Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit fiscale eenheid
9 Meegeven voorheffingen aan dochtermaatschappij na opname van bestaande fiscale eenheid in nieuwe fiscale eenheid en latere ontvoeging van die dochtermaatschappij
Geldend
Geldend vanaf 26-04-2024
- Bronpublicatie:
02-04-2024, Stcrt. 2024, 11814 (uitgifte: 25-04-2024, regelingnummer: 2024-186206)
- Inwerkingtreding
26-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2024, Stcrt. 2024, 11814 (uitgifte: 25-04-2024, regelingnummer: 2024-186206)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Een bestaande (hierna: ‘oude’) fiscale eenheid kan worden opgenomen in een andere (hierna: ‘nieuwe’) fiscale eenheid met een andere (hierna: ‘nieuwe’) moedermaatschappij. Voortgewentelde voorheffingen als bedoeld in artikel 25a, vierde lid, Wet Vpb 1969 van de oude fiscale eenheid gelden daarna als voorvoegingsvoorheffingen van de moedermaatschappij van de oude fiscale eenheid (hierna: ‘de oude moedermaatschappij’). Hierdoor kan bij strikte toepassing van de wet een dochtermaatschappij van de oude fiscale eenheid de voortgewentelde voorheffingen van de oude fiscale eenheid niet meer meekrijgen bij latere ontvoeging uit de nieuwe fiscale eenheid.
Dit acht ik ongewenst en daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Als een dochtermaatschappij van de oude fiscale eenheid wordt ontvoegd uit de nieuwe fiscale eenheid, keur ik onder de volgende voorwaarde goed dat (ook) de voortgewentelde voorheffingen van de oude fiscale eenheid die aan die dochtermaatschappij zijn toe te rekenen, worden verrekend met de aan de dochtermaatschappij opgelegde aanslag over het jaar dat aanvangt op het ontvoegingstijdstip.
Voorwaarde
Voor deze goedkeuring geldt de voorwaarde dat de inspecteur gezamenlijk en schriftelijk om deze goedkeuring wordt verzocht door de volgende maatschappijen: de oude moedermaatschappij, de ontvoegde dochtermaatschappij en de nieuwe moedermaatschappij.
Als de oude moedermaatschappij binnen de nieuwe fiscale eenheid juridisch is weggefuseerd kan geen gezamenlijk verzoek meer worden gedaan met de oude moedermaatschappij. Ik keur goed dat in dat geval het verzoek kan worden gedaan door de ontvoegde dochtermaatschappij en de nieuwe moedermaatschappij.
Artikel 15al, derde en vijfde lid, en artikel 25b, derde en vierde lid, Wet Vpb 1969 zijn van overeenkomstige toepassing. De inspecteur stelt de meegegeven voortgewentelde voorheffingen en de jaren waarop deze betrekking hebben vast in een beslissing, waartegen geen bezwaar kan worden gemaakt.