Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1056 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie
Artikel 11 Territoriaal plan voor een rechtvaardige transitie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1056)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1056)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Afval
EU-recht / Financiering
Milieurecht / Algemeen
1.
De lidstaten stellen samen met de betrokken plaatselijke en regionale autoriteiten van de betreffende gebieden en volgens het model in bijlage II een of meer territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie op voor een of meer met regio's van NUTS-niveau 3 overeenkomende getroffen gebieden, of delen daarvan. Het betreft gebieden die het zwaarst getroffen zijn door de economische en sociale effecten van de transitie, met name wat betreft de verwachte aanpassing van werknemers of het verwachte banenverlies bij de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen en de transformatiebehoeften van de productieprocessen van industriële installaties met de hoogste broeikasgasintensiteit.
2.
Een territoriaal plan voor een rechtvaardige transitie bevat de volgende elementen:
- a)
een beschrijving van het transitieproces op nationaal niveau naar een klimaatneutrale economie, met inbegrip van een tijdschema voor de belangrijkste stappen in het transitieproces naar de 2030-streefcijfers voor klimaat en energie van de Unie en een klimaatneutrale economie van de Unie tegen 2050, die consistent zijn met de meest recente versie van het geïntegreerde nationaal energie- en klimaatplan;
- b)
een motivering voor het vaststellen van de gebieden die het zwaarst door het in punt a) van dit lid bedoelde transitieproces worden getroffen en door het JTF moeten worden ondersteund overeenkomstig lid 1;
- c)
een beoordeling van de transitieproblemen in de als zwaarst getroffen aangewezen gebieden, met inbegrip van de sociale, economische en milieueffecten van de transitie naar een klimaatneutrale economie van de Unie tegen 2050, waarbij het potentiële aantal getroffen banen en banenverlies, het risico van ontvolking, en de tegen 2030 te verwezenlijken ontwikkelingsbehoeften en doelstellingen worden vastgesteld met betrekking tot de transformatie of de stopzetting van broeikasgasintensieve activiteiten in die gebieden;
- d)
een beschrijving van de bijdrage die de JTF-steun naar verwachting zal leveren tot het aanpakken van de sociale, demografische, economische, gezondheids- en milieueffecten van de transitie naar een klimaatneutrale economie van de Unie tegen 2050, waaronder de verwachte bijdrage aan het scheppen en behouden van banen;
- e)
een beoordeling van de samenhang ervan met andere nationale, regionale of territoriale strategieën en plannen ter zake;
- f)
een beschrijving van de governancemechanismen, die bestaan uit de partnerschapsregelingen, de geplande monitoring- en evaluatiemaatregelen en de verantwoordelijke instanties;
- g)
een beschrijving van het soort voorgenomen concrete acties en de verwachte bijdrage ervan om het effect van de transitie te verzachten;
- h)
wanneer steun dient te worden verleend voor productieve investeringen in andere ondernemingen dan kmo's, een indicatieve lijst van te steunen concrete acties en ondernemingen en een motivering van de noodzaak van dergelijke steun op basis van een kloofanalyse waaruit blijkt dat het verwachte banenverlies zonder de investering groter zou zijn dan het verwachte aantal gecreëerde banen;
- i)
wanneer steun dient te worden verleend voor investeringen ter vermindering van de broeikasgasemissies van activiteiten die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG, een lijst van de te ondersteunen concrete acties en een motivering dat ze bijdragen tot de transitie naar een klimaatneutrale economie en leiden tot een vermindering van de broeikasgasemissies die aanzienlijk verder gaat dan de betreffende benchmarks voor kosteloze toewijzing in het kader van Richtlijn 2003/87/EG, en mits deze concrete acties noodzakelijk zijn voor de bescherming van een aanzienlijk aantal banen;
- j)
synergie en complementariteit met andere programma's van de Unie ter zake om in de vastgestelde ontwikkelingsbehoeften te voorzien, en
- k)
synergie en complementariteit met geplande steun uit de andere pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie.
3.
Bij het opstellen en uitvoeren van territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie worden de betreffende partners overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2021/1060 en, zo nodig, de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds betrokken.
4.
Territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie zijn consistent met de in artikel 29 van Verordening (EU) 2021/1060 bedoelde territoriale strategieën ter zake en de betreffende strategieën voor slimme specialisatie, de geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen en de Europese pijler van sociale rechten.
Wanneer de actualisering van een geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan op grond van artikel 14 van Verordening (EU) 2018/1999 een herziening van een territoriaal plan voor een rechtvaardige transitie vereist, wordt die herziening uitgevoerd als onderdeel van de tussentijdse evaluatie overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060.
5.
Indien lidstaten voornemens zijn gebruik te maken van de mogelijkheid steun te ontvangen in het kader van de andere pijlers van het mechanisme voor een rechtvaardige transitie, worden in hun territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie de sectoren en thematische gebieden vermeld waarvoor steun in het kader van die pijlers wordt beoogd.