Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking
Artikel 24 Voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2007
- Bronpublicatie:
18-12-2006, PbEU 2006, L 378 (uitgifte: 27-12-2006, regelingnummer: 1905/2006)
- Inwerkingtreding
16-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2006, PbEU 2006, L 378 (uitgifte: 27-12-2006, regelingnummer: 1905/2006)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd artikel 31 komen ter uitvoering van de in artikel 22 bedoelde jaarlijkse actieprogramma's en de in artikel 23 bedoelde bijzondere maatregelen, voor financiering op grond van deze verordening in aanmerking:
- a)
de partnerlanden, de partnerregio's en hun instellingen;
- b)
de gedecentraliseerde organen van de partnerlanden, zoals gemeenten, provincies, departementen en regio's;
- c)
de gemengde organen die door de partnerlanden en -regio's en de Gemeenschap zijn opgericht;
- d)
internationale organisaties, waaronder regionale organisaties, organisaties, diensten of missies die onder het stelsel van de VN vallen, internationale en regionale financiële instellingen en ontwikkelingsbanken, voorzover zij een bijdrage leveren tot het verwezenlijken van de doelstellingen van deze verordening;
- e)
de instellingen en organen van de Gemeenschap, doch uitsluitend ter uitvoering van de in artikel 26 bedoelde ondersteunende maatregelen;
- f)
de agentschappen en bureaus van de EU;
- g)
de volgende entiteiten en organen van de lidstaten, van partnerlanden en -regio's of van andere derde staten die voldoen aan de in artikel 31 vastgestelde regels betreffende de toegang tot de buitenlandse hulp van de Gemeenschap, voorzover zij een bijdrage leveren tot het verwezenlijken van de doelstellingen van deze verordening:
- i)
overheids- of semi-overheidsinstanties, de plaatselijke overheden of collectiviteiten en hun groeperingen of representatieve organisaties;
- ii)
ondernemingen, bedrijven en andere particuliere organisaties en economische actoren;
- iii)
financiële instellingen die in de partnerlanden en -regio's particuliere investeringen subsidiëren, bevorderen en financieren;
- iv)
niet-overheidsactoren, zoals bedoeld in lid 2;
- v)
natuurlijke personen.
2.
Niet-winstgevende niet-overheidsactoren die op grond van deze verordening voor financiële hulp in aanmerking komen en op onafhankelijke en verantwoordingsplichtige basis werken, zijn met name: niet-gouvernementele organisaties, organisaties van de autochtone bevolkingen, organisaties die nationale en/of etnische minderheden vertegenwoordigen, beroepsgroeperingen en plaatselijke actiegroepen, coöperaties, vakbonden, organisaties die economische en sociale actoren vertegenwoordigen, organisaties ter bestrijding van corruptie en fraude en ter bevordering van goed openbaar bestuur, burgerrechtenorganisaties en organisaties die discriminatie bestrijden, plaatselijke organisaties (en netwerken daarvan) die werkzaam zijn op het gebied van gedecentraliseerde regionale samenwerking en integratie, nationale en internationale verenigingen van plaatselijke overheden die in de ontwikkelingssfeer werkzaam zijn, verbruikersverenigingen, vrouwen- en jongerenorganisaties, onderwijs-, culturele, onderzoeks- en wetenschappelijke organisaties, universiteiten, kerken en religieuze verenigingen of gemeenschappen, media, en alle niet-gouvernementele organisaties en onafhankelijke stichtingen, waaronder onafhankelijke politieke stichtingen, die een bijdrage kunnen leveren tot het verwezenlijken van de doelstellingen van deze verordening.