NJB 2021/359:Overbrenging van gevonniste personen. In dit kort geding verzet eiser zich tegen de beslissing om een strafvonnis van een Engelse rechter ten uitvoer te leggen in Nederland. Hoge Raad: 1. Judgment/vonnis. Het is voldoende dat de verzoekende staat een gewaarmerkt afschrift verstrekt van een document waaruit onmiskenbaar de inhoud blijkt van de rechterlijke beslissing waarbij de veroordeling is uitgesproken, welk document is opgemaakt om tot bewijs van de veroordeling te kunnen dienen. Een en ander zal moeten voldoen aan de eisen die het nationale recht van de verzoekende staat aan dat document stelt. 2. Flee/vlucht. Het maakt geen verschil of de gevonniste persoon zich pas na afloop of al tijdens het strafproces aan de tenuitvoerlegging onttrekt door terug te keren naar zijn eigen land

NJB 2021/359

Overbrenging van gevonniste personen. In dit kort geding verzet eiser zich tegen de beslissing om een strafvonnis van een Engelse rechter ten uitvoer te leggen in Nederland. Hoge Raad: 1. Judgment/vonnis. Het is voldoende dat de verzoekende staat een gewaarmerkt afschrift verstrekt van een document waaruit onmiskenbaar de inhoud blijkt van de rechterlijke beslissing waarbij de veroordeling is uitgesproken, welk document is opgemaakt om tot bewijs van de veroordeling te kunnen dienen. Een en ander zal moeten voldoen aan de eisen die het nationale recht van de verzoekende staat aan dat document stelt. 2. Flee/vlucht. Het maakt geen verschil of de gevonniste persoon zich pas na afloop of al tijdens het strafproces aan de tenuitvoerlegging onttrekt door terug te keren naar zijn eigen land

Documentgegevens:

HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:106

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 22 januari 2021
Magistraten: Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, G. Snijders, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.B. ter Heide
Zaaknummer: 19/04796
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2021:106, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:951, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2019
Wetingang: art. 1 onder b, art. 3 lid 1 aanhef en onder d, art. 6 lid 2 onder a VOGP; art. 2 lid 1 en 3 Aanvullend Protocol VOGP; art. 31, 32, 33 WVV)

Essentie

Overbrenging van gevonniste personen. In dit kort geding verzet eiser zich tegen de beslissing om een strafvonnis van een Engelse rechter ten uitvoer te leggen in Nederland. Hoge Raad: 1. Judgment/vonnis. Het is voldoende dat de verzoekende staat een gewaarmerkt afschrift verstrekt van een document waaruit onmiskenbaar de inhoud blijkt van de rechterlijke beslissing waarbij de veroordeling is uitgesproken, welk document is opgemaakt om tot bewijs van de veroordeling te kunnen dienen. Een en ander zal moeten voldoen aan de eisen die het nationale recht van de verzoekende staat aan dat document stelt. 2. Flee/vlucht. Het maakt geen verschil ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.