Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2023
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 30-09-2024.
- Bronpublicatie:
24-03-2023, PbEU 2023, L 149 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1128)
- Inwerkingtreding
29-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2023, PbEU 2023, L 149 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: 2023/1128)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
landbouwpolitieke maatregel: de bepalingen betreffende invoer- en uitvoerverrichtingen ten aanzien van producten die onder bijlage 71-02, punten 1, 2 en 3, vallen;
- 2.
ATA-carnet: een internationaal douanedocument voor tijdelijke invoer, afgegeven in het kader van de ATA-overeenkomst of de overeenkomst van Istanbul;
- 3.
ATA-overeenkomst: de douaneovereenkomst inzake het carnet ATA voor de tijdelijke invoer van goederen, gedaan te Brussel op 6 december 1961;
- 4.
overeenkomst van Istanbul: de overeenkomst inzake tijdelijke invoer, gedaan te Istanbul op 26 juni 1990;
- 5.
bagage: alle goederen die op enigerlei wijze worden vervoerd in samenhang met een reis van een natuurlijke persoon;
- 6.
wetboek: Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie;
- 7.
EU-luchthaven: een luchthaven in het douanegebied van de Unie;
- 8.
EU-haven: een zeehaven in het douanegebied van de Unie;
- 9.
overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer: de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (1);
- 10.
land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer: elk ander land dan een lidstaat van de Unie dat partij is bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer;
- 11.
derde land: een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie;
- 12.
CPD-carnet: een internationaal douanedocument voor de tijdelijke invoer van vervoermiddelen, afgegeven in overeenstemming met de overeenkomst van Istanbul;
- 13.
douanekantoor van vertrek: het douanekantoor waar de douaneaangifte tot plaatsing van goederen onder een regeling douanevervoer wordt aanvaard;
- 14.
douanekantoor van bestemming: het douanekantoor waar de onder een regeling douanevervoer geplaatste goederen worden aangebracht om de regeling te beëindigen;
- 15.
douanekantoor van eerste binnenkomst: het douanekantoor dat bevoegd is voor het douanetoezicht op de plaats waar het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd, aankomt of, in voorkomend geval, bestemd is aan te komen, in het douanegebied van de Unie vanuit een gebied buiten dat gebied;
- 16.
douanekantoor van uitvoer: het douanekantoor waar de aangifte tot uitvoer of de aangifte tot wederuitvoer wordt ingediend voor goederen die het douanegebied van de Unie verlaten;
- 17.
douanekantoor van plaatsing: het douanekantoor dat is vermeld in de vergunning voor een bijzondere regeling zoals bedoeld in artikel 211, lid 1, van het wetboek, en dat gemachtigd is om goederen voor een bijzondere regeling vrij te geven;
- 18.
registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operators Registration and Identification number of EORI-nummer): een identificatienummer dat uniek is in het douanegebied van de Unie en door een douaneautoriteit aan een marktdeelnemer of een andere persoon wordt toegekend om hem voor douanedoeleinden te registreren;
- 19.
exporteur:
- a)
een particulier die goederen bij zich draagt die het douanegebied van de Unie zullen verlaten, wanneer deze goederen deel uitmaken van zijn persoonlijke bagage;
- b)
in andere gevallen, wanneer a) niet van toepassing is:
- i)
een in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon die de macht heeft om te beslissen en beslist heeft dat de goederen dat douanegebied zullen verlaten;
- ii)
wanneer i) niet van toepassing is, eender welke in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon die partij is bij de overeenkomst op grond waarvan goederen dat douanegebied zullen verlaten;
- 20.
algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen: de beginselen waarvoor in een land op een bepaald tijdstip een algemene consensus of ruime gezaghebbende steun bestaat ten aanzien van welke economische middelen en verplichtingen als activa en passiva moeten worden geboekt, welke wijzigingen in de activa en passiva dienen te worden geregistreerd, hoe de activa en passiva en de wijzigingen daarvan moeten worden gemeten, welke gegevens openbaar moeten worden gemaakt en hoe deze openbaarmaking dient te geschieden, alsmede welke financiële staten moeten worden opgemaakt;
- 21.
