Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 636 Voorwaarden voor een verzoek om wederzijdse rechtshulp
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
De bevoegde autoriteit van de verzoekende staat mag alleen een verzoek om wederzijdse rechtshulp indienen als zij zich ervan heeft vergewist dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
het verzoek is noodzakelijk voor en staat in verhouding tot het doel van de procedure, rekening houdend met de rechten van de verdachte of beschuldigde persoon; en
- b)
de in het verzoek vermelde onderzoeksmaatregel(en) had(den) onder dezelfde voorwaarden in een vergelijkbare interne zaak bevolen kunnen worden.
2.
De aangezochte staat kan de verzoekende staat raadplegen indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat van oordeel is dat niet aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan. Na de raadpleging kan de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat beslissen om het verzoek om wederzijdse rechtshulp in te trekken.