RvdW 2015/1101
Art. 81 lid 1 RO. IPR Huwelijksvermogensrecht. Boedelscheiding na echtscheiding. Is Nederlands of Turks recht van toepassing?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05303
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3010, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:940, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2015
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. IPR Huwelijksvermogensrecht. Boedelscheiding na echtscheiding. Is Nederlands of Turks recht van toepassing?
Partij(en)
[de vrouw], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. M.A.M. Wagemakers,
tegen
[de man], verweerder in cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P. Vlas:
1.
Bij verzoekschrift van 22 oktober 2014 heeft mr. Smallenbroek namens de vrouw cassatieberoep ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 22 juli 2014. Het verzoekschrift voldoet niet aan het vereiste van art. 426a lid 1 Rv dat het is ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad.