Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/343
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet. Motivering van oordeel dat sprake is van dringende reden.
HR 25-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:451
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 maart 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/00792
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:451, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1169, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontslag op staande voet. Motivering van oordeel dat sprake is van dringende reden.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN CIVIELE KAMER Nummer 21/00792 Datum 25 maart 2022 BESCHIKKING In de zaak van [de werknemer], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, hierna: [de werknemer], advocaat: aanvankelijk K. Teuben, thans J.W.H. van Wijk, tegen ERIKS B.V., gevestigd te Alkmaar, VERWEERSTER in cassatie, hierna: Eriks, advocaten: S.F. Sagel en I.L.N. Timp.