Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten
Artikel 30 Gelijkwaardigheid
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Om een door een in een derde land gevestigde beheerder aangeboden benchmark of combinatie van benchmarks te gebruiken in de Unie overeenkomstig artikel 29, lid 1, moeten de benchmark en de beheerder worden opgenomen in het in artikel 36 bedoelde register. Om te worden opgenomen in het register moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- a)
een gelijkwaardigheidsbesluit is vastgesteld door de Commissie in overeenstemming met lid 2 of lid 3 van dit artikel;
- b)
de beheerder beschikt over een vergunning of is geregistreerd in en is onderworpen aan toezicht in het betrokken derde land;
- c)
ESMA is door de beheerder in kennis gesteld van zijn instemming dat zijn huidige of geplande benchmarks kunnen worden gebruikt door onder toezicht staande entiteiten in de Unie, van de lijst van benchmarks waarvoor toestemming is verleend die in de Unie kunnen worden gebruikt, en van de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht daarop in het derde land, en
- d)
de in lid 4 van dit artikel bedoelde samenwerkingsregelingen zijn operationeel.
2.
De Commissie kan een uitvoeringsbesluit vaststellen dat bepaalt dat het rechtskader en de toezichtpraktijk van een derde land waarborgen dat:
- a)
beheerders die over een vergunning beschikken of geregistreerd zijn in dat derde land, voldoen aan bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten van deze verordening, in het bijzonder rekening houdend met de vraag of het rechtskader en de toezichtpraktijk van een derde land de naleving waarborgen van de IOSCO-beginselen voor financiële benchmarks of, indien van toepassing, van de IOSCO-beginselen voor PRA's, en
- b)
de bindende vereisten voortdurend onderworpen zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving in dat derde land.
De Commissie kan de toepassing van het in de eerste alinea bedoelde uitvoeringsbesluit afhankelijk stellen van de eisen dat dat derde land op doorlopende basis daadwerkelijk voldoet aan in dat uitvoeringsbesluit uiteengezette voorwaarden die gelijkwaardige toezichts- en regelgevingsnormen beogen, en dat de ESMA effectief de in artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde monitoringtaken kan uitoefenen.
Dat uitvoeringsbesluit wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 50, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
2 bis.
De Commissie kan in overeenstemming met artikel 49 een gedelegeerde handeling vaststellen tot nadere invulling van de lid 2, eerste alinea, onder a) en b), van dit artikel bedoelde voorwaarden.
3.
Als alternatief kan de Commissie een uitvoeringsbesluit nemen dat bepaalt dat:
- a)
bindende vereisten in een derde land met betrekking tot specifieke beheerders of specifieke benchmarks of benchmarkgroepen gelijkwaardig zijn aan de vereisten van deze verordening, in het bijzonder rekening houdend met de vraag of het rechtskader en de toezichtpraktijk van een derde land de naleving waarborgen van de IOSCO-beginselen voor financiële benchmarks of, indien van toepassing, van de IOSCO-beginselen voor PRA's, en
- b)
deze specifieke beheerders of specifieke benchmarks of benchmarkgroepen voortdurend zijn onderworpen aan effectief toezicht en effectieve handhaving in dat derde land.
De Commissie kan de toepassing van het in de eerste alinea bedoelde uitvoeringsbesluit afhankelijk stellen van de eisen dat dat derde land op doorlopende basis daadwerkelijk voldoet aan in dat uitvoeringsbesluit uiteengezette voorwaarden die gelijkwaardige toezichts- en regelgevingsnormen beogen, en dat de ESMA effectief de in artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde monitoringtaken kan uitoefenen.
Dat uitvoeringsbesluit wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 50, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
3 bis.
De Commissie kan in overeenstemming met artikel 49 een gedelegeerde handeling vaststellen tot nadere invulling van de in lid 3, eerste alinea, onder a) en b), van dit artikel bedoelde voorwaarden.
4.
De ESMA gaat samenwerkingsregelingen aan met de bevoegde autoriteiten van derde landen waarvan het rechtskader en de toezichtspraktijk in overeenstemming met de leden 2 of 3 van dit artikel als gelijkwaardig zijn erkend. Bij de vaststelling van die regelingen houdt ESMA er rekening mee of het betrokken derde land, overeenkomstig een gedelegeerde handeling vastgesteld krachtens artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en van de Raad (1), is opgenomen in de lijst van rechtsgebieden die in hun nationale regelgeving ter bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie. In die regelingen wordt ten minste het volgende gespecificeerd:
- a)
het mechanisme voor de uitwisseling van informatie tussen ESMA en de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen, inclusief toegang tot alle door ESMA gevraagde relevante informatie met betrekking tot de beheerder waaraan in dat derde land een vergunning is verleend;
- b)
het mechanisme voor directe kennisgeving aan ESMA wanneer een bevoegde autoriteit van een derde land van mening is dat de beheerder waaraan in dat derde land een vergunning is verleend en waarop zij toezicht uitoefent, de voorwaarden schendt van zijn vergunning of andere nationale wetgeving in het derde land;
- c)
de procedures betreffende de coördinatie van toezichthoudende activiteiten, met inbegrip van inspecties ter plaatse.
5.
ESMA stelt een ontwerp van regelgevende technische normen op om de minimale inhoud te bepalen van de in lid 4 bedoelde samenwerkingsregelingen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten en ESMA in staat zijn om al hun toezichthoudende bevoegdheden overeenkomstig deze verordening uit te oefenen.
Esma legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 april 2017 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde regelgevende technische normen vast te stellen in overeenstemming met de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).