Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 4.51 Rechtstreeks werkende regels
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2013
- Bronpublicatie:
22-05-2013, Provinciaal blad van Groningen 2013, 22 (uitgifte: 29-05-2013, regelingnummer: 461209)
- Inwerkingtreding
01-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2013, Provinciaal blad van Groningen 2013, 22 (uitgifte: 29-05-2013, regelingnummer: 461209)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Tot het tijdstip waarop de in artikel 4.50 voorziene besluiten tot wijziging van bestemmingsplannen in werking treden, gelden de navolgende regels:
- a.
het is verboden om buiten de in bijlage 11, kaart 5b, aangegeven windturbineparken een nieuwe windturbine met een ashoogte van meer dan 15 m te plaatsen;
- b.
het is verboden om buiten de in bijlage 11, kaart 5b, aangegeven regionale windturbineparken aanwezige solitaire windturbines te vervangen door windturbines met een grotere ashoogte dan de bestaande of met een grotere wieklengte dan 2/3 van de ashoogte;
- c.
het is verboden om buiten de in bijlage 11, kaart 5b, aangegeven windturbineparken aanwezige windturbines die deel uitmaken van een lijn- of parkopstelling te vervangen door een windturbine met een grotere ashoogte dan 40 m of met een wieklengte van meer dan 2/3 van de ashoogte;
- d.
het is verboden om een reclamemast met een grotere hoogte dan zes meter te plaatsen;
- e.
het is verboden om in de bodem met inbegrip van de diepe ondergrond radioactief afval of gevaarlijk afval op te slaan of te bergen;
- f.
het is verboden om op de bodem middel- en hoogradioactief afval op te slaan of te bergen;
- g.
het is verboden om kerncentrales te bouwen;
- h.
het is, behoudens voor zover uitbreiding van stalvloeroppervlakte noodzakelijk is om tegemoet te komen aan aangescherpte eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn, verboden om ten behoeve van de uitoefening van intensieve veehouderij nieuwe agrarische bedrijfsgebouwen op te richten of bestaande agrarische bedrijfsgebouwen daarvoor aan te wenden of uit te breiden, indien dit leidt tot een grotere stalvloeroppervlakte dan:
- 1.
de bestaande stalvloeroppervlakte indien het bedrijf is gelegen binnen een op kaartbijlage 14 aangegeven wit gebied;
- 2.
5000 m2, of de bestaande stalvloeroppervlakte indien reeds groter dan 5000 m2, indien het bedrijf is gelegen binnen een op kaartbijlage 14 aangegeven geel gebied;
- 3.
7500 m2, of de bestaande stalvloeroppervlakte indien reeds groter dan 7500 m2, indien het bedrijf is gelegen binnen een op kaartbijlage 14 aangegeven groen gebied;
- i.
het is verboden om binnen de in bijlage 11, kaart 5b, aangegeven windturbineparken een windturbine op te richten met een wieklengte van meer dan tweederde van de ashoogte;
- j.
het is verboden om binnen de in bijlage 11, kaart 5b, aangegeven windturbineparken windturbines op te richten die geen deel uitmaken van een lijn- of parkopstelling;
- k.
het is verboden om voorzieningen ten behoeve van mestopslag buiten het agrarisch bouwperceel op te richten en/of aan te leggen, tenzij Gedeputeerde Staten voor de betreffende gemeente nadere regels als bedoeld in artikel 4.19a, lid 7, hebben vastgesteld en de oprichting van de voorzieningen ten behoeve van mestopslag met deze nadere regels in overeenstemming is;
- l.
het is, behoudens werkzaamheden die samenhangen met het afwerken van (diepe) waterplassen en aanpassingen aan oevers, verboden om de in kaartbijlage 13 aangegeven (diepe) waterplassen te dempen dan wel geheel of gedeeltelijk te verondiepen.
2.
Afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onder a, b, c en d als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is niet toegestaan.