Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Inwerkingtreding
11-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (1), en met name artikel 3, lid 6, artikel 4, lid 3, artikel 9, lid 9, artikel 12, lid 3, artikel 14, lid 4, artikel 15, lid 5, artikel 16, lid 3, artikel 17, artikel 18, lid 2, artikel 19, lid 11, artikel 20, lid 7, artikel 21, lid 17, artikel 22, lid 4, artikel 23, lid 6, artikel 24, lid 6, artikel 25, lid 9, artikel 34, lid 2, artikel 35, lid 11, artikel 36, lid 3, artikel 37, lid 15, artikel 40, lid 11, artikel 42, lid 3 en artikel 53, lid 3,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 2011/61/EU verleent aan de Commissie bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van met name de regels betreffende de berekening van de drempel, hefboomfinanciering, voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening voor beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (hierna ‘abi-beheerders’), inclusief risico- en liquiditeitsbeheer, waardering en delegatie, vereisten betreffende de taken en verplichtingen van bewaarders van alternatieve beleggingsinstellingen (hierna ‘abi's’), regels betreffende transparantie en specifieke vereisten betreffende derde landen. Het is belangrijk dat al deze aanvullende regels op hetzelfde moment als Richtlijn 2011/61/EU ingaan zodat de nieuwe vereisten die aan abi-beheerders worden opgelegd effectief in werking kunnen worden gesteld. De bepalingen in deze verordening zijn nauw met elkaar verweven aangezien zij betrekking hebben op de vergunningverlening aan, de dagelijkse bedrijfsuitoefening door en de transparantie van abi-beheerders die abi's in de Unie beheren en, naargelang van het geval, of verhandelen, welke onlosmakelijk verbonden aspecten zijn inherent aan de toegang tot en uitoefening van het vermogensbeheerbedrijf. Om de samenhang te verzekeren tussen die bepalingen, die op hetzelfde moment in werking moeten treden, en om aan de personen voor wie deze verplichtingen gelden, inclusief beleggers die geen ingezetenen zijn van de EU, een volledig beeld van en een compacte toegang tot deze bepalingen te bieden, is het wenselijk alle bij Richtlijn 2011/61/EU vereiste gedelegeerde handelingen in één verordening op te nemen.
- (2)
Het is belangrijk door het aannemen van een verordening ervoor te zorgen dat de doelstellingen van Richtlijn 2011/61/EU in alle lidstaten op uniforme wijze worden verwezenlijkt, de integriteit van de interne markt te bevorderen en rechtszekerheid te bieden aan de deelnemers eraan, inclusief institutionele beleggers, bevoegde autoriteiten en andere belanghebbenden. De rechtsvorm van een verordening waarborgt een coherent kader voor alle marktdeelnemers en is de best mogelijke garantie voor een gelijk speelveld, uniforme concurrentievoorwaarden en het gemeenschappelijke passende beschermingsniveau voor beleggers. Voorts waarborgt deze rechtsvorm de rechtstreekse toepasselijkheid van nadere uniforme regels betreffende de bedrijfsuitoefening door abi-beheerders, die door hun aard rechtstreeks toepasselijk zijn en bijgevolg geen verdere omzetting op nationaal niveau vereisen. Door gebruik te maken van een verordening wordt bovendien een vertraagde toepassing van Richtlijn 2011/61/EU in de lidstaten vermeden.
- (3)
Aangezien de gedelegeerde verordening de taken en verantwoordelijkheden van het ‘bestuursorgaan’ en van de ‘directie’ specificeert, is het belangrijk de betekenis van die termen te verduidelijken, met name het feit dat een bestuursorgaan uit hogere leidinggevenden kan bestaan. Voorts moet, aangezien deze verordening eveneens de term ‘toezichtfunctie’ invoert, de definitie van het bestuurorgaan duidelijk maken dat dit het orgaan is dat de bestuursfunctie uitvoert ingeval de toezichtfunctie en de bestuursfunctie worden gescheiden overeenkomstig het nationale ondernemingsrecht. Richtlijn 2011/61/EU vereist dat abi-beheerders bepaalde informatie aan de bevoegde autoriteiten verstrekken, inclusief het percentage van de abi-activa waarvoor wegens de illiquide aard ervan bijzondere regelingen gelden. Deze verordening verduidelijkt de betekenis van bijzondere regelingen zodat abi-beheerders precies weten welke informatie zij aan de bevoegde autoriteiten moeten verstrekken.
- (4)
Richtlijn 2011/61/EU voorziet in een lichtere regeling die geldt voor die abi-beheerders welke portefeuilles van abi's beheren waarvan de totale beheerde activa de relevante drempels niet overschrijden. Het is noodzakelijk duidelijk de wijze te specificeren waarop de totale waarde van beheerde activa moet worden berekend. In deze context is het van essentieel belang de stappen te omschrijven die noodzakelijk zijn voor het berekenen van de totale waarde van de activa, duidelijk te bepalen welke activa niet worden meegerekend, te verduidelijken op welke wijze de middels het gebruik van hefboomfinanciering verworven activa moeten worden gewaardeerd en regels te geven voor de behandeling van gevallen van een kruislings belang van abi's die door dezelfde abi-beheerder wordt beheerd.
- (5)
De totale waarde van beheerde activa dient ten minste jaarlijks en onder gebruikmaking van actuele informatie te worden berekend. De waarde van activa moet bijgevolg in de twaalf maanden vóór de datum van berekening van de totale waarde van beheerde activa en zo dicht mogelijk bij die datum worden bepaald.
- (6)
Om ervoor te zorgen dan een abi-beheerder onder de lichtere regeling blijft vallen waarin Richtlijn 2011/61/EU voorziet, moet hij een procedure invoeren die het mogelijk maakt de totale waarde van beheerde activa doorlopend te observeren. De abi-beheerder mag de soorten beheerde abi's en de verschillende klassen van activa waarin is belegd in aanmerking nemen om te beoordelen of het waarschijnlijk is dat de drempel niet in acht wordt genomen of een bijkomende berekening noodzakelijk is.
- (7)
Indien een abi-beheerder niet langer aan de voorwaarden in verband met de drempels voldoet, moet hij zijn bevoegde autoriteit in kennis stellen en binnen 30 kalenderdagen een vergunning aanvragen. Indien echter binnen een gegeven kalenderjaar slechts af en toe drempels worden overschreden of onderschreden en dergelijke situaties als tijdelijk worden beschouwd, dient de abi-beheerder niet verplicht te worden een vergunning aan te vragen. In die gevallen moet de abi-beheerder de bevoegde autoriteit ervan op de hoogte brengen dat de drempel niet in acht is genomen en uitleggen waarom hij dit van tijdelijke aard acht. Een situatie die langer dan drie maanden duurt kan niet als tijdelijk worden beschouwd. Bij het beoordelen of het waarschijnlijk is dat een situatie tijdelijk is, moet de abi-beheerder rekening houden met verwachte inschrijvings- en terugbetalingsactiviteit of, indien toepasselijk, kapitaalopvragingen en kapitaaluitkeringen. De abi-beheerder mag bij deze beoordeling geen verwachte marktbewegingen gebruiken.
- (8)
Door abi-beheerders gebruikte gegevens om de totale waarde van beheerde activa te berekenen, dienen niet voor publiek of beleggers beschikbaar te zijn. Bevoegde autoriteiten moeten echter kunnen nagaan of abi-beheerders de totale waarde van beheerde activa juist berekenen en bewaken en kunnen beoordelen of op een bepaald moment de totale waarde van beheerde activa tijdelijk de relevante drempel overschrijdt en moeten bijgevolg op verzoek toegang hebben tot die gegevens.
- (9)
Het is belangrijk dat abi-beheerders die onder de lichtere regeling in Richtlijn 2011/61/EU vallen aan de bevoegde autoriteiten actuele informatie verstrekken op het moment van de registratie. Mogelijk beschikken niet alle soorten abi-beheerders over actuele aanbiedingsdocumenten die de jongste ontwikkelingen in verband met de abi's die zij beheren weerspiegelen en achten die abi-beheerders het handiger de vereiste informatie op te nemen in een afzonderlijk document waarin de beleggingsstrategie van het fonds wordt beschreven. Dit kan het geval zijn met private equity- of durfkapitaalfondsen, die vaak via onderhandelingen met potentiële beleggers geld aantrekken.
- (10)
Een abi die alleen gewone aandelen in beursgenoteerde ondernemingen heeft, dient niet als een abi met hefboomfinanciering te worden beschouwd zolang de gewone aandelen niet middels een lening zijn verworven. Indien dezelfde abi opties op een aandelenindex koopt, moet zij als abi met hefboomfinanciering worden beschouwd aangezien daardoor de blootstelling van de abi aan een gegeven instrument is verhoogd.
- (11)
Om een uniforme toepassing te garanderen van de verplichtingen van abi-beheerders om een objectief overzicht van de gebruikte hefboomfinanciering te verstrekken, is het noodzakelijk in twee methoden te voorzien om de hefboomfinanciering te berekenen. Zoals uit marktsituaties blijkt, kunnen de beste resultaten worden behaald door het combineren van de zogenaamde ‘brutomethode’ en de methode ‘op basis van gedane toezeggingen’.
- (12)
Teneinde passende informatie voor het bewaken van systeemrisico's te ontvangen en een volledig beeld van het gebruik van hefboomfinanciering door abi-beheerders te verkrijgen, moet informatie over de blootstelling van een abi aan bevoegde autoriteiten en beleggers op basis van zowel de ‘brutomethode’ als de methode ‘op basis van gedane toezeggingen’ worden verstrekt. De brutomethode levert de totale blootstelling van de abi op terwijl de methode op basis van gedane toezeggingen inzicht geeft in de door de beheerder gebruikte hedging- en salderingstechnieken; bijgevolg moeten beide methoden worden gecombineerd. Meer bepaald de mate waarin de totale blootstelling verschilt naargelang van gebruik van de brutomethode of de methode op basis van gedane toezeggingen kan nuttige informatie opleveren. Als dit noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat elke toename van de blootstelling van abi's op toereikende wijze wordt weerspiegeld, kan de Commissie bijkomende gedelegeerde handelingen betreffende een bijkomende en optionele methode voor de berekening van de hefboomfinanciering vaststellen.
- (13)
Bij berekening van de blootstelling moeten eerst alle posities van de abi, inclusief short- en longposities in activa en passiva, leningen, derivaten en elke andere methode om de blootstelling te vergroten indien de risico's en baten van activa of passiva voor de abi zijn, en alle andere posities waaruit de intrinsieke waarde is samengesteld, in aanmerking worden genomen.
- (14)
Door de abi aangegane leningsovereenkomsten moeten buiten beschouwing worden gelaten als zij van tijdelijke aard zijn en betrekking hebben op kapitaaltoezeggingen van beleggers en er volledig door gedekt zijn. Renouvellerende kredietfaciliteiten dienen niet als tijdelijk van aard te worden beschouwd.
- (15)
Naast het berekenen van de blootstelling met behulp van de brutomethode moeten alle abi-beheerders de blootstelling berekenen met behulp van de methode op basis van gedane toezeggingen. Volgens de methode op basis van gedane toezeggingen moeten financiële derivaten in gelijkwaardige posities in het onderliggende activum worden omgezet. Als echter een abi in bepaalde derivaten belegt om het marktrisico van andere activa waarin de abi belegt te neutraliseren, mogen die derivaten onder bepaalde omstandigheden niet in een gelijkwaardige positie in de onderliggende activa worden omgezet omdat de blootstellingen van de twee beleggingen elkaar in evenwicht houden. Dat zou het geval zijn indien bijvoorbeeld een abi-portefeuille belegd is in een bepaalde index en een derivaat omvat dat de prestaties van die index ruilt voor de prestaties van een andere index, hetgeen gelijkstaat met het bezitten van blootstelling aan de tweede index in de portefeuille waardoor de intrinsieke waarde van de abi niet van de prestaties van de eerste index afhangt.
- (16)
Bij berekening van blootstelling volgens de methode op basis van gedane toezeggingen geven derivaten die aan de criteria in deze verordening voldoen geen aanleiding tot incrementele blootstelling. Als de abi in indexfutures belegt en een geldpositie heeft gelijk aan de totale onderliggende marktwaarde van de futures zou dit aldus gelijkstaan aan het direct beleggen in indexaandelen en mag bijgevolg de indexfuture niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de blootstelling van de abi.
- (17)
Bij berekening van de blootstelling volgens de methode op basis van gedane toezeggingen moeten abi-beheerders hedging- en salderingsregelingen in aanmerking kunnen nemen mits deze de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen vervullen.
- (18)
Het vereiste dat salderingsregelingen op hetzelfde onderliggende activum betrekking hebben, moet strikt worden geïnterpreteerd zodat activa die de abi-beheerder als gelijkwaardig of in hoge mate gecorreleerd beschouwd, zoals andere aandelenklassen of door dezelfde emittent uitgegeven obligaties, voor de toepassing van salderingsregelingen niet als identiek mogen worden beschouwd. De definitie van salderingsregelingen is erop gericht te garanderen dat alleen die transacties welke de risico's in verband met andere transacties neutraliseren, waardoor geen materieel restrisico overblijft, in aanmerking worden genomen. Combinaties van transacties die erop gericht zijn rendement, hoe laag ook, te genereren door het verminderen van bepaalde risico's en het behouden van andere risico's mogen niet als salderingsregelingen worden beschouwd, zoals dat het geval is met arbitragebeleggingsstrategieën die ertoe strekken rendement te genereren door te profiteren van prijsverschillen tussen derivaten met dezelfde onderliggende waarde, maar met een andere looptijd.
