Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 216 Deelname aan een terechtzitting via videoconferentie
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2095 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2095)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer gezondheidsredenen, veiligheidsredenen of andere ernstige redenen de vertegenwoordiger van een in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbende of een partij in het hoofdgeding die bevoegd is om in rechte op te treden zonder bijstand van een advocaat, beletten om fysiek aan een pleitzitting deel te nemen, kan deze vertegenwoordiger of deze partij worden gemachtigd om er via videoconferentie aan deel te nemen.
2.
Het verzoek om aan de terechtzitting deel te nemen via videoconferentie wordt bij afzonderlijke akte ingediend zodra de oorzaak van de verhindering bekend is en vermeldt nauwkeurig de aard van de verhindering.
3.
De president beslist zo spoedig mogelijk op dit verzoek.
4.
Het gebruik van de videoconferentie is uitgesloten wanneer het Gerecht overeenkomstig artikel 217 beslist tot behandeling met gesloten deuren.
5.
De technische vereisten waaraan moet zijn voldaan om aan zittingen deel te nemen via videoconferentie worden nader bepaald in de praktische uitvoeringsbepalingen als bedoeld in artikel 243.