Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1056 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie
Artikel 7 Voorwaardelijke toegang tot middelen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1056)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1056)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Afval
EU-recht / Financiering
Milieurecht / Algemeen
1.
Indien een lidstaat zich niet heeft verbonden tot het verwezenlijken van de doelstelling om tegen 2050 een klimaatneutrale Unie tot stand te brengen, wordt slechts 50 % van de overeenkomstig artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 3, voor die lidstaat vastgestelde jaarlijkse toewijzingen voor programmering beschikbaar gesteld en in de prioriteiten opgenomen.
In afwijking van artikel 10, lid 1, van deze verordening wordt de resterende 50 % van de jaarlijkse toewijzingen niet in de prioriteiten opgenomen. In dergelijke gevallen wordt voor de uit het JTF ondersteunde en overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2021/1060 ingediende programma's slechts 50 % van de jaarlijkse JTF-toewijzingen opgenomen in de in artikel 22, lid 3, onder g), ii), van die verordening bedoelde tabel. In de in artikel 22, lid 3, onder g), i), van die verordening bedoelde tabel worden de voor programmering beschikbare toewijzingen en de toewijzingen die niet zullen worden geprogrammeerd, afzonderlijk vermeld.
2.
Aan programma's die een JTF-prioriteit bevatten of wijzigingen daarvan verleent de Commissie alleen haar goedkeuring indien is voldaan aan de voorschriften van het overeenkomstig lid 1 geprogrammeerde deel van de toewijzing.
3.
Zodra een lidstaat zich ertoe heeft verbonden de doelstelling van een klimaatneutrale Unie tegen 2050 te verwezenlijken, kan hij overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2021/1060 een verzoek tot wijziging van elk uit het JTF ondersteund programma indienen en de niet-geprogrammeerde toewijzingen die niet zijn vrijgemaakt, opnemen.
4.
Vastleggingen in de begroting worden verricht op basis van de in artikel 22, lid 3, punt g), i), van Verordening (EU) 2021/1060 bedoelde tabel. De vastleggingen in verband met de niet-geprogrammeerde toewijzingen worden niet gebruikt voor betalingen en worden niet in de grondslag voor de berekening van de voorfinanciering overeenkomstig artikel 90 van die verordening opgenomen totdat zij beschikbaar worden gesteld voor programmering overeenkomstig lid 3 van dit artikel.
In afwijking van artikel 105 van Verordening (EU) 2021/1060 worden, indien de betrokken lidstaat zich niet heeft verbonden tot het verwezenlijken van de doelstelling de Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken uiterlijk op 31 december van een bepaald jaar vanaf 2022, de begrotingsvastleggingen voor het voorgaande jaar die betrekking hebben op niet-geprogrammeerde toewijzingen, in hun geheel vrijgemaakt in het volgende jaar.