Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1096
Art. 81 lid 1 RO. Bopz. Machtiging voortgezet verblijf, art. 15 Wet Bopz; voorwaarden. Moet na toepassing van art. 8a Wet Bopz, dat niet tot gewijzigd verzoek leidt, nieuw onderzoek door onafhankelijke arts plaatsvinden?
HR 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3016
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders
- Zaaknummer
15/02876
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3016, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2051, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑07‑2015
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Bopz. Machtiging voortgezet verblijf, art. 15 Wet Bopz; voorwaarden. Moet na toepassing van art. 8a Wet Bopz, dat niet tot gewijzigd verzoek leidt, nieuw onderzoek door onafhankelijke arts plaatsvinden?
Partij(en)
[betrokkene], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. G.E.M. Later,
tegen
Officier van Justitie, te ’s-Gravenhage, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J.B.M.M. Wuisman:
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
Op 6 februari 2015 heeft de officier van justitie in het arrondissement Den Haag aan de rechtbank aldaar verzocht een machtiging te verlenen tot voortgezet verblijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.