- (19)
Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is door het combineren van een belegging in een langetermijnobligatie met een renteswap het durationrisico te verminderen, of door het aangaan van een shortpositie op obligatiefutures die representatief zijn voor het renterisico van de portefeuille de duration van een abi-obligatieportefeuille te verminderen (durationhedging), moet als een hedgingregeling worden beschouwd mits deze aan de hedgingcriteria voldoet.
- (20)
Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is de significante risico's in verband met een belegging in een goed gediversifieerde aandelenportefeuille te neutraliseren door het innemen van een shortpositie op een beursindexfuture moet, indien de samenstelling van de aandelenportefeuille zeer nauw aansluit bij die van de beursindex en het rendement ervan in hoge mate correleert met dat van de beursindex en indien de shortpositie op de beursindexfuture onbetwistbaar een vermindering van het algemene marktrisico in verband met de aandelenportefeuille mogelijk maakt en het specifieke risico insignificant is, zoals betahedging van een goed gediversifieerde aandelenportefeuille indien het specifieke risico als insignificant wordt beschouwd, geacht worden aan de hedgingcriteria te voldoen.
- (21)
Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is het risico in verband met een belegging in een vastrentende obligatie te neutraliseren door het combineren van een longpositie op een kredietverzuimwap en een renteswap die deze vaste rente ruilt voor een rente gelijk aan een passende geldmarktreferentierente vermeerderd met een spread moet als een hedgingregeling worden beschouwd indien in beginsel aan alle hedgingcriteria van de methode op basis van gedane toezeggingen is voldaan.
- (22)
Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is het risico van een gegeven aandeel te neutraliseren door het innemen van een shortpositie middels een derivatencontract op een aandeel dat verschilt van, maar sterk gecorreleerd is met dat eerste aandeel, mag niet geacht worden aan de hedgingcriteria te voldoen. Hoewel een dergelijke strategie berust op het innemen van tegengestelde posities in dezelfde activaklasse zorgt zij niet voor hedging van het specifieke risico in verband met de belegging in een bepaald aandeel. Bijgevolg mag zij niet als een hedgingregeling worden beschouwd als vastgesteld in de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen.
- (23)
Een portefeuillebeheerpraktijk die erop gericht is de alfa van een mandje aandelen (dat een beperkt aantal aandelen bevat) te behouden door het combineren van de belegging in dat mandje aandelen met een voor beta aangepaste shortpositie op een future op een beursindex mag niet geacht worden aan de hedgingcriteria te voldoen. Een dergelijke strategie is er niet op gericht de significante risico's in verband met de belegging in dat mandje aandelen te neutraliseren, maar de beta (marktrisico) van die belegging te neutraliseren en de alfa te behouden. De alfacomponent van het mandje aandelen kan de betacomponent overheersen en als zodanig tot verliezen bij de abi leiden. Om die reden mag zij niet als een hedgingregeling worden beschouwd.
- (24)
Een fusiearbitragestrategie is een strategie die een shortpositie op een aandeel met een longpositie op een ander aandeel combineert. Een dergelijke strategie is erop gericht de beta (marktrisico) van de posities af te dekken en een rendement te genereren dat verband houdt met de relatieve prestaties van beide aandelen. De alfacomponent van het mandje aandelen kan eveneens de betacomponent overheersen en als zodanig tot verliezen bij de abi leiden. Zij mag niet als een hedgingregeling worden beschouwd als vastgesteld in de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen.
- (25)
Een strategie die erop gericht is een longpositie in een aandeel of een obligatie af te dekken met behulp van gekochte kredietprotectie op deze emittent heeft betrekking op twee verschillende activaklassen en mag bijgevolg niet als een hedgingregeling worden beschouwd.
- (26)
Bij het gebruik van methoden die de blootstelling van een abi vergroten, moet de abi-beheerder algemene beginselen in acht nemen en bijvoorbeeld de inhoud van de transactie en de rechtsvorm ervan in aanmerking nemen. Meer bepaald met betrekking tot retrocessietransacties moet de abi-beheerder nagaan of de risico's en opbrengsten van de betrokken activa door de abi worden doorgegeven dan wel behouden. De abi-beheerder moet ook door derivaten of andere contractuele regelingen heen naar de onderliggende activa kijken om de mogelijke toekomstige toezeggingen van de abi als gevolg van die transacties te bepalen.
- (27)
Aangezien de methode op basis van gedane toezeggingen ertoe leidt dat rentes met een andere looptijd als verschillende onderliggend activa worden beschouwd, mogen abi's die volgens hun kernbeleggingsbeleid in de eerste plaats in rentederivaten beleggen specifieke durationsalderingregels gebruiken om rekening te houden met de correlatie tussen de looptijdbandbreedten van de rentecurve. Bij de vaststelling van haar beleggingsbeleid en risicoprofiel moet een abi het niveau van het renterisico en bijgevolg de streefduration ervan kunnen bepalen. De abi moet bij het maken van haar beleggingskeuzes rekening houden met de vooraf bepaalde streefduration. Wanneer de portefeuilleduration van de streefduration afwijkt, mag de strategie niet beschouwd worden als een durationsalderingregeling als vastgesteld in de criteria betreffende de methode op basis van gedane toezeggingen.
- (28)
Op grond van de durationsalderingregels is het toegestaan longposities te salderen met shortposities waarvan de onderliggende activa verschillende rentes zijn. De looptijden die als drempel van de looptijdbandbreedten dienen, zijn twee jaar, zeven jaar en vijftien jaar. Binnen dezelfde looptijdbandbreedte moet saldering van posities toegestaan zijn.
- (29)
Saldering van posities in twee verschillende looptijdbandbreedten moet gedeeltelijk toegestaan zijn. Op de gesaldeerde posities moeten sancties worden toegepast om enkel gedeeltelijke saldering toe te staan. Deze moeten worden uitgedrukt middels percentages op basis van de gemiddelde correlaties tussen de looptijdbandbreedten voor twee jaar, vijf jaar, tien jaar en dertig jaar van de rentecurve. Hoe langer het verschil tussen de looptijden van de posities, hoe strenger saldering ervan moet worden gesanctioneerd en hoe hoger bijgevolg het percentage moet zijn.
- (30)
Posities waarvan de gewijzigde duration veel langer is dan de gewijzigde duration van de gehele portefeuille zijn niet in overeenstemming met de beleggingsstrategie van de abi en het volledig salderen ervan mag niet worden toegestaan. Aldus mag het niet aanvaardbaar zijn een shortpositie met een looptijd van 18 maanden (looptijdbandbreedte 1) met een longpositie met een looptijd van 10 jaar (looptijdbandbreedte 3) te salderen als de streefduration van de abi ongeveer 2 jaar is.
- (31)
Bij de berekening van de blootstelling kunnen abi's eerst de hedgingregelingen identificeren. De bij deze regelingen betrokken derivaten worden vervolgens van de berekening van de algemene blootstelling uitgesloten. Abi's moeten een exacte berekening gebruiken bij hedgingregelingen. Abi's mogen geen durationsalderingregels gebruiken bij de berekening van de hedging. De durationsalderingregels mogen worden gebruikt om de resterende rentederivaten in hun overeenkomstige posities in onderliggende activa om te zetten.
- (32)
Ingevolge Richtlijn 2011/61/EU dient een abi-beheerder ervoor te zorgen dat de potentiële beroepsaansprakelijkheidsrisico's die uit zijn activiteiten voortvloeien op passende wijze middels bijkomend eigen vermogen of middels een beroepsaansprakelijkheidsverzekering zijn gedekt. Voor de uniforme toepassing van deze bepaling is consensus vereist over de te dekken potentiële beroepsaansprakelijkheidsrisico's. In de algemene specificatie van de risico's die voortvloeien uit een beroepsnalatigheid van de abi-beheerder moeten de kenmerken van de relevante risicogebeurtenissen worden bepaald en de reikwijdte van de potentiële beroepsaansprakelijkheid worden geïdentificeerd, inclusief bij schade of verlies veroorzaakt door personen die rechtstreeks activiteiten verrichten waarvoor de abi-beheerder juridisch verantwoordelijk is, zoals de bestuurders, directeurs of personeelsleden van de abi-beheerder, en personen die activiteiten verrichten uit hoofde van een met de abi-beheerder getroffen delegatieregeling. Overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2011/61/EU moet bij delegatie of onderdelegatie de aansprakelijkheid van de abi-beheerder onverlet blijven en dient de abi-beheerder in toereikende dekking te voorzien voor beroepsrisico's in verband met derden voor wie hij juridisch aansprakelijk is.
- (33)
Om consensus over de algemene specificatie te verzekeren, moet een lijst van voorbeelden als benchmark worden gebruikt voor het identificeren van potentiële risicogebeurtenissen ten aanzien van beroepsaansprakelijkheid. Die lijst moet een grote verscheidenheid van gebeurtenissen omvatten die voortvloeien uit onachtzaamheid, vergissingen of nalatigheid, zoals het verlies van bewijsstukken voor het eigendomsrecht op beleggingen, onjuiste voorstellingen, of niet-nakoming van de diverse verplichtingen of taken waarmee de abi-beheerder belast is. De lijst moet ook de nalatigheid omvatten om met behulp van toereikende internecontrolesystemen bedrieglijk gedrag binnen de organisatie van de abi-beheerder te voorkomen. Schade als gevolg van het nalatig zijn in het betrachten van voldoende gepaste zorgvuldigheid naar aanleiding van een bedrieglijk gebleken belegging zou ertoe leiden dat de abi-beheerder professioneel aansprakelijk is en die aansprakelijkheid dient op passende wijze gedekt te zijn. Verliezen doordat een belegging aan waarde heeft verloren als gevolg van ongunstige marktvoorwaarden dienen echter niet gedekt te zijn. De lijst moet ook niet naar behoren uitgevoerde waarderingen omvatten, waaronder dient te worden verstaan een waarderingsnalatigheid in strijd met artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU en de overeenkomstige gedelegeerde handelingen.
- (34)
Overeenkomstig hun risicobeheerverplichtingen moeten abi-beheerders over passende kwalitatieve internecontrolemechanismen beschikken om operationele nalatigheden, inclusief beroepsaansprakelijkelijkheidsrisico's, te vermijden of te beperken. Bijgevolg moet een abi-beheerder in het kader van zijn risicobeheerbeleid over toereikende gedragslijnen en procedures voor operationeel risicobeheer beschikken die aangepast zijn aan de aard, de schaal en de complexiteit van zijn bedrijf. Die procedures en gedragslijnen moeten het in ieder geval mogelijk maken een databank met verliesgegevens op te zetten ten behoeve van het beoordelen van het operationele risicoprofiel.
- (35)
Om ervoor te zorgen dat bijkomend eigen vermogen en beroepsaansprakelijkheidsverzekering potentiële beroepsaansprakelijkheidsrisico's dekken, moeten voor het bepalen van het gepaste dekkingsniveau kwantitatieve minimumbenchmarks worden vastgesteld. Dergelijke kwantitatieve benchmarks moeten door de abi-beheerder worden uitgedrukt als een specifiek percentage van de waarde van de portefeuilles van de beheerde abi's, berekend als de totale absolute waarde van alle activa van alle beheerde abi's, ongeacht of deze door het gebruik van hefboomfinanciering of met geld van de beleggers verworven zijn. In dit verband moeten derivaten tegen hun marktprijs worden gewaardeerd aangezien zij tegen die prijs zouden kunnen worden vervangen. Aangezien dekking middels beroepsaansprakelijkheidsverzekering uit de aard onzekerder is dan dekking door middel van bijkomend eigen vermogen, moeten verschillende percentages gelden voor de twee verschillende instrumenten die voor de dekking van het beroepsaansprakelijkheidsrisico worden gebruikt.
- (36)
Om ervoor te zorgen dat een beroepsaansprakelijkheidsverzekering daadwerkelijk verliezen dekt die uit verzekerde gebeurtenissen voortvloeien, moet zij worden afgesloten bij een verzekeringsonderneming die een vergunning heeft voor het aanbieden van beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Daartoe behoren EU-verzekeringsondernemingen en niet-EU-ondernemingen voor zover deze op grond van het uniale of nationale recht een dergelijke verzekeringsdienst mogen aanbieden.
- (37)
Om enige speelruimte te laten bij het ontwikkelen van passende beroepsaansprakelijkheidsverzekering moeten de abi-beheerder en de verzekeringsmaatschappij een akkoord kunnen sluiten over een clausule op grond waarvan een bepaald bedrag als eerste deel van elk verlies door de abi-beheerder wordt gedragen (eigen risico). Indien over een dergelijk eigen risico een akkoord wordt gesloten, moet de abi-beheerder eigen vermogen verstrekken dat met het door de abi-beheerder te dragen vastgestelde franchise overeenstemt. Dergelijk eigen vermogen dient bovenop het aanvangskapitaal van de abi-beheerder en het ingevolge artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU te verstrekken eigen vermogen van de abi-beheerder te komen.
