Derdenbeslag
Einde inhoudsopgave
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/3.1.2:3.1.2 Opzet van dit hoofdstuk
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/3.1.2
3.1.2 Opzet van dit hoofdstuk
Documentgegevens:
Mr. L.P. Broekveldt, datum 31-03-2003
- Datum
31-03-2003
- Auteur
Mr. L.P. Broekveldt
- JCDI
JCDI:ADS394507:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
37 In de eerste plaats zal in dit hoofdstuk worden onderzocht, onder welk type beslag het derdenbeslag in beginsel valt (§ 3.2), alsmede tot verhaal van welke vorderingen er executoriaal derdenbeslag gelegd kan worden, met name of dat onder omstandigheden óók mogelijk is voor toekomstige vorderingen (§ 33). Vervolgens zal de zogenoemde nemo plus-regel of regel van gebondenheid worden besproken (§ 3.4), alsmede de verschillende uitzonderingen op die regel (§ 3.5). In het kader van de bevoegdheden van de beslaglegger zal onderzocht worden of, en zo ja, in hoeverre hij óók bevoegd is om aan zijn schuldenaar - de beslagdebiteur - toekomende 'wilsrechten' zelfstandig uit te oefenen (§ 3.6). Daarna zal vrij uitvoerig worden stilgestaan bij het object van derdenbeslag, dat wil zeggen de vraag welke vorderingen en zaken - meer in het algemeen: welke 'goederen' - door derdenbeslag kunnen worden getroffen (§ 3.7). Besloten zal worden met een bespreking van de gevolgen voor een gelegd derdenbeslag, in het geval dat de beslaglegger in staat van faillissement wordt verklaard, aan hem voorlopige surseance van betaling wordt verleend, dan wel in voorkomend geval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard, een en ander met name in verband met de vraag of de curator of bewindvoerder de beslagrechtelijke positie van de beslaglegger in eigen naam kan overnemen en voortzetten (§ 3.8).