Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/186a:186a Inleiding
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/186a
186a Inleiding
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS575486:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie hiervoor hoofdstuk 5.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ten slotte kunnen op verschillende niveaus binnen de rechterlijke macht waarborgen worden gesteld voor een uniforme en coherente uitleg van art. 14 IE-Handhavingsrichtlijn, binnen de grenzen van het normatief beoordelingskader. Gestreefd moet worden naar een uitleg die richtlijnconform is en tegelijkertijd een praktische en effectieve toegang tot de rechter waarborgt.
Dit impliceert vooraleerst dat de Hoge Raad een consistente koers vaart, en de hoogste Europese rechter aanzoekt als sprake blijkt te zijn van een kwestie waarover geen rechtspraak voorhanden is (acte é clair é) en wanneer de juiste uitleg van EU- recht niet evident is (acte clair). In deze context is betoogd dat de Hoge Raad in verschillende procedures over art. 1019h Rv een prejudicieel verzoek had kunnen indienen (conform art. 267 VWEU), maar dit om onduidelijke redenen niet heeft gedaan.1 Maar ook de lagere rechters kunnen bijdragen aan de realisering van meer consistente, EU-conforme rechtspraak over art. 1019h Rv.