Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit fiscale eenheid
12.1 Doorschuif sanctie als kleinere fiscale eenheid mogelijk was en overdrager en overnemer aansluitend een nieuwe fiscale eenheid aangaan
Geldend
Geldend vanaf 26-04-2024
- Bronpublicatie:
02-04-2024, Stcrt. 2024, 11814 (uitgifte: 25-04-2024, regelingnummer: 2024-186206)
- Inwerkingtreding
26-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2024, Stcrt. 2024, 11814 (uitgifte: 25-04-2024, regelingnummer: 2024-186206)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Als de overdrager en de overnemer aansluitend aan de ontvoeging uit een fiscale eenheid een nieuwe, kleinere, fiscale eenheid aangaan, is de sanctie van artikel 15ai Wet Vpb 1969 onder omstandigheden niet in lijn met het doel van deze regeling. Doorschuiven van de sanctie naar de nieuwe fiscale eenheid sluit dan beter aan bij dat doel. Dit doet zich voor als de situatie past binnen het volgende kader:
- –
De overdrager en de overnemer worden door dezelfde rechtshandeling ontvoegd uit een fiscale eenheid, en
- –
Zowel ten tijde van de overdracht als ten tijde van de ontvoeging was (al dan niet tezamen met andere maatschappijen) een fiscale eenheid tussen de overdrager en de overnemer mogelijk, die door de rechtshandeling niet zou zijn beëindigd.
Voorbeeld
De fiscale eenheid bestaat uit M, TH, D1 en D2. M houdt alle aandelen in TH. TH houdt alle aandelen in D1 (overdrager) en D2 (overnemer). Binnen de fiscale eenheid draagt D1 op 1 april 2020 een pand over aan D2. M verkoopt de aandelen TH op 30 juni 2022 aan een derde. Deze situatie past binnen het kader. Immers, TH, D1 en D2 konden zowel op het overdrachtstijdstip als op het ontvoegingstijdstip een fiscale eenheid vormen die niet zou eindigen door de rechtshandeling (verkoop aandelen TH).
Variant: Anders dan in het voorbeeld verkoopt M niet de aandelen in TH, maar verkoopt TH de aandelen van D1 en D2. De situatie past dan niet binnen het kader. Dit komt doordat D1 en D2 op het overdrachtstijdstip en op het ontvoegingstijdstip geen fiscale eenheid kunnen vormen zonder TH.
Gezien de ratio van de regeling, gaat de sanctie verder dan strikt noodzakelijk is in situaties die passen binnen het kader. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Voor situaties die passen binnen voornoemd kader, keur ik onder de volgende voorwaarden goed dat de sanctie van artikel 15ai Wet Vpb 1969 wordt doorgeschoven naar de nieuwe fiscale eenheid.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende vijf voorwaarden:
- a.
Belastingplichtigen dienen gezamenlijk een schriftelijk verzoek in bij de inspecteur. Het verzoek moet zijn ingediend voordat de aangifte over het desbetreffende jaar wordt gedaan.
- b.
Direct aansluitend aan de ontvoeging van de overdrager en de overnemer worden beide maatschappijen opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid. Ook andere maatschappijen die een fiscale eenheid tussen overdrager en overnemer mogelijk maakten op het moment van de overdracht worden opgenomen in deze nieuwe fiscale eenheid.
- c.
Voor de toepassing van artikel 15ai Wet Vpb 1969 wordt de overdracht van het vermogensbestanddeel geacht te hebben plaatsgevonden binnen de nieuwe fiscale eenheid op het oorspronkelijke overdrachtstijdstip.
- d.
Als de nieuwe fiscale eenheid ten aanzien van de overdrager of de overnemer verbreekt met terugwerkende kracht tot het voegingstijdstip, vindt de (doorgeschoven) sanctie van artikel 15ai Wet Vpb 1969 plaats bij (de beoogde moedermaatschappij van) de nieuw gevormde fiscale eenheid. Op het (beoogde) voegingstijdstip rekent zij dan een bedrag tot haar winst, gelijk aan het bedrag dat de sanctie bij de oude fiscale eenheid zou hebben bedragen bij het einde van die fiscale eenheid, als deze goedkeuring niet zou zijn toegepast.
- e.
De belastingplichtigen aanvaarden de voorwaarden binnen twee maanden na dagtekening van de beslissing van de inspecteur.
Voorbeeld (vervolg)
TH, D1 en D2 gaan direct aansluitend aan de aandelenoverdracht een nieuwe fiscale eenheid aan (al dan niet met de derde). Op 1 mei 2025 wordt D1 verkocht aan een niet gelieerde partij. Deze verkoop heeft als gevolg dat de nieuwe fiscale eenheid eindigt ten aanzien van D1 en voorafgaand aan de ontvoeging de sanctie van artikel 15ai Wet Vpb 1969 wordt toegepast. Dit volgt uit voorwaarde c. Op 1 mei 2025 zijn namelijk nog geen zes jaren verstreken sinds de overdracht van het pand op 1 april 2020 door D1 aan D2.
Variant: Anders dan in het voorbeeld wordt D1 niet op 1 mei 2025 maar op 30 april 2026 verkocht. Dan is artikel 15ai Wet Vpb 1969 niet van toepassing omdat vanaf 2 april 2026 zes jaren zijn verstreken sinds de overdracht van het pand op 1 april 2020.