Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 648/2004 betreffende detergentia
Artikel 5 Verlening van ontheffing
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2009
- Bronpublicatie:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1336/2008)
- Inwerkingtreding
20-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1336/2008)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
EU-recht / Marktintegratie
1.
Fabrikanten kunnen om ontheffing verzoeken door naar de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, als bedoeld in artikel 8, lid 1, en naar de Commissie een aanvraag te zenden waarin zij bewijzen leveren ten aanzien van de in artikel 6, lid 1, genoemde criteria. De lidstaten kunnen aan het verzoek om ontheffing de betaling verbinden van een retributie aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat. Eventuele retributie wordt op een niet-discriminerende manier geheven en het bedrag ervan mag niet groter zijn dan de kosten van de behandeling van de aanvraag.
2.
De aanvragen omvatten een technisch dossier met alle informatie en uitleg die nodig is voor de beoordeling van de veiligheidsaspecten van het specifieke gebruik van oppervlakteactieve stoffen in detergentia die niet aan de in bijlage III vastgestelde grenzen voor biologische afbreekbaarheid voldoen.
Het technische dossier bevat, naast de resultaten van de in bijlage III bedoelde tests, de resultaten van de in de bijlagen II en IV bedoelde tests.
De in bijlage IV, punt 4 bedoelde tests worden uitgevoerd op basis van een trapsgewijze risicoanalyse. Deze analyse wordt omschreven in een technische handleiding die volgens de procedure van artikel 12, lid 2, uiterlijk op 8 april 2007 wordt aangenomen. In die handleiding wordt, zo nodig, ook aangegeven voor welke tests de beginselen van de goede laboratoriumpraktijken moeten worden toegepast.
3.
Bevoegde autoriteiten van de lidstaten die overeenkomstig de leden 1 en 2 ontheffingsaanvragen ontvangen, onderzoeken deze, beoordelen of ze aan de voorwaarden voor ontheffing voldoen en stellen de Commissie onverwijld van de resultaten op de hoogte.
Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat dit voor de beoordeling van het risico dat een stof en/of mengsel kan opleveren nodig acht, vraagt zij binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag nadere informatie, controle en/of bevestigingstests voor deze stoffen en/of mengsels of hun omzettingsproducten, waarvan kennisgeving is ontvangen of waarover informatie is ontvangen als bedoeld in deze verordening. De termijn voor de beoordeling van het dossier door de bevoegde autoriteit van de lidstaat gaat pas in als de aanvullende informatie aan het dossier is toegevoegd. Indien de gevraagde informatie niet binnen 12 maanden is verstrekt, wordt de ontheffingsaanvraag als onvolledig en dus ongeldig beschouwd. In dat geval is artikel 6, lid 2, niet van toepassing.
Indien nadere informatie over metabolieten wordt gevraagd, dienen stapsgewijze teststrategieën te worden toegepast teneinde te garanderen dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van in-vitrotestmethoden en andere niet op dierproeven gebaseerde testmethoden.
4.
Op de basis van onder andere de evaluatie van de lidstaat kan de Commissie volgens de procedure van artikel 12, lid 2, ontheffing verlenen. Zo nodig, zal de Commissie alvorens ontheffing te verlenen de in lid 3 van dit artikel genoemde zaken nader beoordelen. Zij neemt een besluit binnen 12 maanden na ontvangst van de evaluatie van de lidstaat, behalve in het geval van artikel 5, leden 4 en 6, van Besluit 1999/468/EG, waar de periode 18 maanden bedraagt.
5.
Afhankelijk van de in bijlage IV van deze verordening beschreven aanvullende risicobeoordeling kunnen deze ontheffingen het in de handel brengen en het gebruik van oppervlakteactieve stoffen in detergentia toestaan, beperken of strikt beperken. De ontheffingen kunnen een periode voor geleidelijke eliminatie van het in de handel brengen en het gebruik van oppervlakteactieve stoffen in detergentia bevatten. De Commissie kan een ontheffing evalueren zodra er informatie beschikbaar komt die een significante herziening van het bij de aanvraag voor een ontheffing gevoegde technische dossier rechtvaardigt. Hiertoe dient de fabrikant, indien hij daarom wordt gevraagd, bij de Commissie een technisch dossier in met geactualiseerde gegevens betreffende de in bijlage IV, punt 2 bedoelde elementen. Op basis van deze geactualiseerde informatie kan de Commissie beslissen de ontheffing te verlengen, te wijzigen of te beëindigen. De leden 1 t/m 4 en 6 van dit artikel, en artikel 6, zijn mutatis mutandis van toepassing.
6.
De Commissie maakt de in bijlage V opgenomen lijst van oppervlakteactieve stoffen waarvoor ontheffing is verleend bekend met vermelding van de bijbehorende voorwaarden of beperkingen van het gebruik.