Einde inhoudsopgave
Vissersvaartuigenbesluit 2002
Artikel 5.36 Hoofdbrandblusleiding
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2002
- Bronpublicatie:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien meer dan één brandkraan is vereist om te voorzien in het aantal stralen water zoals bepaald in artikel 5.37, eerste lid, is er een hoofdbrandblusleiding aangebracht.
2.
Hoofdbrandblusleidingen en brandkranen zijn vervaardigd van materialen die in voldoende mate hittebestendig zijn, tenzij deze voldoende zijn beschermd.
3.
Indien de persdruk van de brandbluspomp de werkdruk waarvoor de hoofdbrandblusleiding is ontworpen, kan overschrijden, zijn er ontlastkleppen aangebracht.
4.
Hoofdbrandblusleidingen mogen geen andere aansluitingen hebben dan die welke voor de brandbestrijding zijn vereist, met uitzondering van aansluitingen die zijn aangebracht om het dek en de ankerkettingen schoon te spuiten of de ejector van de kettingbak te bedienen, onder voorwaarde dat de doelmatigheid van het brandblussysteem gehandhaafd blijft.
5.
In hoofdbrandblusleidingen zijn op doelmatige plaatsen aftapkranen aangebracht om beschadiging door bevriezing te voorkomen.