Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten
Artikel 43 Uitoefening van toezichthoudende bevoegdheden en oplegging van sancties
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten zorgen er bij het bepalen van het soort en het niveau van de bestuursrechtelijke sancties en andere bestuursrechtelijke maatregelen voor dat de bevoegde autoriteiten die zij overeenkomstig artikel 40, lid 2, hebben aangewezen, rekening houden met alle relevante omstandigheden, waaronder, indien passend:
- a)
de ernst en duur van de inbreuk;
- b)
de mate waarin de benchmark cruciaal is voor de financiële stabiliteit en de reële economie;
- c)
de mate van verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke persoon;
- d)
de financiële draagkracht van de verantwoordelijke persoon, zoals met name aangegeven door de totale jaaromzet van de verantwoordelijke rechtspersoon of het jaarinkomen van de verantwoordelijke natuurlijke persoon;
- e)
het niveau van de behaalde winst of het vermeden verlies door de verantwoordelijke persoon, voor zover dat kan worden vastgesteld;
- f)
de mate van samenwerking van de verantwoordelijke persoon met de bevoegde autoriteit, onverminderd de noodzaak de terugbetaling door die persoon van de behaalde winsten of vermeden verliezen te waarborgen;
- g)
eerdere inbreuken door de betrokkene;
- h)
maatregelen die de verantwoordelijke persoon na de inbreuk heeft genomen om herhaling van de inbreuk te voorkomen.
2.
Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om administratieve sancties op te leggen en andere administratieve maatregelen te nemen in de in artikel 42 bedoelde omstandigheden, werken de bevoegde autoriteiten nauw samen om ervoor te zorgen dat de toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden en administratieve sancties en andere administratieve maatregelen de voor deze verordening gewenste resultaten produceren. Tevens coördineren zij hun acties om mogelijke duplicatie en overlappingen te voorkomen bij de toepassing van toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden en administratieve sancties, met inbegrip van geldboeten, en andere administratieve maatregelen op grensoverschrijdende gevallen.