Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 260/2012 vaststelling technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro
Artikel 5 quater Verificatie van de begunstigde in het geval van overmakingen
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/886 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/886)
- Inwerkingtreding
08-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/886 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/886)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
De betalingsdienstaanbieder van een betaler biedt de betaler een dienst die garandeert dat de begunstigde aan wie de betaler voornemens is een overmaking te verzenden, wordt geverifieerd (verificatiedienst). De betalingsdienstaanbieder van de betaler verricht de verificatiedienst onmiddellijk nadat de betaler relevante informatie over de begunstigde heeft verstrekt en voordat aan de betaler de mogelijkheid wordt geboden om die overmaking toe te staan. De betalingsdienstaanbieder van de betaler biedt de verificatiedienst, ongeacht het betalingsinitiatiekanaal dat de betaler gebruikt om een betalingsopdracht voor de overmaking te plaatsen. De verificatiedienst wordt verleend in overeenstemming met het volgende:
- a)
indien de in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator van de betaalrekening en de naam van de begunstigde door de betaler in de betalingsopdracht voor de overmaking zijn ingevoerd, verleent de betalingsdienstaanbieder van de betaler een dienst voor het matchen van de in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator van de betaalrekening met de naam van de begunstigde. Op verzoek van de betalingsdienstaanbieder van de betaler verifieert de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde of de in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator van de betaalrekening en de door de betaler verstrekte naam van de begunstigde overeenstemmen. Indien zij niet overeenstemmen, stelt de betalingsdienstaanbieder van de betaler, op basis van door de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde verstrekte informatie, de betaler daarvan in kennis en deelt hij de betaler mee dat het toestaan van de overmaking ertoe zou kunnen leiden dat de geldmiddelen worden overgemaakt naar een betaalrekening die niet wordt aangehouden door de door de betaler opgegeven begunstigde. Indien de door de betaler verstrekte naam van de begunstigde en de in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator van de betaalrekening bijna overeenstemmen, deelt de betalingsdienstaanbieder van de betaler aan de betaler de naam van de begunstigde mee die verband houdt met de door de betaler verstrekte, in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator van de betaalrekening;
- b)
indien de begunstigde een rechtspersoon is en de betalingsdienstaanbieder van de betaler een betalingsinitiatiekanaal aanbiedt via hetwelk de betaler een betalingsopdracht kan plaatsen door de in punt 1, a), van de bijlage bij deze verordening vermelde identificator van de betaalrekening van de begunstigde te verstrekken, samen met andere gegevenselementen dan de naam van de begunstigde die de begunstigde ondubbelzinnig identificeren, zoals een fiscaal nummer, een Europese unieke identificatiecode als bedoeld in artikel 16, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad (1) of een LEI, en indien diezelfde gegevenselementen beschikbaar zijn in het interne systeem van de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde, verifieert die betalingsdienstaanbieder op verzoek van de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de in punt 1, a), van de bijlage bij deze verordening vermelde identificator van de betaalrekening en het door de betaler verstrekte gegevenselement met elkaar overeenstemmen. Indien de in punt 1, a), van de bijlage bij deze verordening vermelde identificator van de betaalrekening en het door de betaler verstrekte gegevenselement niet overeenstemmen, stelt de betalingsdienstaanbieder van de betaler de betaler daarvan in kennis op basis van de door de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde verstrekte informatie;
- c)
indien een betaalrekening die is geïdentificeerd aan de hand van een door de betaler verstrekte, in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator voor betaalrekeningen, door een betalingsdienstaanbieder wordt aangehouden namens meerdere begunstigden, kan de betaler zijn betalingsdienstaanbieder aanvullende informatie verstrekken op grond waarvan de begunstigde ondubbelzinnig kan worden geïdentificeerd. De betalingsdienstaanbieder die die betaalrekening namens meerdere begunstigden beheert of, in voorkomend geval, aanhoudt, bevestigt op verzoek van de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de door de betaler opgegeven begunstigde een van die meerdere begunstigden is namens wie de betaalrekening wordt beheerd of aangehouden. Indien de door de betaler opgegeven begunstigde niet een van die meerdere begunstigden is namens wie de betaalrekening wordt beheerd of aangehouden, stelt de betalingsdienstaanbieder van de betaler de betaler daarvan in kennis;
- d)
in andere dan de in de punten a), b) en c) van dit lid beschreven gevallen, en met name indien een betalingsdienstaanbieder een betalingsinitiatiekanaal biedt dat niet vereist dat de betaler zowel de in punt 1, a), van de bijlage vermelde identificator van de betaalrekening als de naam van de begunstigde opgeeft, garandeert de betalingsdienstaanbieder dat de begunstigde aan wie de betaler voornemens is een overmaking te verzenden, correct wordt geïdentificeerd. Daartoe informeert de betalingsdienstaanbieder de betaler op zodanige wijze dat de betaler de begunstigde kan valideren alvorens toestemming te geven voor de overmaking.
