Einde inhoudsopgave
Reglement voor de Kamer voor de Binnenvisserij 1964
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1964
- Bronpublicatie:
21-05-1964, Stb. 1964, 170 (uitgifte: 28-05-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1964
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-05-1964, Stb. 1964, 142 (uitgifte: 01-01-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De plaatsvervangend voorzitter, de leden, de secretaris en de plaatsvervangende secretarissen van de Kamer leggen de eed (belofte), voorgeschreven bij artikel 2, af in handen van de voorzitter, in een zitting van de Kamer.
2.
Van het afleggen van de eed (belofte) wordt een akte opgemaakt.
3.
De secretaris van de Kamer houdt een register bij, waarin hij inschrijft de Koninklijke besluiten, bevattende de benoeming van de in lid 1 bedoelde ambtenaren benevens de akten van de door hen afgelegde eden (beloften).