RvdW 2016/801
Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten. Gronden tot weigering van overlevering. Art. 4 Handvest Grondrechten EU, verbod van onmenselijke of vernederende behandeling. Detentieomstandigheden in de lidstaat die om overlevering verzoekt.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
5 april 2016
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Tizzano, L. Bay Larsen, T. von Danwitz, D. Šváby, A. Rosas, E. Juhász, A. Borg Barthet, J. Malenovský, M. Safjan, M. Berger, A. Prechal, E. Jarašiūnas, M. Vilaras, E. Regan
- Zaaknummer
C-404/15
C-659/15 PPU
- Conclusie
A-G Y. Bot
- Roepnaam
Pál Aranyosi (C-404/15) en Robert Căldăraru (C-659/15 PPU)
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:198, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 05‑04‑2016
ECLI:EU:C:2016:140, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2016
- Wetingang
Art. 1 lid 3, 5, 6 lid 1 Kaderbesluit 2002/584/JBZ, art. 4 Handvest Grondrechten EU
Essentie
Pál Aranyosi (C‑404/15) en Robert Căldăraru (C‑659/15 PPU)
Verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hanseatische Oberlandesgericht in Bremen (hogere regionale rechtbank te Bremen, Duitsland), bij beslissingen van 23 juli en 8 december 2015.
Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten. Gronden tot weigering van overlevering. Art. 4 Handvest Grondrechten EU, verbod van onmenselijke of vernederende behandeling. Detentieomstandigheden in de lidstaat die om overlevering verzoekt.
De art. 1 lid 3, 5, 6 lid 1 kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van ...