Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2831 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
Artikel 6 Monitoring en rapportage
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2031
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2831 (uitgifte: 15-12-2023, regelingnummer: 2023/2831)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2831 (uitgifte: 15-12-2023, regelingnummer: 2023/2831)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat met ingang van 1 januari 2026 informatie over verleende de-minimissteun wordt geregistreerd in een centraal register op nationaal of EU-niveau. Het centraal register bevat de identificatie van de begunstigde, het steunbedrag, de toekenningsdatum, de steunverlenende autoriteit, het steuninstrument en de betrokken sector op basis van de statistische classificatie van economische activiteiten in de Unie (‘NACE-classificatie’). Het centrale register wordt zo opgezet dat de informatie gemakkelijk toegankelijk is voor het publiek en dat tegelijkertijd de EU-regels inzake gegevensbescherming worden nageleefd, onder meer door, indien nodig, specifieke vermeldingen te pseudonimiseren.
2.
De lidstaten registreren in het centraal register de in lid 1 bedoelde informatie over door een autoriteit in de betrokken lidstaat verleende de-minimissteun uiterlijk twintig werkdagen na de verlening van de steun. Deze informatie over de-minimissteun die is ontvangen door financiële intermediairs die de-minimissteunregelingen uitvoeren, wordt geregistreerd binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verslag overeenkomstig lid 5. De lidstaten nemen passende maatregelen om de juistheid van de gegevens in het centraal register te waarborgen.
3.
De lidstaten houden een register van de geregistreerde informatie over de-minimissteun bij gedurende tien jaar vanaf de datum waarop de steun is verleend.
4.
Een lidstaat verleent pas nieuwe de-minimissteun overeenkomstig deze verordening nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de nieuwe de-minimissteun het totale bedrag aan de-minimissteun dat aan de betrokken onderneming is verleend, niet zodanig doet toenemen dat het in artikel 3, lid 2, van deze verordening vastgestelde plafond wordt overschreden, en dat aan alle in deze verordening vastgestelde voorwaarden is voldaan.
5.
Voor de toepassing van lid 1 rapporteren financiële intermediairs die de-minimissteunregelingen uitvoeren, aan de lidstaat elk kwartaal binnen tien dagen na het einde van het betrokken kwartaal het totale bedrag dat zij aan de-minimissteun hebben ontvangen. De toekenningsdatum is de laatste dag van een kwartaal.
6.
Lidstaten die een centraal register op nationaal niveau gebruiken, dienen uiterlijk op 30 juni van elk jaar geaggregeerde gegevens in over de in het voorgaande jaar verleende de-minimissteun. De geaggregeerde gegevens bevatten het aantal begunstigden, het totale bedrag van de verleende de-minimissteun en het totale bedrag aan de-minimissteun per sector (aan de hand van de ‘NACE-classificatie’). Gegevens worden voor de eerste maal ingediend voor de-minimissteun die in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2026 is verleend. De lidstaten kunnen bij de Commissie verslag uitbrengen over eerdere perioden indien de geaggregeerde gegevens beschikbaar zijn.
7.
De betrokken lidstaat verstrekt de Commissie op haar schriftelijk verzoek binnen twintig werkdagen, of binnen de langere termijn die in het verzoek is vastgesteld, alle informatie die de Commissie nodig acht om te kunnen nagaan of aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, en met name het totale bedrag aan de-minimissteun in de zin van deze verordening en andere de-minimisverordeningen dat een onderneming heeft ontvangen.