- (38)
In beginsel moet de toereikendheid van de dekking via bijkomend eigen vermogen of beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten minste eenmaal per jaar worden getoetst. De abi-beheerder moet echter over procedures beschikken die doorlopende bewaking van de totale waarde van de beheerde abi-portefeuilles en doorlopende aanpassingen van het bedrag van dekking van beroepsaansprakelijkheidsrisico's waarborgen mochten er significante mismatches worden vastgesteld. Voorts kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van een abi-beheerder het minimumvereiste voor bijkomend eigen vermogen verlagen of verhogen na het in aanmerking nemen van het risicoprofiel van de abi-beheerder, zijn verliesgeschiedenis en de toereikendheid van zijn bijkomend eigen vermogen of beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
- (39)
Richtlijn 2011/61/EU vereist dat de abi-beheerder zich inzet voor de belangen van de abi, de beleggers in de abi en de integriteit van de markt. Abi-beheerders moeten bijgevolg passende gedragslijnen en procedures toepassen waardoor zij wanpraktijken zoals markttiming of late handel kunnen voorkomen. Markttimers profiteren van achterhaalde prijzen voor portefeuille-effecten die van invloed zijn op de berekening van de intrinsieke waarde van de abi of kopen rechten van deelneming van de abi en betalen deze binnen enkele dagen terug en profiteren van de manier waarop de intrinsieke waarde van de abi wordt berekend. Late handel houdt in dat orders worden geplaatst om rechten van deelneming van abi's na een bepaald afsluitmoment, maar tegen de prijs van vóór dat afsluitmoment, te kopen of terug te betalen. Beide wanpraktijken schaden de belangen van langetermijnbeleggers aangezien deze hun rendement verwateren en nadelige effecten hebben op het rendement van de abi omdat zij de transactiekosten verhogen en het portefeuillebeheer verstoren. Abi-beheerders moeten voorts passende procedures instellen om te garanderen dat de abi efficiënt wordt beheerd en moeten handelen op een wijze dat geen ongepaste kosten aan de abi en de beleggers worden aangerekend.
- (40)
Overeenkomstig de aanpak die voor icbe-beheerders geldt, moeten abi-beheerders een grote zorgvuldigheid bij de selectie en bewaking van beleggingen aan de dag leggen. Zij moeten over passende professionele expertise en kennis beschikken in verband met activa waarin abi's hebben belegd. Om te garanderen dat beleggingsbeslissingen met inachtneming van de beleggingsstrategie en, indien van toepassing, de risicolimieten van de beheerde abi's worden uitgevoerd, moeten abi-beheerders schriftelijke gedragslijnen en procedures inzake due diligence instellen en uitvoeren. Deze gedragslijnen en procedures dienen periodiek getoetst en geactualiseerd te worden. Wanneer abi-beheerders in bepaalde soorten activa voor de lange termijn, minder liquide activa zoals vastgoed of partnerschapsbelangen beleggen, moeten ook voor de onderhandelingsfase due diligence-vereisten gelden. De activiteiten die de abi-beheerder verricht alvorens een akkoord af te sluiten, moeten goed gedocumenteerd zijn om aan te tonen dat deze met het economische en financiële plan en derhalve met de duur van de abi overeenstemmen. Abi-beheerders moeten notulen van de relevante vergaderingen, de voorbereidende documentatie en de economische en financiële analyse die is verricht voor het beoordelen van de haalbaarheid van het project en de contractuele verbintenis bijhouden.
- (41)
De vereiste dat abi-beheerders met gepaste bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid handelen, moet ook gelden indien de abi-beheerder een prime broker of tegenpartij aanstelt. De abi-beheerder mag slechts die prime brokers en tegenpartijen selecteren en aanstellen welke aan doorlopend toezicht onderworpen zijn, financieel gezond zijn en over de noodzakelijke organisatiestructuur beschikken die aangepast is aan de diensten welke aan de abi-beheerder of de abi moeten worden verleend. Om ervoor te zorgen dat de belangen van beleggers toereikend worden beschermd, is het belangrijk te verduidelijken dat een van de criteria waaraan de financiële gezondheid dient te worden getoetst het feit is of prime brokers of tegenpartijen al dan niet aan relevante prudentiële regulering, inclusief toereikende kapitaalvereisten, en effectief toezicht zijn onderworpen.
- (42)
Overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, die vereist dat abi-beheerders loyaal, billijk en met de nodige bekwaamheid handelen, moeten personen die daadwerkelijk het bedrijf van de abi-beheerder leiden en die lid van het bestuursorgaan of, ingeval van entiteiten die geen bestuursorgaan hebben, van de directie zijn voldoende kennis, vaardigheden en ervaring hebben om hun taken uit te oefenen, met name om de risico's te begrijpen die met de activiteit van de abi-beheerder verband houden. Overeenkomstig het groenboek van de Commissie inzake corporate governance in de financiële sector (2) moeten personen die het bedrijf van de abi-beheerder daadwerkelijk leiden ook voldoende tijd besteden aan het verrichten van hun taken bij de abi-beheerder en eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest handelen om onder meer de beslissingen van de directie daadwerkelijk te beoordelen en ter discussie te stellen.
- (43)
Om te garanderen dat de relevante activiteiten naar behoren worden verricht, moeten abi-beheerder personeel in dienst hebben met de nodige vaardigheden, kennis en expertise om de aan hen opgedragen taken uit te voeren.
- (44)
Abi-beheerders die de dienst van beheer van individuele beleggingsportefeuilles aanbieden, moeten voldoen aan de inducementregels die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (3). Om redenen van consistentie moeten die beginselen zich uitstrekken tot abi-beheerders die de dienst van beheer van collectieve beleggingsportefeuilles en verhandeling aanbieden. In het jaarverslag van de abi-beheerder dient het bestaan, de aard en het bedrag van de vergoeding, de provisie of het voordeel of, indien het bedrag niet kan worden achterhaald, van de wijze van berekening van dit bedrag, te worden bekendgemaakt.
- (45)
Beleggers in abi's moeten soortgelijke bescherming genieten als cliënten van abi-beheerders aan wie abi-beheerders de dienst van het beheer van individuele beleggingsportefeuilles aanbieden omdat zij in een dergelijk geval moeten voldoen aan de regels inzake optimale uitvoering die zijn vastgesteld in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (4) en Richtlijn 2006/73/EG. Er moet echter met de verschillen tussen de diverse soorten activa waarin abi's hebben belegd rekening worden gehouden omdat optimale uitvoering bijvoorbeeld niet relevant is wanneer de abi-beheerder belegt in vastgoed of partnerschapsbelangen en de belegging gebeurt na uitgebreide onderhandelingen over de voorwaarden van de overeenkomst. Indien er geen keuze mogelijk is uit verschillende plaatsen van uitvoering moet de abi-beheerder ten genoegen van de bevoegde autoriteiten en auditors kunnen bewijzen dat er geen keuze mogelijk is uit verschillende plaatsen van uitvoering.
- (46)
Om redenen van consistentie met vereisten die voor icbe-beheerders gelden, moeten de regels inzake verwerking van orders en inzake samenvoeging en toewijzing van handelsorders voor abi-beheerders gelden wanneer zij beheer van collectieve beleggingsportefeuilles aanbieden. Dergelijke regels dienen echter niet te gelden indien de belegging in activa gebeurt na uitgebreide onderhandelingen over de voorwaarden van de overeenkomst, zoals bij belegging in vastgoed, partnerschapsbelangen of niet-beursgenoteerde ondernemingen, aangezien in dergelijke gevallen geen order wordt uitgevoerd.
- (47)
Het is belangrijk de situaties te specificeren waarin zich waarschijnlijk belangenconflicten zullen voordoen, met name indien er een vooruitzicht is op financieel gewin of vermijding van financieel verlies of indien financiële of andere prikkels worden verstrekt om het gedrag van de abi-beheerder op een dergelijke wijze te sturen dat het gunstig is voor bepaalde belangen die ten koste gaan van belangen van andere partijen, zoals een andere abi, haar cliënten, instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) of andere cliënten van de abi-beheerder.
- (48)
In het kader van het door de abi-beheerder ingestelde beleid inzake belangenconflicten moeten situaties worden geïdentificeerd waarin door de abi-beheerder uitgevoerde activiteiten belangenconflicten kunnen vormen die wel of niet tot potentiële risico's leiden van beschadiging van de belangen van de abi of de belangen van haar beleggers. Om deze te identificeren, moet de abi-beheerder niet alleen rekening houden met de activiteit van beheer van collectieve beleggingsportefeuilles, maar ook met andere activiteiten die hij mag uitvoeren, inclusief activiteiten van zijn gedelegeerden, gesubdelegeerden, externe taxateur of tegenpartij.
- (49)
Overeenkomstig de aanpak die in Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (5) voor icbe-beheermaatschappijen en in Richtlijn 2004/39/EG voor beleggingsondernemingen in aanmerking wordt genomen, moeten abi-beheerders procedures en maatregelen vaststellen om te verzekeren dat relevante personen die betrokken zijn bij verschillende bedrijfsactiviteiten welke belangenconflicten met zich mee kunnen brengen deze activiteiten op een onafhankelijk niveau uitvoeren, aangepast aan de omvang en de activiteiten van de abi-beheerder.
- (50)
Het is van essentieel belang te voorzien in een algemeen kader overeenkomstig hetwelk belangenconflicten in voorkomend geval moeten worden beheerd en openbaargemaakt. De in dergelijke situaties te volgen nadere stappen en procedures moeten in het kader van het door de abi-beheerder in te voeren beleid inzake belangenconflicten worden verduidelijkt.
- (51)
Een van de centrale componenten van een risicobeheersysteem is een permanente risicobeheerfunctie. Ter wille van de consistentie moeten de taken en verantwoordelijkheden ervan vergelijkbaar zijn met die welke bij Richtlijn 2010/43/EU van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft organisatorische eisen, belangenconflicten, bedrijfsvoering, risicobeheer en inhoud van de overeenkomst tussen een bewaarder en een beheermaatschappij (6) aan de permanente risicobeheerfunctie in icbe-beheermaatschappijen worden toegewezen. Deze functie moet een hoofdrol spelen bij het vormgeven van het risicobeleid van de abi, de risicobewaking en de risicometing om ervoor te zorgen dat het risiconiveau doorlopend aan het risicoprofiel van de abi voldoet. De permanente risicobeheerfunctie moet beschikken over het noodzakelijke gezag, toegang tot alle relevante informatie en regelmatige contacten met de directie en het bestuursorgaan van de abi-beheerders om aan hen actualiseringen te verstrekken zodat zij indien nodig snel herstelmaatregelen kunnen nemen.
- (52)
Het risicobeheerbeleid vormt een andere pijler van het risicobeheersysteem. Dat beleid moet op passende wijze zijn gedocumenteerd en toelichting omvatten over met name maatregelen en procedures die worden ingezet om risico's te meten en te beheren, voorzorgsmaatregelen voor onafhankelijke uitvoering van de risicobeheerfunctie, voor het beheren van risico's gebruikte technieken en bijzonderheden inzake de toewijzing van verantwoordelijkheden inzake risicobeheer en operationele procedures binnen de abi-beheerder. Om de doeltreffendheid ervan te verzekeren, moet het risicobeheerbeleid ten minste jaarlijks door de directie worden getoetst.
- (53)
Zoals vereist bij Richtlijn 2011/61/EU moet de functie van risicobeheer functioneel en hiërarchisch gescheiden zijn van de uitvoerende afdelingen. Aldus moet worden verduidelijkt dat die scheiding tot aan het bestuursorgaan van de abi-beheerder moet zijn doorgetrokken en dat diegenen die met de risicobeheerfunctie belast zijn geen conflicterende taken mogen uitvoeren of onder toezicht mogen staan van iemand die met conflicterende taken is belast.
- (54)
Het is van essentieel belang de voorzorgsmaatregelen te specificeren die door de abi-beheerder in ieder geval moeten worden aangewend om de onafhankelijke uitvoering van de risicobeheerfunctie te verzekeren en met name te verzekeren dat aan diegenen die de risicobeheerfunctie verrichten geen conflicterende taken worden toevertrouwd, dat zij beslissingen nemen op basis van gegevens die zij op passende wijze kunnen beoordelen en dat het besluitvormingsproces kan worden getoetst.
- (55)
Hoewel Richtlijn 2011/61/EU geen beleggingsbeperkingen aan abi's oplegt, kunnen de door elke abi gelopen risico's niet effectief worden beheerd als door abi-beheerders niet vooraf risicolimieten zijn vastgesteld. De risicolimieten moeten in overeenstemming zijn met het risicoprofiel van de abi en moeten aan beleggers worden bekendgemaakt overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU.
- (56)
Om redenen van consistentie steunen de vereisten betreffende identificatie, meting en bewaking van risico's op soortgelijke bepalingen van Richtlijn 2010/43/EU. Abi-beheerders moeten op passende wijze met de mogelijke gevoeligheid van hun risicometingstechnieken en -modellen omgaan door stresstests, backtests en scenarioanalyse uit te voeren. Indien uit stresstests en scenarioanalyse een bepaalde gevoeligheid voor een gegeven reeks omstandigheden blijkt, moeten abi-beheerders onmiddellijk optreden en corrigerende maatregelen nemen.
