De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd
Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/16.4:16.4 De beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/16.4
16.4 De beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd
Documentgegevens:
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS391925:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Dit artikel is in werking getreden per 1 mei 2000.
Zie voorts G. Schaub, Arbeitsrecht Handbuch, systematische Darstellung und Nachschlagewerk fr die Praxis, 13 neubearbeite Auflage, C.H. Beck, Verlag Winchen 2009, § 41 Rn. 13.
APS/Linek Rn. 96.
LAG RP 6.12.2006, AuA 2007, 369.
BAG 297 1958, DB 59,147.
BAG AP, zu § 53 BAT; AP 30 zu § 133 BGB; LAG Niedersachsen ARST. 1966, 59; LAG Baden Württemberg BB 63, 349.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De opzegging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waarin een proeftijd is opgenomen (vorgeschalteter Probezeit) dient -op straffe van nietigheid-schriftelijk (§ 623 BGB)1 plaats te vinden. Voorts kan deze opzegging op elke dag van de maand plaatsvinden (§ 622 Abs. 3BGB).2 Naar Duits recht kan zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst voor indiensttreding ('Stellenantrite) opzeggen. In dat geval moet wel de opzegtermijn in acht worden genomen. De bij de proeftijd geldende minimale opzegtermijn bedraagt twee weken. Bij individuele arbeidsovereenkomsten kan ook een langere opzegtermijn worden overeengekomen.3 Een kortere opzegtermijn dan twee weken is ongeldig.4 Van belang is voorts dat deze termijn eerst begint te lopen vanaf de geplande ingang van de arbeidsovereenkomst. Bij cao (Tarifvertrag) kan een kortere, maar ook een langere opzegtermijn worden overeengekomen (§ 622 Abs. 4 BGB). De arbeidsovereenkomst moet voor het verstrijken van de proeftijd zijn opgezegd, anders geldt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.5 De einddatum van de arbeidsovereenkomst mag na de datum van het verstrijken van de proeftijd zijn gelegen (§ 622 Abs. 1, 3 BGB).6
Voor een proeftijd in de vorm van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geldt dat opzegging niet nodig is, omdat de arbeidsovereenkomst door simpel tijdsverloop ('schlichten Zeitablauf) wordt beëindigd. Bij die beëindiging blijven de algemene (§1 KSchG, § 102 BetrVG) en de bijzondere ontslagbescherming (§ 9 MuSchG, § 85 SGB IX) buiten toepassing.