Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 97 Overleg
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
Wanneer een Staat die Partij is een verzoek ingevolge dit Deel ontvangt in verband waarmee de Staat problemen signaleert die de inwilliging van het verzoek kunnen belemmeren of verhinderen, pleegt die Staat onverwijld overleg met het Hof teneinde de zaak op te lossen. Dergelijke problemen kunnen onder meer omvatten:
- a.
onvoldoende informatie van inwilliging van het verzoek;
- b.
in het geval van een verzoek tot overdracht, het feit dat ondanks uiterste inspanningen de opgeëiste persoon niet kan worden gelokaliseerd of dat uit het verrichte onderzoek is gebleken dat de persoon in de Staat van hechtenis klaarblijkelijk niet de in het bevel genoemde persoon is; of
- c.
het feit dat inwilliging van het verzoek in zijn huidige vorm voor de aangezochte Staat zou meebrengen dat deze in strijd zou handelen met een reeds eerder bestaande verplichting op grond van een verdrag die de Staat is aangegaan ten opzichte van een andere Staat.