Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 648/2004 betreffende detergentia
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 19-04-2012
- Bronpublicatie:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 259/2012)
- Inwerkingtreding
19-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 259/2012)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
EU-recht / Marktintegratie
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘detergentia’: alle stoffen en mengsels die zepen en/of andere oppervlakteactieve stoffen bevatten en die bedoeld zijn voor was- en reinigingsprocédés. Detergentia kunnen elke vorm hebben (vloeistof, poeder, pasta, staaf, brood, gestempeld stuk, fantasievorm, enz.) en kunnen in de handel worden gebracht of gebruikt voor huishoudelijke, institutionele of industriële doeleinden.
Andere producten die beschouwd worden als detergentia, zijn:
- —
‘hulpmengsels voor het wassen’, bedoeld voor het weken (voorwassen), spoelen of bleken van kleding, huishoudlinnen, enz.;
- —
‘wasverzachters’, bedoeld om weefsels anders te doen aanvoelen tijdens procédés die een aanvulling vormen op het wassen van weefsels;
- —
‘reinigingsmengsels’, bedoeld voor allesreinigers voor huishoudelijk gebruik en/of andere oppervlaktereiniging (bv. materialen, producten, machines, mechanische toepassingen, vervoermiddelen en bijbehorende apparatuur, instrumenten, apparaten, enz.);
- —
‘overige reinigings- en wasmengsels’, bedoeld voor alle overige was- en reinigingsprocédés;
- 1 bis.
‘consumentenwasmiddel’: een detergens voor het wassen van wasgoed dat in de handel wordt gebracht voor gebruik door niet-beroepsuitoefenaren, waaronder in publieke wasserettes.
- 1 ter.
‘consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines’: een detergens dat in de handel wordt gebracht voor gebruik in vaatwasmachines door niet-beroepsuitoefenaren.
- 2.
‘wassen’: het reinigen van wasgoed, weefsels, de vaat en andere harde oppervlakken;
- 3.
‘reinigen’: het proces waarbij een onwenselijke afzetting van een substraat of van binnen een substraat wordt afgescheiden en in opgeloste of colloïdale toestand wordt gebracht;
- 4.
‘stoffen’: chemische elementen en verbindingen ervan, zoals zij voorkomen in natuurlijke toestand of bij de productie ontstaan, met inbegrip van alle additieven die nodig zijn voor het behoud van de stabiliteit van het product en alle onzuiverheden ten gevolge van het productieprocédé, doch met uitzondering van elk oplosmiddel dat kan worden afgescheiden zonder dat de stabiliteit van de stof wordt aangetast of de samenstelling ervan wordt gewijzigd;
- 5.
‘mengsels’: mengsels of oplossingen die bestaan uit twee of meer stoffen;
- 6.
‘oppervlakteactieve stoffen’: organische stoffen en/of mengsels die in detergentia worden gebruikt en oppervlakteactieve eigenschappen hebben, en die bestaan uit een of meer hydrofiele en een of meer hydrofobe groepen die zodanig van aard en van omvang zijn dat ze zorgen voor een vermindering van de oppervlaktespanning van het water, de vorming van een uitvloeiings- of adsorptielaagje op het grensvlak tussen water en lucht, de vorming van een emulsie en/of micro-emulsie, de vorming van micellen en adsorptie op het grensvlak water/vaste stof;
- 7.
‘primaire biologische afbreekbaarheid’: de structuurverandering (omzetting) van een oppervlakteactieve stof door micro-organismen die leidt tot het verlies van de oppervlakteactieve eigenschappen ervan door de afbraak van de oorspronkelijke stof met als gevolg het verlies van de oppervlakteactieve eigenschap, zoals gemeten volgens de in bijlage II vermelde testmethoden;
- 8.
‘totale aërobe biologische afbreekbaarheid’: de mate van biologische afbraak die wordt bereikt wanneer de oppervlakteactieve stof in aanwezigheid van zuurstof volledig door micro-organismen wordt verbruikt, zodat deze wordt afgebroken tot kooldioxide, water en anorganische zouten van andere aanwezige elementen (mineralisatie), zoals gemeten volgens de in bijlage III vermelde testmethoden, en nieuwe microbiële celbestanddelen (biomassa);
- 9.
‘in de handel brengen’: het voor het eerst op de Uniemarkt aanbieden, waaronder ook invoer in het douanegebied van de Unie wordt begrepen;
- 9 bis.
‘op de markt aanbieden’: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de Uniemarkt;
- 10.
‘fabrikant’: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van een detergens of een oppervlakteactieve stof voor detergentia; met name wordt aangemerkt als fabrikant een producent, importeur, zelfstandig verpakker en iedere persoon die de kenmerken van een detergens of een oppervlakteactieve stof voor detergentia verandert, of het etiket voor het product maakt of verandert. Een distributeur die de kenmerken, etikettering of verpakking van een detergens of een oppervlakteactieve stof voor detergentia niet verandert, wordt niet aangemerkt als fabrikant, tenzij hij als importeur optreedt;
- 11.
‘medisch personeel’: een geregistreerde arts of een persoon die onder leiding van een geregistreerde arts werkt en patiëntenzorg verleent, een diagnose stelt of een behandeling toedient, en die gebonden is aan het medisch geheim;
- 12.
‘industriële en institutionele detergentia’: detergentia voor was- en reinigingswerkzaamheden buiten de huiselijke kring, met specifieke producten en door gespecialiseerd personeel.