- (57)
Richtlijn 2011/61/EU vereist dat de Commissie de liquiditeitsbeheersystemen en -procedures specificeert die de abi-beheerder in staat stellen het liquiditeitsrisico van de abi te bewaken, behalve indien de abi een abi zonder hefboomfinanciering van het closed-end-type is, en waarborgen dat het liquiditeitsprofiel van de beleggingen van de abi met haar onderliggende verplichtingen overeenkomt. Bijgevolg is het belangrijk voor alle abi-beheerders fundamentele algemene vereisten vast te stellen waarvan de toepassing aangepast moet zijn aan de omvang, de structuur en de aard van de door de betrokken abi-beheerder beheerde abi's.
- (58)
Abi-beheerders moeten ten genoegen van hun bevoegde autoriteiten kunnen aantonen dat passende en effectieve liquiditeitsbeheergedragslijnen en -procedures zijn ingevoerd. Daartoe moet op gepaste wijze rekening worden gehouden met de aard van de abi, inclusief het soort onderliggende activa en de mate waarin de abi aan liquiditeitsrisico is blootgesteld, de schaal en de complexiteit van de abi of de complexiteit van het proces om activa te liquideren of te verkopen.
- (59)
Liquiditeitsbeheersystemen en -procedures kunnen abi-beheerders in staat stellen de instrumenten en regelingen toe te passen die noodzakelijk zijn om met illiquide activa en daarmee verband houdende waarderingsproblemen om te gaan teneinde aan terugbetalingsverzoeken te voldoen. Dergelijke instrumenten en regelingen kunnen, indien toegestaan op grond van het nationale recht, gates, gedeeltelijke terugbetalingen, tijdelijke leningen, opzeggingstermijnen en pools van liquide activa omvatten. ‘Side pockets’ en andere mechanismen waarbij bepaalde activa van de abi aan soortgelijke regelingen tussen de abi en haar beleggers onderworpen zijn, moeten als ‘bijzondere regelingen’ worden beschouwd omdat zij van invloed zijn op de specifieke terugbetalingsrechten van de beleggers in de abi. De opschorting van terugbetalingsmechanismen van een abi mag niet als een bijzondere regeling worden beschouwd aangezien deze op alle activa van de abi en alle abi-beleggers van toepassing is. Het gebruik van instrumenten en bijzondere regelingen om liquiditeit te beheren, moet afhankelijk worden gesteld van concrete omstandigheden en moet variëren volgens de aard, de schaal en de beleggingsstrategie van de abi.
- (60)
Het vereiste om het liquiditeitsbeheer van onderliggende instellingen voor collectieve belegging waarin abi's beleggen te bewaken alsook de vereisten om instrumenten en regelingen in te voeren om liquiditeitsrisico te beheren en belangenconflicten tussen beleggers te identificeren, te beheren en te bewaken, mag niet gelden voor abi-beheerders die abi's van het closed-end-type beheren, ongeacht of zij geacht worden hefboomfinanciering aan te wenden. De vrijstelling van die liquiditeitsbeheervereisten in verband met terugbetaling moet de verschillen in de algemene terugbetalingsvoorwaarden van beleggers in een abi van het closed-end-type vergeleken met die in een abi van het open-ended-type weerspiegelen.
- (61)
Het gebruik van minimumlimieten betreffende de liquiditeit of illiquiditeit van de abi kan voor bepaalde soorten abi-beheerders een effectief bewakinginstrument vormen. Overschrijding van een limiet vereist op zich mogelijk geen optreden van de abi-beheerder aangezien dit van de feiten en omstandigheden en de door de abi-beheerder vastgestelde toleranties afhangt. In de praktijk kunnen limieten aldus worden gebruikt om de gemiddelde dagelijkse terugbetaling in vergelijking met de fondsliquiditeit in termen van dagen gedurende dezelfde periode te bewaken. Daarvan zou ook gebruik kunnen worden gemaakt om ter ondersteuning van stresstestscenario's de beleggersconcentratie te bewaken. Die limieten zouden triggers kunnen zijn voor, afhankelijk van de omstandigheden, constante bewaking of verhelpende actie.
- (62)
Bij de stresstests moeten, indien passend, tekort aan liquiditeit van de activa alsook atypische terugbetalingsverzoeken worden gesimuleerd. Er dient met recente en verwachte toekomstige inschrijvingen en terugbetalingen alsook met de impact van de verwachte abi-prestaties in vergelijking met fondsen met een vergelijkbare activiteit rekening te worden gehouden. De abi-beheerder moet nagaan hoeveel tijd nodig is om in de gesimuleerde stress-scenario's aan de terugbetalingsverzoeken te voldoen. De abi-beheerder moet eveneens stresstests uitvoeren in verband met marktfactoren zoals wisselkoersbewegingen die materieel een impact op het kredietprofiel van de abi-beheerder of dat van de abi en bijgevolg de zekerheidsvereisten kunnen hebben. De abi-beheerder moet in zijn aanpak van stresstests of scenarionanalyse rekening houden met de gevoeligheid van waarderingen in stressomstandigheden.
- (63)
De frequentie waarmee stresstests moeten worden verricht, moet afhangen van de aard van de abi, de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel, het soort belegger en het terugbetalingsbeleid van de abi. Verwacht wordt echter dat die tests ten minste jaarlijks worden verricht. Wanneer uit de stresstests een significant hoger dan verwacht liquiditeitsrisico blijkt, moet de abi-beheerder handelen in het belang van alle abi-beleggers, rekening houdend met het liquiditeitsprofiel van de activa van de abi, het niveau van terugbetalingsverzoeken en indien passend de toereikendheid van de liquiditeitsbeheergedragslijnen en -procedures.
- (64)
Richtlijn 2011/61/EU vereist dat de Commissie specificeert op welke wijze de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid op elkaar moeten worden afgestemd. De consistentie tussen die drie elementen is gewaarborgd als beleggers hun beleggingen overeenkomstig het abi-terugbetalingsbeleid, waarbij voorwaarden voor terugbetaling in zowel normale als uitzonderlijke omstandigheden moeten zijn vastgesteld, en op een wijze waarbij beleggers eerlijk worden behandeld, terugbetaald kunnen krijgen.
- (65)
Richtlijn 2011/61/EU vereist sectoroverschrijdende consistentie en het opheffen van slechte afstemming tussen de belangen van initiators die leningen tot verhandelbare effecten herverpakken en abi-beheerders die namens abi's in die effecten of andere financiële instrumenten beleggen. Om dat doel te bereiken, is rekening gehouden met de relevante bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (7) waarin de kwantitatieve en kwalitatieve vereisten zijn vastgesteld waaraan door aan het kredietrisico van een securitisatie blootgestelde beleggers, door initiators en door sponsors moet worden voldaan. Aangezien dezelfde doelstelling van afstemming van de belangen van de initiator of de sponsor en de belangen van beleggers door deze verordening en de relevante bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG wordt nagestreefd, is het van essentieel belang dat de terminologie in beide rechtshandelingen consistent wordt gebruikt; bijgevolg gelden de definities in Richtlijn 2006/48/EG als referentie. Aangezien het Comité van Europese bankentoezichthouders, de voorganger van de Europese Bankautoriteit, nadere richtsnoeren voor de interpretatie van de relevante bepalingen van Richtlijn 2006/48/EG heeft gegeven (8), dienen voor het totstandbrengen van sectoroverschrijdende consistentie de huidige bepalingen die erop gericht zijn de belangen van de initiators, sponsors en abi-beheerders op elkaar af te
- (66)
Het is belangrijk dat transacties waarbij leningen in verhandelbare effecten worden herverpakt niet op zodanig wijze zijn gestructureerd dat de toepassing van de vereisten betreffende beleggingen in securitisatieposities wordt vermeden. Bijgevolg dient een belegging in verhandelbare effecten of andere financiële instrumenten op basis van herverpakte leningen niet strikt als een rechtsgeldige en bindende overdracht van het eigendomsrecht op dergelijke instrumenten, maar als een belegging in materiële economische zin worden geïnterpreteerd, zodat alle andere vormen van synthetische beleggingen hieronder moeten vallen en aan de specifieke vereisten onderworpen moeten zijn. Om misverstanden te vermijden en de taal af te stemmen op die welke in de bankwetgeving wordt gebruikt, moeten de termen ‘aanvaarding van blootstelling aan het kredietrisico van een securitisatie’ worden gebruikt in plaats van ‘belegging in verhandelbare effecten of andere financiële instrumenten op basis van herverpakte leningen’.
- (67)
De vereisten waaraan door instellingen die als initiator, sponsor of oorspronkelijke verstrekker van een securitisatie optreden, moet worden voldaan, worden hen rechtstreeks opgelegd middels Richtlijn 2006/48/EG. Het is bijgevolg belangrijk de overeenkomstige taken te beschrijven van een abi-beheerder die blootstelling aan securitisaties aanvaardt. Bijgevolg mag de abi-beheerder blootsteling aan securitisaties enkel aanvaarden als de initiator, de sponsor of de oorspronkelijke verstrekker aan de abi-beheerder expliciet heeft bekendgemaakt dat hij een significant economisch belang in het onderliggende activum behoudt, bekend als behoudvereiste. Voorts moet de abi-beheerder garanderen dat diverse kwalitatieve vereisten die via Richtlijn 2006/48/EG aan de sponsor en de initiator worden opgelegd, worden nageleefd. Bovendien moet de abi-beheerder zelf aan kwalitatieve vereisten voldoen om de securitisatiebelegging en de onderliggende blootstelling geheel en diepgaand te begrijpen. Om dat doel te bereiken, mogen abi-beheerders hun beleggingsbeslissing pas nemen na het verrichten van zorgvuldige due diligence, die hun voldoende kennis van en informatie over de betrokken securitisaties heeft opgeleverd.
- (68)
Er zijn omstandigheden waarin entiteiten voldoen aan de definitie van initiator of sponsor, of de rol van oorspronkelijke verstrekker vervullen; het kan echter voorkomen dat een andere entiteit die noch aan de definitie van initiator of sponsor voldoet, noch de rol van oorspronkelijke verstrekker vervult — maar waarvan de belangen optimaal op die van beleggers zijn afgestemd — tracht de behoudvereiste te vervullen. Ter wille van de rechtszekerheid dient een dergelijke andere entiteit niet verplicht worden de behoudvereiste te vervullen als de behoudvereiste door de initiator, de sponsor of de oorspronkelijke verstrekker wordt vervuld.
- (69)
Bij een inbreuk op de behoudvereiste of de kwalitatieve vereisten moet de abi-beheerder overwegen bepaalde corrigerende maatregelen te nemen, zoals hedging, verkoop of vermindering van de blootstelling of het benaderen van de partij die de behoudvereiste overtreedt om deze opnieuw na te leven. Dergelijke corrigerende maatregelen moeten altijd in het belang zijn van de beleggers en mogen geen rechtstreekse verplichting inhouden om de activa onmiddellijk te verkopen nadat de inbreuk is gebleken, waardoor een ‘verkoop tegen afbraakprijzen’ wordt vermeden. De abi-beheerder moet met de inbreuk rekening houden wanneer hij overweegt nog een belegging te doen in een nieuwe transactie waarbij de partij die inbreuk maakt op de vereiste betrokken is.
- (70)
Teneinde te voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU om interne procedures en organisatorische regelingen te specificeren die elke abi-beheerder moet toepassen, moeten abi-beheerders verplicht worden een goed gedocumenteerde organisatiestructuur in te stellen die duidelijk verantwoordelijkheden toewijst, controlemechanismen bepaalt en een goede informatiestroom tussen alle betrokken partijen waarborgt. Abi-beheerders moeten ook systemen opzetten om informatie te beveiligen en bedrijfscontinuïteit te verzekeren. Bij het instellen van die procedures en structuren moeten abi-beheerders rekening houden met het evenredigheidsbeginsel op grond waarvan procedures, mechanismen en de organisatiestructuur mogen worden afgestemd op de aard, de schaal en de complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en op de aard en de reikwijdte van de activiteiten die in het kader van zijn bedrijf worden uitgevoerd.
- (71)
Informatieverstrekking aan beleggers is van primordiaal belang om die beleggers te beschermen, dus moeten abi-beheerders passende gedragslijnen en procedures uitvoeren om ervoor te zorgen dat de terugbetalingsvoorwaarden die op een bepaalde abi van toepassing zijn voldoende gedetailleerd en voldoende opvallend aan beleggers worden bekendgemaakt voordat zij beleggen en in geval van materiële wijzigingen. Daartoe kunnen behoren bekendmaking van opzeggingstermijnen in verband met terugbetalingen, bijzonderheden inzake lock-upperiodes, vermelding van omstandigheden waarin normale terugbetalingsmechanismen mogelijk niet van toepassing zijn of worden opgeschort, en bijzonderheden inzake alle maatregelen die door het bestuursorgaan kunnen worden overwogen, zoals gates, side pocketing, aangezien deze een impact hebben op de specifieke terugbetalingsrechten van beleggers in de gegeven abi.
- (72)
Teneinde ervoor te zorgen dat de relevante activiteiten naar behoren worden verricht, moeten abi-beheerders met name van geschikte elektronische systemen gebruikmaken om de vastleggingsvereisten ten aanzien van portefeuilletransacties of inschrijvings- en terugbetalingsorders te vervullen en gedragsregels en procedures op het gebied van financiële verslaggeving instellen, uitvoeren en aanhouden om te garanderen dat de berekening van de intrinsieke waarde wordt uitgevoerd als vereist in Richtlijn 2011/61/EU en deze verordening.
