Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Artikel 53
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit artikel treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De president, de overige leden en de plaatsvervangende leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, de procureurs-generaal en de advocaten-generaal moeten bij de benoeming de volle ouderdom van dertig jaren hebben bereikt en aan een bij eenvormige landsverordening aan te wijzen universiteit of hogeschool hebben verkregen hetzij de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid, hetzij de hoedanigheid van meester in de rechten, mits deze graad of deze hoedanigheid verkregen is op grond van het afleggen van een examen in de vakken bij eenvormige landsverordening te bepalen.
2.
De in het voorgaande lid gestelde vereisten zijn niet van toepassing op diegenen die in het bezit zijn van een getuigschrift als bedoeld in artikel 3 van de Advocatenlandsverordening 1959 (P.B. 1959, no. 177) en die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze Samenwerkingsregeling plaatsvervangende leden zijn van het Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen.