Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 213 Pleitzitting
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De eventuele met redenen omklede verzoeken om een pleitzitting worden ingediend binnen een termijn van drie weken, te rekenen vanaf de betekening van de afsluiting van de schriftelijke behandeling aan de partijen en de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden. Deze termijn kan door de president worden verlengd.
2.
Op voorstel van de rechter-rapporteur kan het Gerecht, de advocaat-generaal gehoord, beslissen om geen pleitzitting te houden indien het na lezing van de tijdens de schriftelijke behandeling neergelegde memories of opmerkingen van oordeel is dat het zich voldoende voorgelicht acht om uitspraak te doen.
3.
Het vorige lid is niet van toepassing wanneer een met redenen omkleed verzoek om een pleitzitting te houden is ingediend door een van de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden die niet aan de schriftelijke behandeling heeft deelgenomen.