Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 6.5 Overgangsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2013
- Bronpublicatie:
22-05-2013, Provinciaal blad van Groningen 2013, 22 (uitgifte: 29-05-2013, regelingnummer: 461209)
- Inwerkingtreding
01-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2013, Provinciaal blad van Groningen 2013, 22 (uitgifte: 29-05-2013, regelingnummer: 461209)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Besluiten die zijn vastgesteld op grond van de Milieuverordening provincie Groningen, vervallen in ieder geval van rechtswege vijf jaar na het in werking treden van de overeenkomstige bepalingen van deze verordening.
2.
Besluiten die zijn vastgesteld op grond van de Grondwaterverordening van de provincie Groningen 1997, de Organisatieverordening waterkwaliteitsbeheer 1995, de Verordening op de waterhuishouding in de provincie Groningen 1997 en de Verordening waterkering Noord- Nederland, vervallen in ieder geval van rechtswege vijf jaar na het in werking treden van de Waterwet.
3.
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verklaren geen bedenkingen te hebben tegen het bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.51, eerste lid, onder h, van deze verordening, mits hen gebleken is dat vóór 15 december 2010 een vergunningaanvraag is ingediend, dan wel niet is ingediend, maar wel de procedure in het kader van de 'bouwblok op maat' methode aantoonbaar is gestart en daarom nog geen vergunningaanvraag is ingediend.
4.
De regels die golden vóór de inwerkingtreding van de herziening van de verordening, zoals die op 20 maart 2013 door Provinciale Staten is vastgesteld, blijven van toepassing op:
- a.
een aanvraag om ontheffing die vóór het tijdstip van evenbedoelde inwerkingtreding is ingediend, en
- b.
een aanvraag om ontheffing die ná het tijdstip van evenbedoelde inwerkingtreding is ingediend, indien deze ontheffing nodig is met het oog op de vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van evenbedoelde inwerkingtreding ter inzage is gelegd of waarover het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, vóór het tijdstip van evenbedoelde inwerkingtreding is gevoerd.