- (73)
Om consistentie met de bij Richtlijn 2009/65/EG aan icbe-beheerders opgelegde vereisten te garanderen, moeten aan het bestuursorgaan, de directie of, indien relevant, de toezichtfunctie van de abi-beheerder soortgelijke taken worden toevertrouwd waaraan toereikende verantwoordelijkheden moeten worden toegewezen. Een dergelijke toewijzing van verantwoordelijkheden moet echter in overeenstemming zijn met de taak en verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan, de directie en de toezichtfunctie op grond van het toepasselijke nationale recht. De directie kan sommige of alle leden van het bestuursorgaan omvatten.
- (74)
De vereiste om een permanente en effectieve compliancefunctie in te stellen, moet door de abi-beheerder te allen tijde worden vervuld, ongeacht de omvang en de complexiteit van zijn bedrijf. Bijzonderheden inzake de technische en personele organisatie van de compliancefunctie moeten echter afgestemd zijn op de aard, de schaal en de complexiteit van het bedrijf van de abi-beheerder en de aard en het gamma van zijn diensten en activiteiten. De abi-beheerder dient niet verplicht te worden een onafhankelijke compliance-eenheid op te richten als een dergelijke vereiste onevenredig zou zijn gezien de omvang van de abi-beheerder of de aard, de schaal en de complexiteit van zijn bedrijf.
- (75)
Waarderingsstandaarden verschillen per rechtsgebied en activaklasse. Deze verordening moet de gemeenschappelijke algemene regels aanvullen en benchmarks vaststellen voor abi-beheerders bij het ontwikkelen en uitvoeren van passende en consistente gedragsregels en procedures voor de behoorlijke en onafhankelijke waardering van de activa van abi's. De gedragsregels en procedures moeten de verplichtingen, taken en verantwoordelijkheden beschrijven die betrekking hebben op alle bij de waardering betrokken partijen, inclusief externe taxateurs.
- (76)
De waarde van activa kan op verschillende manieren worden bepaald, zoals door verwijzing naar waarneembare koersen op een actieve markt of middels een raming met behulp van andere waarderingsmethodieken overeenkomstig het nationale recht, de abi-regels of de abi-statuten. Aangezien de waarde van afzonderlijke activa en passiva aan de hand van verschillende methodieken kan worden bepaald en aan verschillende bronnen kan worden ontleend, moet de abi-beheerder de waarderingstechnieken die hij gebruikt, bepalen en beschrijven.
- (77)
Indien voor het waarderen van activa een model wordt gebruikt, moeten in de waarderingsprocedures en -gedragsregels de hoofdkenmerken van het model worden vermeld. Alvorens dat model wordt gebruikt, moet het onderworpen worden aan een validatieproces dat wordt uitgevoerd door een interne of externe persoon die niet bij het proces van ontwikkeling van het model was betrokken. Een persoon moet worden geacht gekwalificeerd te zijn voor het uitvoeren van een validatieproces met betrekking tot het model dat wordt gebruikt om activa te waarderen als hij in het bezit is van toereikende vakbekwaamheid en ervaring in de waardering van activa door middel van dergelijke modellen; een dergelijke persoon kan een auditor zijn.
- (78)
Aangezien abi's opereren in een dynamische omgeving waar beleggingsstrategieën na verloop van tijd kunnen veranderen, moeten waarderingsgedragsregels en -procedures ten minste jaarlijks en in ieder geval voordat abi's met een nieuwe beleggingsstrategie of een nieuw soort activum werken, worden getoetst. Alle wijzigingen in de waarderingsgedragsregels en -procedures, inclusief waarderingsmethodieken, moeten een voorafbepaald proces volgen.
- (79)
De abi-beheerder moet garanderen dat de afzonderlijke activa van een abi naar behoren zijn gewaardeerd, overeenkomstig de waarderingsgedragsregels en -procedures. Voor bepaalde activa, met name complexe en illiquide financiële instrumenten, is er een hoger risico van ongepaste waardering. Om een dergelijke situatie aan te pakken, moet de abi-beheerder voldoende controles invoeren om te garanderen dat een passende mate van objectiviteit aan de waarde van de activa van de abi kan worden gehecht.
- (80)
Berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming of aandeel is onderworpen aan nationaal recht en, naargelang van de situatie, het fondsreglement of de statuten. Deze verordening geldt alleen voor de procedure voor de berekening, en niet de methodologie van de berekening. De abi-beheerder mag zelf de berekening van de intrinsieke waarde per recht van deelneming of per aandeel uitvoeren uit hoofde van de administratietaken die hij voor de abi verricht. Bij wijze van alternatief mag een derde worden aangesteld om administratie, inclusief berekening van de intrinsieke waarde, te verrichten. Een derde die de berekening van de intrinsieke waarde voor een abi uitvoert, mag voor de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU niet als een externe taxateur worden beschouwd zolang hij geen waarderingen voor afzonderlijke activa, inclusief die welke subjectieve beoordeling vereisen, verstrekt, maar bij het berekeningsproces waarden betrekt die van de abi-beheerder, prijsstellingsbronnen of een externe taxateur zijn verkregen.
- (81)
Er zijn waarderingsprocedures die dagelijks kunnen worden verricht zoals de waardering van financiële instrumenten, maar er zijn ook waarderingsprocedures die niet met dezelfde frequentie als uitgiftes, inschrijvingen, terugbetalingen en intrekkingen kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld de waardering van vastgoed. Bij het bepalen van de frequentie van de waardering van de activa die door een open-ended fonds worden aangehouden, moet rekening worden gehouden met de verschillen in waarderingsprocedures met betrekking tot de soorten activa die door de abi worden aangehouden.
- (82)
De strikte vereisten en beperkingen waaraan moet worden voldaan wanneer een abi-beheerder voornemens is de uitvoering van taken te delegeren, zijn omschreven in Richtlijn 2011/61/EU. De abi-beheerder blijft te allen tijde geheel verantwoordelijk voor de behoorlijke uitvoering van de gedelegeerde taken en de naleving daarbij van Richtlijn 2011/61/EU. De abi-beheerder moet bijgevolg garanderen dat de gedelegeerde de kwaliteitsstandaarden uitvoert en toepast die door de abi-beheerder zelf zouden worden toegepast. Tevens moet, als dat noodzakelijk is om te garanderen dat gedelegeerde taken op een consistent hoog niveau worden uitgevoerd, de abi-beheerder in staat zijn de delegatie te beëindigen en moet de delegatieregeling bijgevolg in soepele beëindigingsrechten voor de abi-beheerder voorzien. De delegatiebeperkingen en -vereisten moeten gelden voor de beheertaken die zijn omschreven in bijlage I van Richtlijn 2011/61/EU, terwijl ondersteunende taken zoals administratieve of technische taken ter ondersteuning van de beheertaken zoals logistieke steun in de vorm van schoonmaak, catering en inkoop van basisdiensten of basisproducten, niet geacht mogen worden delegatie van abi-beheerderstaken in te houden. Andere voorbeelden van technische of administratieve taken zijn het kopen van standaardsoftware ‘uit voorraad’ en het inschakelen van softwareaanbieders voor operationele ad-hocbijstand met betrekking tot uit voorraad geleverde systemen of het verstrekken van human resources-ondersteuning zoals aantrekken van tijdelijke werknemers of loonadministratie.
- (83)
Om een hoog niveau van bescherming van beleggers te garanderen en de efficiëntie van de bedrijfsvoering van de abi-beheerder te vergroten, moet de delegatie geheel op objectieve redenen steunen. Bij de beoordeling van die redenen moeten de bevoegde autoriteiten rekening houden met de structuur van de delegatie en de impact ervan op de structuur van de abi-beheerder en de interactie van de gedelegeerde activiteiten met de activiteiten die bij de abi-beheerder blijven.
- (84)
Om te beoordelen of de persoon die het bedrijf van de gedelegeerde daadwerkelijk uitoefent een voldoende goede reputatie geniet, moet worden nagegaan op welke wijze de persoon zijn bedrijf uitoefent en of hij overtredingen betreffende financiële activiteiten heeft begaan. Alle andere relevante informatie betreffende persoonlijke eigenschappen die een negatieve invloed op de bedrijfsuitoefening van de persoon kunnen hebben, zoals twijfels aan zijn eerlijkheid en integriteit, moet in aanmerking worden genomen bij het beoordelen van het vereiste van voldoende goede reputatie.
- (85)
Op grond van Richtlijn 2009/65/EG vergunninghoudende beleggingsmaatschappijen worden niet geacht ondernemingen te zijn die een vergunning hebben of geregistreerd zijn voor het verrichten van vermogensbeheer en onder toezicht te staan omdat zij op grond van die richtlijn geen andere activiteiten dan beheer van collectieve beleggingsportefeuilles mogen uitoefenen. Evenzo mag een intern beheerde abi niet geacht worden tot de groep van die ondernemingen te behoren omdat deze geen andere activiteiten dan het interne beheer van de abi mogen uitoefenen.
- (86)
Indien de delegatie betrekking heeft op portefeuillebeheer of risicobeheer, die de kernactiviteit van de abi-beheerder vormen en bijgevolg in hoge mate relevant zijn voor de bescherming van beleggers en het systeemrisico, moeten, behalve de vereisten van artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/61/EU, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de abi-beheerder en de toezichthoudende autoriteit van de onderneming van het derde land een samenwerkingsregeling op basis van een schriftelijke overeenkomst sluiten. De regeling moet in werking zijn vóór de delegatie plaatsvindt. In de bijzonderheden inzake die overeenkomst moeten internationale standaarden in aanmerking worden genomen.
- (87)
In schriftelijke regelingen moet aan bevoegde autoriteiten het recht toegewezen worden om inspecties ter plaatse uit te voeren, inclusief indien zij de op de onderneming toezicht houdende autoriteit van het derde land, waaraan taken zijn gedelegeerd, verzoeken inspecties ter plaatse uit te voeren en indien zij de toezichthoudende autoriteit van het derde land om toestemming verzoeken om de inspectie zelf uit te voeren, of om personeel van de toezichthoudende autoriteit van het derde land te vergezellen teneinde hen bij te staan bij het uitvoeren van inspecties ter plaatse.
- (88)
Op basis van de in Richtlijn 2011/61/EU vastgestelde verplichtingen moeten abi-beheerders altijd de belangen behartigen van de abi's of de beleggers in de abi's die zij beheren. Bijgevolg mag delegatie slechts zijn toegestaan als een abi-beheerder er daardoor niet van wordt weerhouden bij zijn handelen of zijn beheer van de abi de belangen van de beleggers te behartigen.
- (89)
Om een hoog niveau van bescherming van beleggers te behouden, moeten voor elke delegatie mogelijke belangenconflicten in aanmerking genomen worden. Aan de hand van verschillende criteria moeten benchmarks worden vastgesteld om situaties te identificeren die in een materieel belangenconflict zouden resulteren. Die criteria moeten geacht worden niet-exhaustief te zijn en in te houden dat niet-materiële belangenconflicten eveneens relevant zijn voor de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU. Aldus moet de uitvoering van compliance- of audittaken geacht worden met portefeuillebeheertaken te conflicteren, terwijl marketmaking of emissiegarantie geacht moeten worden met portefeuille- of risicobeheer te conflicteren. Die verplichting doet geen afbreuk aan de verplichting van de gedelegeerde om de taken van portefeuille- en risicobeheer functioneel en hiërarchisch van elkaar te scheiden overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2011/61/EU.
- (90)
De vereisten die gelden voor de delegatie van het uitvoeren van taken namens de abi-beheerder moeten van overeenkomstige toepassing zijn indien de gedelegeerde een van de aan hem gedelegeerde taken subdelegeert en ook in geval van elke verdere subdelegatie.
- (91)
Om ervoor te zorgen dat de abi-beheerder in ieder geval beleggingsbeheertaken verricht, mag de abi-beheerder zijn taken niet in die mate delegeren dat hij in wezen niet meer als de beheerder van de abi kan worden beschouwd en hij een brievenbusentiteit wordt. De abi-beheerder moet te allen tijde voldoende middelen behouden om efficiënt toezicht te houden op de gedelegeerde taken. De abi-beheerder moet zelf beleggingsbeheertaken verrichten, over de noodzakelijke expertise en middelen beschikken, de bevoegdheid behouden om beslissingen te nemen die onder de verantwoordelijkheid van de directie vallen en taken in verband met de directie verrichten, hetgeen uitvoering van het algemene beleggingsbeleid en beleggingsstrategieën kan omvatten.
- (92)
De beoordeling van een delegatiestructuur is een complexe oefening die gebaseerd moet zijn op een reeks criteria opdat de bevoegde autoriteiten hun oordeel kunnen vormen. De combinatie is noodzakelijk om rekening te houden met de verscheidenheid van fondsconstructies en beleggingsstrategieën in heel de Unie. De ESMA mag richtsnoeren ontwikkelen om een consistente beoordeling van delegatiestructuren in heel de Unie te garanderen.
- (93)
De Commissie monitort de wijze waarop de criteria worden toegepast en de impact ervan op de markten. De Commissie toetst de situatie na twee jaar en neemt, mocht dit noodzakelijk blijken, passende maatregelen om de criteria nader te bepalen op grond waarvan de abi-beheerder geacht wordt zijn taken in die mate te hebben gedelegeerd dat hij een brievenbusmaatschappij wordt en niet langer als de beheerder van de abi kan worden beschouwd.