goederen zonder handelskarakter:
- a)
goederen die deel uitmaken van een door een particulier aan een particulier gerichte zending, wanneer de zending:
- i)
een incidenteel karakter draagt,
- ii)
goederen bevat die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de geadresseerde dan wel voor gebruik door leden van zijn gezin, mits uit de aard of de hoeveelheid van de goederen geen commerciële bijbedoelingen blijken,
- iii)
zonder enige vorm van betaling door de afzender aan de geadresseerde wordt gezonden;
- b)
goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, waarbij sprake is van:
- i)
een incidenteel karakter, en
- ii)
uitsluitend goederen die bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de reiziger dan wel voor gebruik door leden van zijn gezin, of goederen bestemd om als geschenk te worden aangeboden, mits uit de aard en de hoeveelheid van de goederen blijkt dat zij niet om commerciële redenen worden in- of uitgevoerd;
- 22.
masterreferentienummer (MRN): het door de bevoegde douaneautoriteit toegekende registratienummer aan aangiften of kennisgevingen zoals bedoeld in artikel 5, punten 9 tot en met 14, van het wetboek, aan TIR-operaties of aan bewijzen van de douanestatus van Uniegoederen;
- 23.
aanzuiveringstermijn: de termijn waarbinnen goederen die onder een bijzondere regeling zijn geplaatst, met uitzondering van douanevervoer, of veredelingsproducten onder een volgende douaneregeling moeten worden geplaatst, moeten worden vernietigd, uit het douanegebied van de Unie moeten worden gebracht of de voorgeschreven bijzondere bestemming moeten krijgen. In het geval van passieve veredeling is de aanzuiveringstermijn de termijn waarbinnen tijdelijk uitgevoerde goederen in de vorm van veredelingsproducten opnieuw in het douanegebied van de Unie kunnen worden ingevoerd en in het vrije verkeer worden gebracht, teneinde in aanmerking te kunnen komen voor volledige of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten;
- 24.
goederen in postzendingen: andere goederen dan brievenpost, die deel uitmaken van een postpakket of collo en door of onder de verantwoordelijkheid van een postaanbieder worden vervoerd overeenkomstig de bepalingen van het Wereldpostverdrag, dat op 10 juli 1984 onder auspiciën van de Verenigde Naties tot stand is gekomen;
- 25.
postaanbieder: een exploitant die is gevestigd in en aangewezen door een lidstaat om de onder het Wereldpostverdrag vallende internationale diensten te verlenen;
- 26.
brievenpost: brieven, briefkaarten, braillestukken en van invoer- of uitvoerrechten vrijgesteld drukwerk;
- 27.
passieve veredeling IM/EX: de invoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten in het kader van de regeling passieve veredeling voorafgaand aan de uitvoer van de goederen die zij vervangen zoals bedoeld in artikel 223, lid 2, onder d), van het wetboek;
- 28.
passieve veredeling EX/IM: de uitvoer van Uniegoederen in het kader van de regeling passieve veredeling voorafgaand aan de invoer van veredelingsproducten;
- 29.
actieve veredeling EX/IM: de uitvoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten in het kader van de regeling actieve veredeling voorafgaand aan de invoer van de goederen die zij vervangen zoals bedoeld in artikel 223, lid 2, onder c), van het wetboek;
- 30.
actieve veredeling IM/EX: de invoer van niet-Uniegoederen in het kader van de regeling actieve veredeling voorafgaand aan de uitvoer van veredelingsproducten;
- 31.
particulier: natuurlijke persoon die geen als zodanig handelende belastingplichtige is zoals omschreven in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad;
- 32.
