Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 260/2012 vaststelling technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro
Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2012
- Bronpublicatie:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 260/2012)
- Inwerkingtreding
31-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-03-2012, PbEU 2012, L 94 (uitgifte: 30-03-2012, regelingnummer: 260/2012)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
Bij deze verordening worden de regels vastgesteld voor in euro luidende overmakings- en automatischeafschrijvingstransacties binnen de Unie waarbij zowel de betalingsdienstaanbieder van de betaler als de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich in de Unie bevinden, of waarbij de enige bij de betalingstransactie betrokken betalingsdienstaanbieder zich in de Unie bevindt.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op:
- a)
betalingstransacties die voor eigen rekening worden uitgevoerd tussen en binnen betalingsdienstaanbieders, met inbegrip van hun agenten of bijkantoren;
- b)
betalingstransacties die worden verwerkt en afgewikkeld via betalingssystemen voor grote bedragen, met uitzondering van automatischeafschrijvingstransacties waarvoor de betaler niet expliciet om betaling via een betalingssysteem voor grote bedragen heeft verzocht;
- c)
betalingstransacties die met een betaalkaart of een vergelijkbaar instrument worden uitgevoerd, waaronder ook geldopname in contanten, tenzij de betaalkaart of het vergelijkbaar instrument wordt gebruikt enkel voor het aanmaken van de informatie die vereist is voor het direct uitvoeren van een overmaking of een automatische afschrijving naar en van een door BBAN of IBAN geïdentificeerde betaalrekening;
- d)
betalingstransacties die worden uitgevoerd met behulp van een telecommunicatie-, digitaal of IT-apparaat, als dergelijke betalingstransacties niet een overmaking of een automatische afschrijving naar en van een door BBAN of IBAN geïdentificeerde betaalrekening tot gevolg hebben;
- e)
transacties betreffende geldtransfer zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 13, van Richtlijn 2007/64/EG;
- f)
betalingstransacties waarbij elektronisch geld als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld (1) wordt overgemaakt, tenzij deze transacties resulteren in een overmaking of een automatische afschrijving naar en van een door BBAN of IBAN geïdentificeerde betaalrekening.
3.
Indien een betalingsschema is gebaseerd op betalingstransacties via overmaking of automatische afschrijving maar aanvullende optionele kenmerken of diensten heeft, is deze verordening alleen van toepassing op de onderliggende overmakingen of automatische afschrijvingen.
Voetnoten
PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7.