Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.24
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
29-09-2022, Stcrt. 2022, 26124 (uitgifte: 30-09-2022, regelingnummer: 4203683)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2022, Stcrt. 2022, 26124 (uitgifte: 30-09-2022, regelingnummer: 4203683)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Verblijf in het kader van uitwisseling is mogelijk indien de vreemdeling minimaal achttien jaar is en indien:
- a.
de vreemdeling die als au pair in Nederland verblijft of wil verblijven jonger dan zesentwintig jaar is, of
- b.
de vreemdeling die niet als au pair in Nederland verblijft of wil verblijven jonger dan eenendertig jaar is.
2.
In afwijking van het eerste lid is verblijf mogelijk als de vreemdeling tussen de vijftien en achttien jaar is, voor zover:
- a.
de vreemdeling niet als au pair in Nederland verblijft of wil verblijven, en
- b.
de mogelijkheid daartoe is opgenomen in het culturele uitwisselingsprogramma.
3.
In een uitwisselingsprogramma, als bedoeld in artikel 3.43, eerste lid, onder a, van het Besluit, wordt in ieder geval opgenomen:
- a.
op welke wijze de vreemdeling gedurende het tijdelijk verblijf in Nederland kennis maakt met de Nederlandse samenleving en cultuur;
- b.
de wijze waarop de referent invulling geeft aan de zorgplicht;
- c.
de aard en omvang van de werkzaamheden die de vreemdeling gaat verrichten;
- d.
indien het een uitwisselingsprogramma voor au pairs betreft, dat de au pair en het gastgezin de dagindeling overeenkomen;
- e.
indien het een uitwisselingsprogramma voor au pairs betreft, dat de au pair en het gastgezin de bewustverklaring ondertekenen. De bewustverklaring is opgenomen in bijlage 10a van deze regeling;
- f.
indien het een uitwisselingsprogramma voor au pairs betreft, dat de au pair ongehuwd is, en
- g.
indien het een uitwisselingsprogramma voor au pairs betreft, dat de au pair geen kinderen of pleegkinderen heeft.
4.
Vervallen.
5.
Een verblijfsvergunning onder een beperking verband houdend met uitwisseling in het kader van Europees Vrijwilligerswerk kan worden verleend indien de vreemdeling een overeenkomst heeft gesloten met de referent, en daarin is opgenomen:
- 1°
een beschrijving van het vrijwilligersprogramma;
- 2°
de duur van het vrijwilligerswerk;
- 3°
de voorwaarden voor plaatsing en voor het toezicht op het vrijwilligerswerk;
- 4°
het aantal uren dat de vreemdeling aan het vrijwilligerswerk moet besteden;
- 5°
de beschikbare middelen ter dekking van de kosten van levensonderhoud en onderkomen van de vreemdeling en een minimumbedrag aan zakgeld voor de duur van het verblijf, en
- 6°
indien van toepassing, de opleiding die de vreemdeling zal ontvangen om hem te helpen bij het verrichten van zijn vrijwilligerswerk.