- (94)
Richtlijn 2011/61/EU stelt een uitgebreid geheel van vereisten betreffende de bewaarder van een abi vast teneinde een hoog niveau van bescherming van beleggers te garanderen. De respectieve concrete rechten en verplichtingen van de bewaarder, de abi-beheerder en, naargelang van het geval, de abi en derden moeten bijgevolg duidelijk worden omschreven. Het schriftelijk contract moet alle bijzonderheden bevatten die noodzakelijk zijn voor de passende veilige bewaring van alle activa van de abi door de bewaarder of een derde aan wie taken inzake veilige bewaring worden gedelegeerd overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU en voor de behoorlijke vervulling door de bewaarder van zijn toezicht- en controletaken. Om de bewaarder in staat te stellen het bewaringsrisico te beoordelen en te bewaken, moet het contract voldoende gedetailleerd bepalen in welke categorieën activa de abi mag beleggen en voor de geografische gebieden gelden waarin de abi voornemens is te beleggen. Het contract moet ook bijzonderheden inzake een escalatieprocedure bevatten. Aldus moet de bewaarder de abi-beheerder waarschuwen over elk materieel risico dat bij een afwikkelingssysteem van een bepaalde markt is geïdentificeerd. Met betrekking tot de beëindiging van het contract moet dit het feit weerspiegelen dat de beëindiging van het contract het laatste redmiddel van de bewaarder is als hij er niet van overtuigd is dat de activa voldoende beschermd zijn. Daardoor moet ook moreel risico worden voorkomen waarbij de abi-beheerder ongeacht de bewaringsrisico's beleggingsbeslissingen zou nemen op basis van het feit dat de bewaarder in de meeste gevallen aansprakelijk zou zijn. Teneinde een hoog niveau van beleggingsbescherming te behouden, moet het vereiste houdende bijzonderheden inzake bewaking van derden met betrekking tot de gehele bewaringsketen worden toegepast.
- (95)
Een in een derde land gevestigde bewaarder moet onderworpen zijn aan publieke prudentiële regulering en aan prudentieel toezicht dat wordt verricht door een toezichthoudende autoriteit die bevoegd is voor doorlopend toezicht, het instellen van onderzoeken en het opleggen van sancties. Indien bij dat toezicht op de bewaarder meerdere toezichthoudende autoriteiten betrokken zijn, moet één toezichthoudende autoriteit als het aanspreekpunt optreden voor de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU en alle ingevolge die richtlijn vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringsmaatregelen.
- (96)
De beoordeling van het recht van het derde land overeenkomstig artikel 21, lid 6, laatste alinea, van Richtlijn 2011/61/EU moet gebeuren door de Europese Commissie door het vergelijken van de vergunningscriteria en de lopende voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening die gelden voor de bewaarder in het derde land met de overeenkomstige vereisten die krachtens het uniale recht op kredietinstellingen en, naargelang van het geval, of beleggingsondernemingen voor toegang tot het bedrijf van bewaarder en de uitvoering van de bewaartaken van toepassing zijn, teneinde na te gaan of de plaatselijke criteria hetzelfde effect hebben als die welke op grond van het uniale recht zijn vastgesteld. Een bewaarder die onderworpen is aan prudentieel toezicht en in het derde land een vergunning heeft op grond van een plaatselijke categorie met uitsluiting van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming mag door de Europese Commissie worden beoordeeld om na te gaan of de relevante bepalingen van het recht van het derde land hetzelfde effect hebben als die welke bij het recht van de Unie voor kredietinstellingen en, afhankelijk van het geval, voor beleggingsondernemingen zijn vastgesteld.
- (97)
Opdat de bewaarder in alle gevallen een duidelijk overzicht van alle positieve en negatieve geldstromen van de abi kan hebben, moet de abi-beheerder garanderen dat de bewaarder zonder ongepast uitstel nauwkeurige informatie ontvangt betreffende alle geldstromen, inclusief van elke derde waarbij een abi-geldrekening wordt geopend.
- (98)
Opdat alle geldstromen van de abi naar behoren kunnen worden bewaakt, bestaat de verplichting van de bewaarder erin te garanderen dat er procedures zijn ingevoerd en daadwerkelijk worden uitgevoerd om op passende wijze de geldstromen van de abi te bewaken en dat die procedures periodiek worden getoetst. Met name moet de bewaarder de aansluitingsprocedure onderzoeken om zich ervan te vergewissen dat de procedure geschikt is voor de abi en met passende tussenpozen wordt uitgevoerd rekening houdend met de aard, de schaal en de complexiteit van de abi. Uit hoofde van een dergelijke procedure moet bijvoorbeeld elke geldstroom als gerapporteerd in de bankrekeningoverzichten met de in de rekeningen van de abi vastgelegde geldstromen vergeleken worden. Indien aansluitingen dagelijks gebeuren zoals het geval is voor de meeste abi's van het open-end-type moet ook de bewaarder zijn aansluiting dagelijks verrichten. De bewaarder moet met name de uit de aansluitingsprocedure gebleken discrepanties en de genomen corrigerende maatregelen bewaken teneinde zonder ongepast uitstel de abi-beheerder in kennis te stellen van elke anomalie die niet is verholpen en een volledige toetsing van de aansluitingsprocedures verrichten. Een dergelijke toetsing moet ten minste eenmaal per jaar worden verricht. De bewaarder moet voorts tijdig significante geldstromen identificeren, met name geldstromen die mogelijk niet in overeenstemming zijn met de bedrijfsactiviteiten van de abi, zoals veranderingen in posities in activa van de abi of inschrijvingen en terugbetalingen, en hij moet periodiek geldrekeningoverzichten ontvangen en nagaan of zijn eigen vastleggingen betreffende de geldposities met die van de abi-beheerder overeenstemmen. De bewaarder moet zijn vastleggingen actueel houden overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU.
- (99)
De bewaarder moet garanderen dat alle betalingen die door of namens beleggers bij de inschrijving op aandelen of rechten van deelneming van een abi zijn gedaan, zijn ontvangen en op een of meer geldrekeningen zijn geboekt overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. De abi-beheerder moet er bijgevolg zorg voor dragen dat aan de bewaarder de relevante informatie wordt verstrekt die hij nodig heeft om de ontvangst van betalingen van beleggers naar behoren te bewaken. De abi moet garanderen dat de bewaarder deze informatie zonder ongepast uitstel krijgt wanneer de derde een order ontvangt om aandelen of rechten van deelneming van een abi terug te betalen of uit te geven. De informatie moet bijgevolg aan het einde van de handelsdag van de entiteit die verantwoordelijk is voor de inschrijving op en terugbetaling van aandelen of rechten van deelneming van een abi aan de bewaarder worden overgezonden om alle misbruik van betalingen van beleggers te voorkomen.
- (100)
Afhankelijk van het soort activa dat veilig moet worden bewaard, moeten activa ofwel in bewaring worden gehouden, zoals met financiële instrumenten die op een rekening voor financiële instrumenten kunnen worden geregistreerd of die fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of moet de eigendom ervan worden geverifieerd en dienen vastleggingen te worden bijgehouden. De bewaarder moet alle financiële instrumenten van de abi of van de namens de abi optredende abi-beheerder in bewaring houden die, met name op het niveau van de centrale effectenbewaarder, direct of indirect op naam van de bewaarder of een derde aan wie bewaartaken zijn gedelegeerd, kunnen worden geregistreerd of op een rekening kunnen worden aangehouden. Naast deze situaties moeten die financiële instrumenten in bewaring worden gehouden welke alleen direct bij de emittent zelf of zijn agent op naam van de bewaarder of een derde aan wie bewaartaken zijn gedelegeerd zijn geregistreerd. Die financiële instrumenten welke overeenkomstig het toepasselijke nationale recht alleen op naam van de abi bij de emittent zelf of zijn agent zijn geregistreerd, zoals beleggingen in niet-beursgenoteerde ondernemingen door private equity- en durfkapitaalfondsen, dienen niet in bewaring te worden gehouden. Alle financiële instrumenten die fysiek leverbaar zijn aan de bewaarder moeten in bewaring worden gehouden. Mits de voorwaarden waarop financiële instrumenten in bewaring moeten worden gehouden, worden vervuld, moeten financiële instrumenten die aan een derde als zekerheid worden verstrekt of door een derde ten voordele van de abi worden verstrekt, door de bewaarder zelf of door een derde aan wie bewaartaken worden gedelegeerd eveneens in bewaring worden gehouden zolang de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder deze in eigendom heeft. Ook blijven financiële instrumenten die de abi of de abi-beheerder namens de abi in eigendom heeft, waarvoor de abi, of de abi-beheerder namens de abi, zijn toestemming tot hergebruik door de bewaarder heeft gegeven, in bewaring zolang het recht van hergebruik niet is uitgeoefend.
- (101)
In bewaring gehouden financiële instrumenten moeten te allen tijde onderworpen zijn aan gepaste zorg en bescherming. Om ervoor te zorgen dat het bewaringsrisico naar behoren wordt beoordeeld, moet de bewaarder bij de betrachting van gepaste zorg met name weten uit welke derden de bewaarketen bestaat, ervoor zorgen dat de due diligence- en scheidingsverplichtingen tijdens de gehele bewaarketen worden gehandhaafd, garanderen dat hij een passend recht van toegang heeft tot de boeken en vastleggingen van derden aan wie bewaartaken zijn gedelegeerd, naleving van deze vereisten garanderen, al deze taken documenteren en deze documenten beschikbaar maken voor en rapporteren aan de abi-beheerder.
- (102)
Om ontwijking van de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU te vermijden, moet de bewaarder de taken inzake veilige bewaring toepassen op de onderliggende activa van financiële structuren en, afhankelijk van het geval, de juridische structuren die direct of indirect door de abi of door de namens de abi optredende abi-beheerder worden gecontroleerd. Die doorkijkbepaling dient niet voor dakfonds- of master-feederstructuren te gelden mits zij over een bewaarder beschikken die de activa van het fonds op passende wijze in veilige bewaring neemt.
- (103)
De bewaarder moet te allen tijde een algemeen overzicht hebben van alle activa die geen financiële instrumenten zijn welke in bewaring moeten worden gehouden. Die activa zouden onderworpen zijn aan de verplichting om de eigendom te verifiëren en een vastlegging bij te houden op grond van Richtlijn 2011/61/EU. Voorbeelden van dergelijke activa zijn fysieke activa die niet als financiële instrumenten op grond van Richtlijn 2011/61/EU kwalificeren of niet fysiek aan de bewaarder kunnen worden geleverd, financiële contracten zoals derivaten, gelddeposito's of beleggingen in ondernemingen in particulier bezit en partnerschapsbelangen.
- (104)
Om in voldoende mate zekerheid te verkrijgen dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder inderdaad de eigenaar van de activa is, moet de bewaarder ervoor zorgen dat hij alle informatie ontvangt die hij noodzakelijk acht om er zeker van te zijn dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder het eigendomsrecht op het activum heeft. Die informatie kan een kopie zijn van een officieel document dat bewijst dat de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder de eigenaar van het activum is of elk formeel en betrouwbaar bewijs dat de bewaarder passend acht. Indien noodzakelijk moet de bewaarder van de abi of de abi-beheerder of, afhankelijk van het geval, een derde om bijkomend bewijs vragen.
- (105)
De bewaarder moet een vastlegging bijhouden betreffende alle activa waarvoor hij ervan overtuigd is dat de abi de eigendom heeft. Hij mag een procedure opzetten om informatie van derden te ontvangen, waarbij procedures die garanderen dat de activa niet kunnen worden overgedragen zonder dat de bewaarder of de derde aan wie taken inzake veilige bewaring zijn gedelegeerd van dergelijke transacties op de hoogte is gesteld, mogelijk kunnen zijn in geval van abi's die niet vaak transacties sluiten en, afhankelijk van het geval, transacties die aan onderhandeling vóór afwikkeling onderworpen zijn. De vereiste om toegang te hebben tot documentair bewijs van elke transactie van een derde kan passend zijn voor abi's met frequentere portefeuilletransacties, zoals beleggingen in beursgenoteerde derivaten.
- (106)
Om te garanderen dat de bewaarder in staat is zijn verplichtingen uit te voeren, is het noodzakelijk de taken te verduidelijken waarin artikel 21, lid 9, van Richtlijn 2011/61/EU voorziet, met name de door de bewaarder uit te voeren controles van niveau 2. Dergelijke taken mogen de bewaarder er niet van weerhouden indien hij dit passend acht verificaties vooraf uit te voeren in overeenstemming met de abi-beheerder. Om te garanderen dat hij in staat is zijn verplichtingen uit te voeren, moet de bewaarder zijn eigen escalatieprocedure instellen om situaties aan te pakken waarbij onregelmatigheden zijn ontdekt. Die procedure moet kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten van elke materiële inbreuk garanderen. De door deze verordening gespecificeerde toezichtverantwoordelijkheden van de bewaarder jegens derden laten de verantwoordelijkheden van de abi-beheerder op grond van Richtlijn 2011/61/EU onverlet.