2.
Indien de in punt 1, a), van de bijlage gespecificeerde identificator van de betaalrekening of de naam van de begunstigde door een betalingsinitiatie-dienstaanbieder in plaats van door de betaler wordt verstrekt, garandeert die betalingsinitiatiedienstaanbieder dat de informatie over de begunstigde juist is.
3.
Voor de toepassing van lid 1, punt d), en lid 2 volgen respectievelijk betalingsdienstaanbieders en betalingsinitiatiedienstaanbieders robuuste interne procedures om ervoor te zorgen dat de informatie over begunstigden correct is.
4.
In geval van papieren betalingsopdrachten verricht de betalingsdienstaanbieder van de betaler bij ontvangst van de betalingsopdracht de verificatiedienst, tenzij de betaler niet aanwezig is op het tijdstip van ontvangst.
5.
Betalingsdienstaanbieders zorgen ervoor dat de verrichting van de verificatiedienst en van de in lid 2 omschreven dienst betalers niet belet toestemming te geven voor de overmaking in kwestie.
6.
Betalingsdienstaanbieders bieden betalingsdienstgebruikers die geen consumenten zijn de middelen om af te zien van de verificatiedienst wanneer zij meerdere betalingsopdrachten als pakket indienen.
Betalingsdienstaanbieders zorgen ervoor dat betalingsdienstgebruikers die hebben aangegeven dat zij de verificatiedienst niet wensen te ontvangen, het recht hebben te allen tijde ervoor te kiezen deze dienst alsnog te ontvangen.
7.
Wanneer de betalingsdienstaanbieder van de betaler deze overeenkomstig lid 1, punt a), b) of c), inlicht, deelt de betalingsdienstaanbieder de betaler tegelijkertijd mee dat toestemming geven voor de overmaking ertoe zou kunnen leiden dat de geldmiddelen worden overgemaakt naar een betaalrekening die niet door de door de betaler opgegeven begunstigde wordt aangehouden. Een betalingsdienstaanbieder verstrekt deze informatie aan de betalingsdienstgebruiker die geen consument is wanneer die betalingsdienstgebruiker bij de indiening van meerdere betalingsopdrachten als pakket aangeeft dat hij de verificatiedienst niet wenst te ontvangen. Betalingsdienstaanbieders informeren hun betalingsdienstgebruikers over de gevolgen voor de aansprakelijkheid van de betalingsdienstaanbieder en de rechten op terugbetaling van de betalingsdienstgebruiker van het besluit van betalingsdienstgebruikers om een in lid 1, punten a), b), en c), bedoelde kennisgeving te negeren.
8.
Een betalingsdienstaanbieder is niet aansprakelijk voor de uitvoering van een overmaking aan een onbedoelde begunstigde op basis van een onjuiste unieke identificator, zoals bepaald in artikel 88 van Richtlijn (EU) 2015/2366, op voorwaarde dat de aanbieder heeft voldaan aan de vereisten van dit artikel.
Indien de betalingsdienstaanbieder van de betaler lid 1 van dit artikel niet naleeft, of indien de betalingsinitiatiedienstaanbieder lid 2 van dit artikel niet naleeft, en deze niet-naleving leidt tot een gebrekkig uitgevoerde betalingstransactie, betaalt de betalingsdienstaanbieder van de betaler onverwijld het overgemaakte bedrag terug aan de betaler en herstelt de betalingsdienstaanbieder, in voorkomend geval, de betaalrekening die met dat bedrag was gedebiteerd in de toestand waarin deze zou zijn geweest indien de transactie niet had plaatsgevonden.
Indien er sprake is van niet-naleving omdat de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde, of de betalingsinitiatiedienstaanbieder, niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van dit artikel, vergoedt de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde of, in voorkomend geval, de betalingsinitiatiedienstaanbieder, de betalingsdienstaanbieder van de betaler de financiële schade die laatstgenoemde heeft geleden als gevolg van die niet-naleving.
Verdere financiële verliezen voor de betaler kunnen worden vergoed overeenkomstig het recht dat van toepassing is op het tussen de betaler en de betrokken betalingsdienstaanbieder gesloten contract.
9.
Betalingsdienstaanbieders die zich bevinden in een lidstaat die de euro als munt heeft, voldoen uiterlijk op 9 oktober 2025 aan dit artikel.
Betalingsdienstaanbieders die zich bevinden in een lidstaat die niet de euro als munt heeft, voldoen uiterlijk op 9 juli 2027 aan dit artikel.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 46).