Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/574
Opzettelijk niet voldoen aan verplichting tot doen van aangifte bij douane door op Schiphol met € 10.000 in zijn handbagage op vliegtuig naar Dubai te stappen, art. 10:1 Algemene douanewet. Heeft verdachte voorwaardelijk opzet op niet doen van aangifte bij verlaten van EU? Bij beantwoording van vraag of verdachte 'opzettelijk' heeft nagelaten aangifte te doen van vervoer van € 10.000, heeft hof kennelijk verklaring van verdachte tot uitgangspunt genomen dat hij in veronderstelling was dat hij € 9.000 bij zich had, waaronder naar hij dacht € 3.000 die zijn vrouw hem had overhandigd (wat achteraf € 4.000 bleek te zijn). Hof heeft overwogen dat die verklaring de verdachte geen soelaas biedt omdat verdachte door hem in ontvangst genomen biljetten had moeten tellen om totaal bedrag vast te kunnen stellen. ’s Hofs daarop gebaseerde oordeel dat verdachte minst genomen voorwaardelijk opzet had op niet voldoen aan verplichting tot doen van aangifte, is niet z.m. begrijpelijk, aangezien uit dat moeten tellen niet z.m. voortvloeit dat verdachte bewust aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij € 10.000 bij zich droeg.
HR 18-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:738
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 mei 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/05644
- Conclusie
plv. A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Douane (V)
Fiscaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:738, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:193, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑03‑2021
Essentie
Opzettelijk niet voldoen aan verplichting tot doen van aangifte bij douane door op Schiphol met € 10.000 in zijn handbagage op vliegtuig naar Dubai te stappen, art. 10:1 Algemene douanewet. Heeft verdachte voorwaardelijk opzet op niet doen van aangifte bij verlaten van EU? Bij beantwoording van vraag of verdachte 'opzettelijk' heeft nagelaten aangifte te doen van vervoer van € 10.000, heeft hof kennelijk verklaring van verdachte tot uitgangspunt genomen dat hij in veronderstelling was dat hij € 9.000 bij zich had, waaronder naar hij dacht € 3.000 die zijn vrouw hem had overhandigd (wat achteraf € 4.000 bleek te zijn). Hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.