Artikel 219 Uitzending van de terechtzittingen

De terechtzittingen van het Gerecht kunnen worden uitgezonden. De uitspraak van arresten en het nemen van conclusies worden rechtstreeks uitgezonden. De pleidooien van de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden in een zaak die is verwezen naar de Grote Kamer, de Middelgrote kamer, of, bij wijze van uitzondering, wanneer het belang van de zaak dit rechtvaardigt, een kamer van vijf rechters, worden uitgesteld uitgezonden.

Wanneer het Gerecht voornemens is een pleitzitting uit te zenden, stelt de griffie de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden hiervan in kennis bij de oproeping voor deze zitting.

Indien een in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbende van mening is dat de pleitzitting waarvoor hij is opgeroepen niet mag worden uitgezonden, brengt hij het Gerecht daar zo spoedig mogelijk van op de hoogte, waarbij hij de omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat van uitzending wordt afgezien gedetailleerd uiteenzet.

Het Gerecht doet, de advocaat-generaal gehoord, zo spoedig mogelijk uitspraak op dit verzoek.

De video-opname van de uitgezonden pleitzittingen blijft tot een maand na de sluiting van de pleitzitting beschikbaar op de website van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Indien een in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbende van mening is dat de video-opname van een pleitzitting waaraan hij heeft deelgenomen, van die website moet worden verwijderd, stelt hij het Gerecht daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, waarbij hij de omstandigheden uiteenzet die dit kunnen rechtvaardigen.

De president beslist onverwijld op dit verzoek, de advocaat-generaal gehoord.

Het Gerecht stelt bij besluit de nadere regels vast op grond waarvan de terechtzittingen worden uitgezonden. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.