarbeid.
De ontwikkelingslanden zal met alle noodzakelijk geachte technische ondersteuning toegang worden geboden tot de communautaire buitenlandse hulp.