Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/611
Kwalitatief recht?; maatstaf art. 6:251 BW; gebondenheid schuldenaar aan beding bij overdracht goed?; onbegrijpelijke uitleg beding.
HR 20-04-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5555
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/03259
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BV5555
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV5555, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV5555, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2011
- Wetingang
BW art. 3:35; BW art. 6:251, 6:252
Essentie
Kwalitatief recht?; maatstaf art. 6:251 BW; gebondenheid schuldenaar aan beding bij overdracht goed?; onbegrijpelijke uitleg beding.
Het antwoord op de vraag of uit bedingen in de (koop)overeenkomst rechten zijn voortgevloeid die als kwalitatieve rechten op de voet van art. 6:251 lid 1 BW van rechtswege zijn overgegaan op de opvolgend verkrijger onder bijzondere titel van het goed, hangt daarvan af of die rechten voor overgang vatbaar waren en in een zodanig verband stonden met het goed dat de crediteur (koper) slechts belang bij die rechten zou houden zolang hij dat goed zou behouden. Kwalitatieve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.