publiek douane-entrepot type I: een publiek douane-entrepot waar de verantwoordelijkheden zoals bedoeld in artikel 242, lid 1, van het wetboek, berusten bij de houder van de vergunning en de houder van de regeling;
- 33.
publiek douane-entrepot type II: een publiek douane-entrepot waar de verantwoordelijkheden zoals bedoeld in artikel 242, lid 2, van het wetboek, berusten bij de houder van de regeling;
- 34.
enkel vervoersdocument: in de context van douanestatus, een in een lidstaat afgegeven vervoersdocument voor het vervoer van de goederen vanaf de plaats van vertrek in het douanegebied van de Unie tot de plaats van bestemming in dat gebied onder verantwoordelijkheid van de vervoerder die het document heeft afgegeven;
- 35.
gebied met een bijzonder fiscaal regime: een deel van het douanegebied van de Unie waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde of van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG niet van toepassing zijn;
- 36.
controlekantoor:
- a)
in geval van tijdelijke opslag zoals bedoeld in titel IV van het wetboek of in geval van andere bijzondere regelingen dan douanevervoer zoals bedoeld in titel VII van het wetboek, het in de vergunning vermelde douanekantoor dat toeziet op de tijdelijke opslag van de goederen of de bijzondere regeling in kwestie;
- b)
in geval van een vereenvoudigde douaneaangifte zoals bedoeld in artikel 166 van het wetboek, gecentraliseerde vrijmaking zoals bedoeld in artikel 179 van het wetboek of inschrijving in de administratie zoals bedoeld in artikel 182 van het wetboek, het in de vergunning vermelde douanekantoor dat toeziet op de plaatsing van de goederen onder de douaneregeling in kwestie;
- 37.
TIR-overeenkomst: de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR, gedaan te Genève op 14 november 1975;
- 38.
TIR-operatie: de overbrenging van goederen binnen het douanegebied van de Unie overeenkomstig de TIR-overeenkomst;
- 39.
overlading: het omladen van producten en goederen die zich aan boord van het ene vervoermiddel bevinden, op of in een ander vervoermiddel;
- 40.
reiziger: een natuurlijke persoon die:
- a)
het douanegebied van de Unie tijdelijk binnenkomt en daar niet zijn gewone verblijfplaats heeft, of
- b)
terugkeert naar het douanegebied van de Unie, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, na tijdelijk buiten dat gebied te hebben verbleven, of
- c)
het douanegebied van de Unie, waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft, tijdelijk verlaat, of
- d)
het douanegebied van de Unie, waar hij niet zijn gewone verblijfplaats heeft, na een tijdelijk verblijf verlaat;
- 41.
resten en afval:
- a)
goederen of producten die zijn ingedeeld als resten en afval in overeenstemming met de gecombineerde nomenclatuur, of
- b)
in de context van bijzondere bestemming of actieve veredeling, goederen of producten die bij een veredelingshandeling zijn ontstaan, geen of slechts geringe economische waarde hebben en niet kunnen worden gebruikt zonder verdere verwerking;
- 42.
laadbord: een constructie op de vloer waarvan een bepaalde hoeveelheid goederen kan worden bijeengeplaatst teneinde als een eenheid te worden behandeld met het oog op het vervoer, het laden en lossen of het opstapelen met behulp van mechanische werktuigen. Deze constructie bestaat uit ofwel twee door verbindingsstukken aan elkaar bevestigde vloeren ofwel een op poten rustende vloer; de totale hoogte is zo gering mogelijk, doch voldoende voor het vervoer en voor het laden en lossen met vorkheftrucks of hefwagens; een laadbord kan al dan niet zijn voorzien van een bovenbouw;
- 43.
EU-fabrieksschip: een vaartuig dat in een tot het douanegebied van de Unie behorend deel van het grondgebied van een lidstaat is geregistreerd, de vlag van een lidstaat voert en geen zeevisserijproducten vangt maar wel aan boord verwerkt;
- 44.
