De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten
Einde inhoudsopgave
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/7.4.4.3:7.4.4.3 De consument kan het advies minder goed op waarde schatten
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumenten (R&P nr. FR19) 2020/7.4.4.3
7.4.4.3 De consument kan het advies minder goed op waarde schatten
Documentgegevens:
Mr. dr. J.M. Meindertsma, datum 01-06-2020
- Datum
01-06-2020
- Auteur
Mr. dr. J.M. Meindertsma
- JCDI
JCDI:ADS210018:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Om te voorkomen dat hij een kredietgevergericht advies opvolgt, zal de consument de handelingen van de kredietgever willen controleren. Zo kan worden afgesproken dat de kredietgever het advies zal motiveren zodat de consument kan nagaan in hoeverre dit advies steunt op de juiste gronden. Vergeleken met zijn rationele tegenhanger, heeft de gedragsmatig stuurbare consument echter meer moeite om het advies van de kredietgever op waarde te schatten. Dit is niet alleen omdat de consument een tegenvallend consumentgericht advies zal kunnen passeren omdat dit advies bijvoorbeeld niet past bij zijn eigen positievere kijk op het betreffende krediet.1 Ook kan de kredietgever een kredietgevergericht advies op een bepaalde manier presenteren zodat de consument de, voor hem, onverantwoorde kredietaanvraag toch zal kunnen indienen. Daarbij kan worden gewezen op het concept van framing dat gaat over de neiging van consumenten om meer (of minder) risico’s te nemen als informatie op een bepaalde manier wordt gepresenteerd.2 Zo kan de kredietgever bijvoorbeeld inspelen op het effect van hyperbolic discounting door meerdere malen de korte termijn baten van het krediet te benadrukken.