Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten
Artikel 29 Gebruik van een benchmark
Geldend
Geldend vanaf 13-02-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 13-02-2021.
- Bronpublicatie:
10-02-2021, PbEU 2021, L 49 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: 2021/168)
- Inwerkingtreding
13-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2021, PbEU 2021, L 49 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: 2021/168)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een onder toezicht staande entiteit mag in de Unie een benchmark of combinatie van benchmarks gebruiken wanneer de benchmark wordt verstrekt door een in de Unie gevestigde beheerder en is opgenomen in het in artikel 36 bedoelde register of een benchmark die is opgenomen in het in artikel 36 bedoelde register.
1 bis.
Een onder toezicht staande entiteit mag ook de overeenkomstig artikel 23 ter of artikel 23 quater aangewezen vervanging voor een benchmark gebruiken.
2.
Indien een prospectus dat moet worden gepubliceerd uit hoofde van Richtlijn 2003/71/EG of Richtlijn 2009/65/EG betrekking heeft op effecten of andere beleggingsproducten die verwijzen naar een benchmark, draagt de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van toelating tot de handel op een gereglementeerde markt ervoor zorg dat het prospectus ook heldere en duidelijk aangegeven informatie bevat waarin wordt vermeld of de benchmark wordt aangeboden door een beheerder die is opgenomen in het in artikel 36 van deze verordening bedoelde register.