- (107)
De bewaarder moet nagaan of het aantal uitgegeven rechten van deelneming of aandelen met de ontvangen inschrijvingsopbrengsten overeenstemt. Bovendien moet de bewaarder, om te garanderen dat door beleggers bij inschrijving gedane betalingen zijn ontvangen, voorts garanderen dat nog een aansluiting tussen de inschrijvingsorders en de inschrijvingsopbrengsten wordt verricht. Dezelfde aansluiting moet met betrekking tot terugbetalingsorders worden verricht. De bewaarder moet ook nagaan of het aantal rechten van deelneming of aandelen op de rekeningen van de abi overeenstemt met het aantal uitstaande rechten van deelneming of aandelen in het register van de abi. De bewaarder moet zijn procedures dienovereenkomstig aanpassen rekening houdend met de frequentie van inschrijvingen en terugbetalingen.
- (108)
De bewaarder moet alle noodzakelijke stappen ondernemen om te garanderen dat passende waarderingsgedragslijnen en -procedures voor de activa van de abi effectief worden uitgevoerd door het verrichten van steekproefcontroles of door vergelijking van de consistentie van de wijziging van de berekening van de intrinsieke waarde na verloop van tijd met die van de benchmark. Bij het opzetten van zijn procedures moet de bewaarder een duidelijk begrip hebben van de waarderingsmethodologieën die door de abi-beheerder of de externe taxateur worden gebruikt om de activa van de abi te waarderen. De frequentie van dergelijke controles moet overeenstemmen met de frequentie van de activawaardering van de abi.
- (109)
Krachtens zijn verplichtingen van toezicht op grond van Richtlijn 2011/61/EU moet de bewaarder een procedure opzetten om achteraf na te gaan of de abi de geldende wet- en regelgeving en haar reglement en statuten heeft nageleefd. Dit geldt voor gebieden zoals het controleren dat de beleggingen van een abi overeenstemmen met haar beleggingsstrategieën als beschreven in het reglement en de aanbiedingsdocumenten van de abi en het waarborgen dat de abi geen inbreuk maakt op haar eventuele beleggingsbeperkingen. De bewaarder moet de transacties van de abi bewaken en ongewone transacties onderzoeken. Als op de in de geldende nationale wet- en regelgeving omschreven limieten of beperkingen of het reglement en de statuten van de abi inbreuk wordt gemaakt, moet de bewaarder bijvoorbeeld een opdracht van de abi-beheerder krijgen om op eigen kosten de inbreuk makende transactie ongedaan te maken. Deze verordening weerhoudt er de bewaarder niet van indien hij dit passend acht en in overeenstemming met de abi-beheerder verificaties vooraf uit te voeren.
- (110)
De bewaarder moet garanderen dat de opbrengsten nauwkeurig worden berekend overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU. Hiertoe moet de bewaarder garanderen dat de uitkering van de opbrengsten passend is en, indien hij een fout vaststelt, dat de abi-beheerder passende verhelpende actie onderneemt. Zodra de bewaarder hiervoor heeft gezorgd, dient hij na te gaan of de uitkering van de opbrengsten en met name de dividendbetalingen volledig en nauwkeurig is.
- (111)
Bij delegatie van taken inzake veilige bewaring betreffende andere activa overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU zal delegatie in de meeste gevallen betrekking hebben op administratieve taken. Indien de bewaarder taken in verband met het bijhouden van vastleggingen delegeert, zou hij bijgevolg verplicht zijn een passende en gedocumenteerde procedure te implementeren en toe te passen om ervoor te zorgen dat de gedelegeerde te allen tijde aan de vereisten van artikel 21, lid 11, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU voldoet. Om een voldoende niveau van bescherming van activa te garanderen, is het noodzakelijk bepaalde beginselen te omschrijven die met betrekking tot de delegatie van bewaring moeten worden toegepast. Voor de delegatie van de bewaringstaken is het belangrijk een aantal essentiële beginselen te omschrijven die tijdens het hele delegatieproces effectief moeten worden toegepast. Die beginselen moeten niet geacht worden exhaustief alle bijzonderheden inzake de uitoefening door de bewaarder van gepaste vaardigheid, zorg en zorgvuldigheid of alle stappen die een bewaarder met betrekking tot deze beginselen zelf moet nemen te omschrijven. De verplichting om doorlopend de derde aan wie taken inzake veilige bewaring zijn gedelegeerd te bewaken, moet erin bestaan na te gaan of die derde alle gedelegeerde taken juist uitvoert en aan het delegatiecontract voldoet. De derde moet oprecht en te goeder trouw handelen met het oog op de belangen van de abi en de beleggers erin, met inachtneming van regulerings- en toezichtsvereisten, en moet de zorg, zorgvuldigheid en vaardigheid betrachten die gewoonlijk in vergelijkbare omstandigheden van een zeer prudente ondernemer van dat financieel bedrijf verwacht worden. De bewaarder moet onder meer tijdens het selectie- en aanstellingsproces beoordeelde elementen toetsen en deze elementen in perspectief plaatsen door ze met de ontwikkeling van de markt te vergelijken. De vorm van de regelmatige toetsing moet de omstandigheden weerspiegelen, zodat de bewaarder in een positie verkeert de risico's in verband met de beslissing activa aan een derde toe te vertrouwen passend te beoordelen. De frequentie van de toetsing moet aangepast zijn om altijd in overeenstemming te blijven met de marktvoorwaarden en daarmee verband houdende risico's. Om op een mogelijke insolventie van de derde effectief te kunnen reageren, moet de bewaarder noodplannen, inclusief alternatieve strategieën, opstellen en eventueel alternatieve aanbieders selecteren. Hoewel dergelijke maatregelen het bewaringsrisico waarmee een bewaarder wordt geconfronteerd kunnen verminderen, doen zij niets af aan de verplichting de financiële instrumenten terug te geven of het overeenkomstige bedrag te betalen mochten ze verloren gaan, hetgeen afhangt van het feit of de vereisten van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU al dan niet zijn vervuld.
- (112)
Bij het delegeren van taken inzake veilige bewaring moet de bewaarder garanderen dat de vereisten van artikel 21, lid 11, onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU worden vervuld en dat de activa van de abi-cliënten van de bewaarder naar behoren worden gescheiden. Deze verplichting moet met name garanderen dat activa van de abi niet verloren gaan ten gevolge van insolventie van de derde aan wie taken inzake veilige bewaring worden gedelegeerd. Om dat effect te minimaliseren in landen waar de effecten van scheiding niet door het insolventierecht worden erkend, moet de bewaarder verdere stappen ondernemen. De bewaarder kan aan de abi en de namens de abi optredende abi-beheerder informatie verstrekken zodat dergelijke aspecten van het bewaringsrisico naar behoren in aanmerking worden genomen bij de beleggingsbeslissing, of de maatregelen nemen die in de plaatselijke rechtsgebieden mogelijk zijn om de activa zo insolventiebestendig te maken als volgens het plaatselijk recht mogelijk is. Voorts kan de bewaarder tijdelijke tekorten in activa van cliënten verbieden, buffers gebruiken of regelingen invoeren die verbieden een debetsaldo voor de ene cliënt te gebruiken om een creditsaldo voor een andere cliënt te neutraliseren. Hoewel dergelijke maatregelen het bewaringsrisico waarmee een bewaarder bij het delegeren van bewaartaken wordt geconfronteerd kunnen verminderen, doen zij niets af aan de verplichting de financiële instrumenten terug te geven of het overeenkomstige bedrag te betalen wanneer ze verloren gaan, hetgeen afhangt van het feit of de vereisten van Richtlijn 2011/61/EU al dan niet zijn vervuld.
- (113)
De bewaarder is op grond van artikel 21, lid 12, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU aansprakelijk bij het verlies van een financieel instrument dat in bewaring wordt gehouden door de bewaarder zelf of door een derde aan wie de bewaring is gedelegeerd, mits de bewaarder niet aantoont dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen. Dat verlies moet worden onderscheiden van een beleggingsverlies voor beleggers dat voortvloeit uit een daling in de waarde van activa als gevolg van een beleggingsbeslissing.
- (114)
Om als zodanig te gelden, is het belangrijk dat het verlies definitief is en er geen vooruitzicht bestaat het financiële activum te recupereren. Aldus mogen situaties waarin een financieel instrument slechts tijdelijk onbeschikbaar is of bevroren is niet als verlies gelden in de zin van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU. Anderzijds kunnen drie soorten situaties worden onderscheiden waarin het verlies geacht moet worden definitief te zijn: de situatie waarin het financieel instrument niet langer bestaat of nooit heeft bestaan; de situatie waarin het financieel instrument bestaat, maar de abi definitief het eigendomsrecht op het financiële instrument is verloren; en de situatie waarin de abi het eigendomsrecht heeft, maar niet langer in staat is het eigendomsrecht over te dragen of permanent beperkte eigendomsrechten op het financiële instrument te creëren.
- (115)
Een financieel instrument wordt geacht niet langer te bestaan wanneer het bijvoorbeeld is verdwenen na een boekhoudkundige vergissing die niet kan worden hersteld, of als het nooit heeft bestaan, wanneer de eigendom van de abi is geregistreerd op basis van vervalste documenten. Situaties waarin het verlies van financiële instrumenten wordt veroorzaakt door bedrieglijk gedrag moeten als een verlies worden beschouwd.
- (116)
Een financieel instrument kan niet als verloren worden beschouwd wanneer het financieel instrument is vervangen door of omgezet in een ander financieel instrument, bijvoorbeeld in situaties waarin aandelen worden ingetrokken en vervangen door de uitgifte van nieuwe aandelen bij de reorganisatie van een onderneming. Een abi mag niet worden geacht permanent haar eigendomsrecht op het financiële instrument te hebben verloren als de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder eigendom op rechtmatige wijze aan een derde heeft overgedragen.
Indien een onderscheid bestaat tussen de juridische eigendom en de economische eigendom van de activa moet verlies slaan op het verlies van het recht op economische eigendom.
- (117)
Alleen in geval van een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen, kan de bewaarder vermijden aansprakelijk te worden gesteld op grond van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU. De cumulatieve vervulling van die voorwaarden moet door de bewaarder worden aangetoond om van aansprakelijkheid te worden ontheven.
- (118)
In de eerste plaats moet worden bepaald of de gebeurtenis die tot het verlies heeft geleid extern was. Aan de aansprakelijkheid van de bewaarder mag geen afbreuk worden gedaan door delegatie en bijgevolg moet een gebeurtenis als extern worden beschouwd als zij niet optreedt als gevolg van een handeling of nalatigheid van de bewaarder of de derde aan wie de bewaring van in bewaring gehouden financiële instrumenten is gedelegeerd. Vervolgens moet worden beoordeeld of er sprake is van een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle, door na te gaan of er niets was dat een prudente bewaarder in redelijkheid had kunnen doen om de gebeurtenis te voorkomen. Bij deze stappen kunnen zowel natuurverschijnselen als handelingen van een overheid als externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle worden beschouwd. Aldus wordt, in de context van de insolventie van een derde aan wie bewaring is gedelegeerd, het feit dat het recht van het land waar de instrumenten in bewaring worden gehouden de effecten van een op passende wijze uitgevoerde scheiding niet erkent, geacht een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle te zijn. Anderzijds kan een verlies dat wordt veroorzaakt door nalatigheid om de scheidingsvereisten in artikel 21, lid 11, onder d), iii), van Richtlijn 2011/61/EU toe te passen of het verlies van activa wegens verstoring in de activiteit van de derde ten aanzien van haar insolventie niet als externe gebeurtenis buiten redelijke controle worden opgevat.
- (119)
Ten slotte moet de bewaarder aantonen dat het verlies niet had kunnen worden vermeden ondanks alle inspanningen om het te vermijden. In dit verband moet de bewaarder de abi-beheerder op de hoogte stellen en passende actie ondernemen afhankelijk van de omstandigheden. Bijvoorbeeld in een situatie waarin de bewaarder gelooft dat de enige passende actie erin bestaat de financiële instrumenten te vervreemden, moet hij de abi-beheerder op gepaste wijze op de hoogte brengen, die op zijn beurt de bewaarder schriftelijk moet opdragen de financiële instrumenten te blijven houden of ze te vervreemden. Elke opdracht aan de bewaarder om de activa te blijven houden, moet zonder ongepast uitstel aan de beleggers van de abi worden gemeld. De abi-beheerder of de abi moeten op gepaste wijze aandacht schenken aan de aanbevelingen van de bewaarder. Afhankelijk van de omstandigheden moet de bewaarder, als hij ondanks herhaalde waarschuwingen bezorgd blijft dat het beschermingsniveau van het financiële instrument niet voldoende is, verdere mogelijke maatregelen overwegen zoals beëindiging van het contract mits de abi de tijd krijgt om een andere bewaarder te vinden overeenkomstig het nationale recht.
- (120)
Om hetzelfde niveau van bescherming van beleggers te garanderen, moeten dezelfde overwegingen gelden voor de gedelegeerde aan wie een bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel heeft overgedragen. Bijgevolg moet de delegeerde, om van aansprakelijkheid te worden ontheven op grond van artikel 21, lid 12, van Richtlijn 2011/61/EU, bewijzen dat hij cumulatief dezelfde voorwaarden vervult.
