Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 260/2012 vaststelling technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro
Artikel 15 Herziening
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/886 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/886)
- Inwerkingtreding
08-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/886 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/886)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
Uiterlijk op 1 februari 2017 legt de Commissie het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, de ECB en de EBA een verslag voor over de toepassing van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel.
2.
Uiterlijk op 9 oktober 2028 legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor dat, in voorkomend geval, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel. Het verslag bevat een evaluatie van:
- a)
de ontwikkeling van de kosten voor betaalrekeningen en voor nationale en grensoverschrijdende overmakingen en instantovermakingen in euro’s en in de nationale valuta van de lidstaten die de euro niet als munt hebben, sinds 26 oktober 2022, met inbegrip van het effect van artikel 5 ter, lid 1, op die kosten; en
- b)
de werkingssfeer van artikel 5 quinquies en de mate waarin dit artikel doeltreffend onnodige belemmeringen voor instantovermakingen voorkomt.
3.
Betalingsdienstaanbieders rapporteren aan hun bevoegde autoriteiten over:
- a)
de hoogte van de kosten voor overmakingen, instantovermakingen en betaalrekeningen;
- b)
het aandeel afwijzingen, afzonderlijk berekend voor nationale en grensoverschrijdende betalingstransacties, als gevolg van de toepassing van gerichte financiële beperkende maatregelen.
Betalingsdienstaanbieders dienen deze verslagen om de twaalf maanden in. Het eerste verslag wordt ingediend op 9 april 2025en bevat informatie over de hoogte van de kosten en over afwijzingen tijdens de periode vanaf 26 oktober 2022tot het einde van het voorgaande kalenderjaar.
4.
De bevoegde autoriteiten verstrekken de Commissie en de EBA uiterlijk op 9 oktober 2025, en vervolgens jaarlijks, de informatie die zij uit hoofde van lid 3 hebben ontvangen van betalingsdienstaanbieders en de informatie over het aantal binnenlandse en grensoverschrijdende instantovermakingen in euro’s die door in hun lidstaat gevestigde betalingsdienstaanbieders zijn verzonden in het voorgaande kalenderjaar.
5.
De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van uniforme rapportagemodellen, instructies en de methodiek voor het gebruik van die rapportagemodellen voor de in lid 3 bedoelde rapportage.
De EBA dient de in de eerste alinea van dit lid bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 9 juni 2024 in bij de Commissie.
De Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
6.
De Commissie dient uiterlijk op 9 april 2027 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de resterende belemmeringen voor de beschikbaarheid en het gebruik van instantovermakingen. Dat verslag bevat een beoordeling van het niveau van standaardisering van de technologieën die relevant zijn voor het gebruik van instantovermakingen. In voorkomend geval kan het verslag vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.