Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1217
Vervolgingsuitlevering naar Marokko; reëel gevaar dat in strijd met art. 3 EVRM verkregen verklaringen zullen worden gebruikt; risico van flagrante inbreuk op art. 6 EVRM; geen effectief rechtsmiddel.
HR 30-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:2019
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/01344 U
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2019, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1086, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Vervolgingsuitlevering naar Marokko; reëel gevaar dat in strijd met art. 3 EVRM verkregen verklaringen zullen worden gebruikt; risico van flagrante inbreuk op art. 6 EVRM; geen effectief rechtsmiddel.
De rechtbank heeft kunnen oordelen dat i) een reëel gevaar bestaat dat de voor de opgeëiste persoon belastende verklaringen van de medeverdachten zijn verkregen in strijd met art. 3 EVRM en dat deze verklaringen zullen worden toegelaten als bewijs in de strafprocedure tegen de opgeëiste persoon, ii) dat de door de verzoekende Staat gegeven garantie voor een eerlijk en transparant proces te algemeen en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.