- (121)
Een bewaarder kan onder bepaalde omstandigheden van aansprakelijkheid ontheven worden voor het verlies van door een derde in bewaring gehouden financiële instrumenten aan wie bewaring is gedelegeerd. Een dergelijke ontheffing van aansprakelijkheid kan slechts worden toegestaan als er een objectieve reden is om een dergelijke ontheffing overeen te komen die zowel door de bewaarder als door de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder wordt aanvaard. Voor elke ontheffing van aansprakelijkheid moet een objectieve reden worden vastgesteld rekening houdend met de concrete omstandigheden waarin bewaring is gedelegeerd.
- (122)
Bij het afwegen of sprake is van een objectieve reden moet het juiste evenwicht worden tot stand gebracht om te garanderen dat de contractuele ontheffing daadwerkelijk kan worden ingeroepen als dat nodig is en dat voldoende voorzorgsmaatregelen zijn ingevoerd om elk misbruik van de contractuele ontheffing van aansprakelijkheid door de bewaarder te vermijden. De contractuele ontheffing van aansprakelijkheid mag onder geen voorwaarde worden gebruikt om de aansprakelijkheidsvereisten van de bewaarder op grond van Richtlijn 2011/61/EU te omzeilen. De bewaarder moet aantonen dat hij door de specifieke omstandigheden gedwongen was bewaring aan een derde te delegeren. Het overeenkomen van ontheffing van aansprakelijkheid moet altijd in het belang zijn van de abi of haar beleggers, en de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder moeten expliciteren dat zij aldus handelen. In voorbeelden van scenario's moeten de situaties worden aangegeven waarin een bewaarder geacht kan worden over geen andere opties te beschikken dan delegeren van bewaring aan derden.
- (123)
Het is belangrijk dat bevoegde autoriteiten passende en voldoende informatie verkrijgen om op passende en consistente wijze toezicht te houden op de activiteiten van abi-beheerders en de desbetreffende risico's. Ook moeten bevoegde autoriteiten, aangezien de activiteiten van abi-beheerders grensoverschrijdende effecten en effecten op de financiële markten kunnen hebben, abi-beheerders en abi's nauwlettend bewaken teneinde passende actie te ondernemen om te vermijden dat de systeemrisico's toenemen. Dankzij de verhoogde transparantie en consistentie middels bepalingen inzake rapportage en verstrekking van relevante informatie als omschreven in de uitvoeringsmaatregelen moeten bevoegde autoriteiten in staat zijn risico's op de financiële markten te ontdekken en erop te reageren.
- (124)
Het is van essentieel belang dat beleggers de noodzakelijke minimuminformatie met betrekking tot bepaalde abi-beheerders en abi's en hun structuur verkrijgen om de juiste beleggingsbeslissing te kunnen nemen die op hun behoeften en risicobereidheid is toegesneden. Die informatie moet duidelijk, betrouwbaar en begrijpelijk zijn en duidelijk gepresenteerd worden, aangezien de bruikbaarheid van de informatie vergroot wanneer abi-beheerders, abi's en perioden met elkaar kunnen worden vergeleken. Een abi-beheerder mag zich niet inlaten met activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor het objectieve begrip en praktische nut van de verstrekking van informatie aan beleggers vóór de bekendmaking ervan zoals windowdressing.
- (125)
Het is noodzakelijk een kader te omschrijven dat voorziet in minimumstandaarden met betrekking tot jaarverslaggevingsvereisten, inclusief essentiële elementen en een niet-exhaustieve lijst van posten. Materiële veranderingen in de informatie als bedoeld in artikel 22, lid 2, onder d), van Richtlijn 2011/61/EU moeten in de jaarrekening worden bekendgemaakt. Naast de niet-exhaustieve lijst van onderliggende posten kunnen aanvullende posten, rubrieken en subtotalen worden opgenomen indien de presentatie van die posten relevant is voor het begrip van de totale financiële positie of prestaties van een abi. Posten die in aard of functie verschillen, kunnen worden geaggregeerd mits zij afzonderlijk niet van materieel belang zijn. Die posten kunnen worden geaggregeerd onder ‘andere categorie’ zoals ‘andere activa’ of ‘andere passiva’. Indien posten in het geheel niet voor een abi gelden, dienen zij niet te worden opgevoerd. Ongeacht de overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU gevolgde standaarden voor de financiële verslaggeving moeten alle activa ten minste eenmaal per jaar worden gewaardeerd. De balans of de vermogensstaat op grond van Richtlijn 2011/61/EU moet onder meer geldmiddelen en geldequivalenten omvatten. Aldus moeten geldequivalenten als zeer liquide beleggingen worden beschouwd voor de berekening van de blootstelling van een abi.
- (126)
Met betrekking tot de inhoud en de vorm van het verslag inzake activiteiten voor het boekjaar dat op grond van Richtlijn 2011/61/EU deel moet uitmaken van het jaarverslag moet het verslag een eerlijk en evenwichtig overzicht van de activiteiten van de abi omvatten met een beschrijving van de voornaamste risico's en beleggingen of economische onzekerheden waarmee zij wordt geconfronteerd. Die informatieverstrekking mag niet resulteren in de publicatie van eigendomsrechtelijk beschermde informatie van de abi die ten koste zou gaan van de abi en haar beleggers. Derhalve zou, als de publicatie van bepaalde eigendomsrechtelijk beschermde informatie een dergelijk effect zou hebben, deze kunnen worden geaggregeerd op een niveau waardoor het nadelig effect zou worden vermeden en zou deze bijvoorbeeld geen prestaties of statistieken van een afzonderlijke portefeuilleonderneming of -belegging dienen weer te geven die tot openbaarmaking van eigendomsrechtelijk beschermde informatie van de abi zouden kunnen leiden. Deze informatie moet deel uitmaken van het beheerverslag voor zover dit gewoonlijk naast de jaarrekening wordt gepresenteerd.
- (127)
Met betrekking tot de inhoud en de vorm van de openbaarmaking van de beloning moet, indien informatie op het niveau van de abi-beheerder wordt gepresenteerd, nadere informatie worden verstrekt door bekendmaking van de toewijzing of de uitsplitsing van de totale beloning zoals deze op de relevante abi betrekking heeft. Daartoe kan informatie worden verstrekt over de totale gegevens inzake de beloning van de abi-beheerder uitgesplitst naar vaste en variabele componenten, een verklaring dat deze gegevens op de gehele abi-beheerder en niet op de abi betrekking hebben, het aantal abi's en icbe-fondsen dat door de abi-beheerder wordt beheerd en de totale beheerde activa van die abi's en icbe's, met een overzicht van het beloningsbeleid en een vermelding waar van het volledige beloningsbeleid van de abi-beheerder kennis kan worden genomen als beleggers daarom verzoeken. Nadere bijzonderheden kunnen worden verstrekt door bekendmaking van de totale variabele beloning die door de abi wordt gefinancierd middels betaling door haar van eventuele prestatievergoedingen of carried interest. Naast informatieverstrekking over de beloning kan het voor abi-beheerders passend zijn informatie te verstrekken met betrekking tot de financiële en niet-financiële criteria van het beloningsbeleid en de beloningspraktijken voor relevante personeelscategorieën om beleggers in staat te stellen uit te maken welke prikkels worden gecreëerd.
- (128)
Indien de abi rechten van deelneming uitgeeft moeten overdrachten van activa naar side pockets op het moment van de overdracht worden berekend op basis van het aantal bij de overdracht van activa toegewezen rechten van deelneming vermenigvuldigd met de prijs per eenheid. De waarderingsgrondslag moet in alle omstandigheden duidelijk bekend worden gemaakt en de datum omvatten waarop de waardering is uitgevoerd.
- (129)
Om de liquiditeit te beheren, moet het abi-beheerders zijn toegestaan namens de abi's die zij beheren leningsovereenkomsten aan te gaan. Die regelingen kunnen voor de shorttermijn of permanenter gelden. In het laatste geval is het waarschijnlijker dat een dergelijke regeling een bijzondere regeling is voor het beheren van illiquide activa.
- (130)
Overeenkomstig het beginsel van differentiatie, en onder erkenning van de diversiteit van de soorten abi's, moet de informatie die een abi-beheerder aan beleggers dient te verstrekken variëren volgens het soort abi en van andere factoren zoals beleggingsstrategie en portefeuillesamenstelling afhangen.
- (131)
Richtlijn 2011/61/EU verplicht abi-bebeerders aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst voor elke EU-abi die zij beheren en voor elke abi die zij in de Unie verhandelen regelmatig bepaalde informatie te verstrekken. Het is bijgevolg belangrijk de te verstrekken informatie en de frequentie van de rapportage nader te specificeren, die afhangen van de waarde van beheerde activa in portefeuilles van abi's die door een gegeven abi-beheerder worden beheerd. Er dient in proformarapportagetemplates te worden voorzien die door de abi-beheerder voor de door hem beheerde abi's moeten worden ingevuld. Indien een entiteit die een vergunning heeft als abi-beheerder abi's verhandelt die door andere abi-beheerders worden beheerd, treedt zij niet als de beheerder van die abi's, maar, net als elke onder Richtlijn 2004/39/EG vallende beleggingsonderneming, als intermediair op. Zij dient dan ook niet verplicht te worden voor die abi's te rapporteren, aangezien dit ertoe zou leiden dat twee of meerdere malen wordt gerapporteerd. Deze rapportagevereiste moet niettemin gelden voor abi-beheerders van buiten de EU die abi's beheren die in de Unie worden verhandeld.
- (132)
De drempel waarin deze verordening voorziet, geeft enkel aanleiding tot rapportagevereisten als neergelegd in artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU. Een abi met een overeenkomstig de methode op basis van gedane toezeggingen berekende hefboomfinancieringsratio van minder dan driemaal haar intrinsieke waarde wordt niet geacht in aanzienlijke mate met hefboomfinanciering te werken. Niettemin mogen bevoegde autoriteiten om bijkomende informatie verzoeken indien noodzakelijk voor de effectieve bewaking van systeemrisico's. Vaststelling van een rapportagedrempel garandeert tevens dat informatie betreffende de toename van systeemrisico in heel de Unie op consistente wijze wordt verzameld en biedt abi-beheerders zekerheid.
- (133)
De toezichtbevoegdheden van een bevoegde autoriteit op grond van artikel 25, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU worden uitgeoefend binnen het nieuwe toezichtsysteem, zijn een onderdeel van lopende toezichtprocessen en systeemrisicobeoordelingen van abi-beheerders door bevoegde autoriteiten en de Europese toezichthoudende autoriteiten en hebben betrekking op de stabiliteit en de integriteit van het financiële stelsel. Bevoegde autoriteiten moeten passend gebruikmaken van de informatie die zij ontvangen en moeten grenzen stellen aan de hefboomfinanciering die door een abi-beheerder wordt gebruikt of andere beperkingen ten aanzien van het beheer van de abi met betrekking tot de beheerde abi's opleggen indien zij dit noodzakelijk achten om de stabiliteit en de integriteit van het financiële stelsel verzekeren. De beoordeling van systeemrisico zal waarschijnlijk variëren afhankelijk van de economische omgeving, waarbij elke abi-beheerder met betrekking tot de abi's die hij beheert potentieel systeemrelevant is. Het is bijgevolg een basisvereiste dat bevoegde autoriteiten alle informatie verkrijgen die noodzakelijk is om die situaties op passende wijze te beoordelen teneinde te vermijden dat het systeemrisico toeneemt. Bevoegde autoriteiten moeten vervolgens de informatie grondig beoordelen en passende maatregelen nemen.
- (134)
Om EU-abi-beheerders in staat te stellen niet-EU-abi's te beheren en te verhandelen en niet-EU-abi-beheerders in staat te stellen abi's te beheren en te verhandelen in de Unie, vereist Richtlijn 2011/61/EU dat passende samenwerkingsregelingen worden getroffen met de relevante toezichtautoriteiten van het derde land waar de niet-EU-abi en, naargelang van het geval, de niet-EU-abi-beheerder is gevestigd. Deze samenwerkingsregelingen moeten ten minste een efficiënte informatie-uitwisseling waarborgen waardoor de uniale bevoegde autoriteiten in staat worden gesteld hun taken overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU uit te voeren.
- (135)
Samenwerkingsregelingen moeten bevoegde autoriteiten in staat stellen hun toezicht- en handhavingstaken met betrekking tot entiteiten van derde landen uit te voeren. In samenwerkingsregelingen moet bijgevolg een duidelijk concreet kader voor toegang tot informatie, voor de uitvoering van inspecties ter plaatse en voor door de autoriteiten van derde landen te verlenen bijstand worden vastgesteld. De samenwerkingsregelingen moeten garanderen dat ontvangen informatie met andere betrokken bevoegde autoriteiten alsook met de ESMA en het ESRB wordt gedeeld.
- (136)
Om bevoegde autoriteiten, abi-beheerders en bewaarders in staat te stellen zich aan de nieuwe vereisten in deze verordening aan te passen zodat deze op efficiënte en effectieve wijze kunnen worden toegepast, moet de aanvangsdatum van toepassing van deze verordening op de omzettingsdatum van Richtlijn 2011/61/EU worden afgestemd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.
COM(2010) 284.
PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26.
PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.
PB L 176 van 10.7.2010, blz. 42.
PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
Comité van Europese bankentoezichthouders, Guidelines to Article 122a of the Capital Requirements Directive of 31 december 2010, http://www.eba.europa.eu/cebs/media/Publications/Standards%20and%20Guidelines/2010/Application%20of%20Art.%20122a%20of%20the%20CRD/Guidelines.pdf