Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1226
Uitlevering aan Turkije ter executie van een strafvonnis. Klachten over verwerping verweren met betrekking tot art. 6 en 13 EVRM. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 30-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:2024
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/02295 U
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2024, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1084, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2018
Essentie
Uitlevering aan Turkije ter executie van een strafvonnis. Klachten over verwerping verweren met betrekking tot art. 6 en 13 EVRM. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
30 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 18/02295 U
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 3 mei 2018, nummer UTL-I-2015051117, op een verzoek van de Republiek Turkije tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1. De rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.