EU-vissersvaartuig: een vaartuig dat in een tot het douanegebied van de Unie behorend deel van het grondgebied van een lidstaat is geregistreerd, de vlag van een lidstaat voert, en zeevisserijproducten vangt en eventueel ook aan boord verwerkt;
- 45.
lijndienst: een dienst waarbij goederen per schip worden vervoerd uitsluitend tussen EU-havens en het schip van of naar geen enkele plaats buiten het douanegebied van de Unie of in een vrije zone in een EU-haven vaart of een dergelijke plaats aandoet.
- 46.
expreszending: een artikel dat wordt vervoerd door of onder de verantwoordelijkheid van een koeriersdienst;
- 47.
koeriersdienst: een marktdeelnemer die geïntegreerde diensten verstrekt bestaande in ophaling, vervoer, douaneafhandeling en levering van pakketten op versnelde/tijdgevoelige basis, waarbij deze artikelen gedurende de gehele verrichting van de dienst traceerbaar zijn en onder toezicht blijven;
- 48.
intrinsieke waarde:
- a)
voor handelsgoederen: de prijs van de goederen zelf bij verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie, met uitzondering van vervoers- en verzekeringskosten, tenzij deze in de prijs zijn begrepen en niet afzonderlijk op de factuur zijn vermeld, en alle andere belastingen en heffingen zoals te constateren door de douaneautoriteiten op basis van relevante documenten;
- b)
voor goederen zonder handelskarakter: de prijs die voor de goederen zelf zou zijn betaald als zij waren verkocht voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie;
- 49.
goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt: goederen die worden vervoerd of gebuikt[lees: gebruikt]:
- a)
voor activiteiten die zijn georganiseerd door of onder toezicht vallen van de militaire autoriteiten van een of meer lidstaten of van een derde land waarmee een of meer lidstaten een overeenkomst hebben gesloten om militaire activiteiten te verrichten binnen het douanegebied van de Unie, of
- b)
in het kader van ondernomen militaire activiteiten:
- –
op grond van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Europese Unie (GVDB), of
- –
op grond van het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend op 4 april 1949 te Washington D.C..
- 50.
NAVO-formulier 302: een document voor douanedoeleinden dat is voorgeschreven in de procedures voor de uitvoering van het op 19 juni 1951 te Londen ondertekende Verdrag tussen de staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten;
- 51.
EU-formulier 302: een document voor douanedoeleinden dat is vastgelegd in bijlage 52-01 en wordt verstrekt door of voor rekening van de nationale bevoegde militaire autoriteiten van een lidstaat voor goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt;
- 52.
afval van schepen: afval van schepen in de zin van artikel 2, punt 3, van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad (2);
- 53.
nationaal maritiem éénloketsysteem: een nationaal maritiem éénloketsysteem in de zin van artikel 2, punt 3, van Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad (3);
- 54.
postaanbieder in een derde land: een aanbieder die is gevestigd in en aangewezen door een derde land om de onder het Wereldpostverdrag vallende internationale diensten te verlenen.
- 55.
‘betrouwbare handelaar’: een marktdeelnemer die is geautoriseerd overeenkomstig de artikelen 9 tot en met 11 van Besluit nr. 1/2023 (4) van het Gemengd Comité dat is opgericht bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (5) (‘Besluit nr. 1/2023’);
- 56.
‘toegelaten vervoerder’: een marktdeelnemer die pakketten vervoert, met inbegrip van de aangewezen postaanbieder van het Verenigd Koninkrijk, die overeenkomstig artikel 12 van Besluit nr. 1/2023 gemachtigd is om goederen in pakketten vanuit een ander deel van het Verenigd Koninkrijk via rechtstreeks vervoer in Noord- Ierland in te voeren.
Voetnoten
PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.
Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 116).
Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 64).
Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité dat is opgericht bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 24 maart 2023 tot vaststelling van regelingen met betrekking tot het Windsor- kader [2023/819], PB L 102, van 17.4.2023, blz. 61.
PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7.