Einde inhoudsopgave
Waarde en erfrecht (Publicaties vanwege het Centrum voor Notarieel Recht) 2008/6.2.2
6.2.2 Zaaksvervanging (art. 1:124 lid 2 BW)
prof. dr. mr. W. Burgerhart, datum 31-12-2007
- Datum
31-12-2007
- Auteur
prof. dr. mr. W. Burgerhart
- JCDI
JCDI:ADS616821:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
De Bruijn/Soons/Kleijin/Huijgen/Reinhartz, Het Nederlandse Huwelijksvermogensrecht, Deventer: Gouda Quint 1999, p. 398.
Van Mourik-Verstappen, Handboek Nederlands vermogenrecht bij scheiding, Deventer: Kluwer 2006, p. 99.
Asser-De Boer, Personen- en Familierecht, Deventer: Kluwer 2006, p. 380. Dit sluit niet aan bij het in hoofdstuk 4, § 3.2.1 uiteengezette verschil tussen tegenprestatieen prijs. Terminologisch gezien dient, nu algemeen wordt aangenomen dat de prestatie van de verkrijgende echtgenoot ook anders dan in geld kan luiden, mijns inziens het woord prijs in art. 1:124 lid 2 BW door het woord tegenprestatie te worden vervangen.
De Bruijn/Soons/Kleijn/Huijgen/Reinhartz, Het Nederlandse Huwelijksvermogensrecht, Deventer: Gouda Quint 1999, p. 399.
Zie daarvoor bijvoorbeeld, Klaassen-Luijten-Meijer, Huwelijksvermogensrecht, Deventer: Kluwer 2005, p. 269 e.v.
Zie Asser-De Boer, Personen- en Familierecht, Deventer: Kluwer 2006, p. 380.
Zie Asser-De Boer, Personen- en Familierecht, Deventer: Kluwer 2006, p. 380. Voor de goede orde: in dit voorbeeld komt dus minder dan de helft van de waarde van de onroerende zaak ten laste van de verkrijgende echtgenoot. Volgens de wettekst treedt zaaksvervanging op; De Boer vraagt zich af of dat de bedoeling is.
Waar – blijkens de vorige paragraaf – in art. 1:101 en art. 1:103 BW het gebruik van het begrip ‘prijs’ als misplaatst kan worden aangemerkt, lijkt dat niet op te gaan voor art. 1:124 lid 2 BW. De prijs is de tegenprestatie voor de verkrijging.1 Het begrip wordt in de literatuur ‘ruim’ uitgelegd. Zo worden onder de prijs de totale verwervingskosten begrepen, zoals bijvoorbeeld bij de verkrijging van een huis de notariskosten, de makelaarscourtage, het kadastrale recht en de overdrachts- of omzetbelasting.2 Ook leest men dat de tegenprestatie niet noodzakelijk uit – wellicht eventueel geleend – geld hoeft te bestaan, maar een ander goed kan zijn (ruiling) of bestaan uit het – mede – verrichten van arbeid of diensten.3 Voorts valt te lezen dat een verkrijging krachtens gift of erfrecht anders dan om niet op grond van art. 1:124 lid 2 BW buiten een huwelijksgemeenschap kan worden gesitueerd, indien een aan de verkrijging verbonden en op de verkrijger drukkende last daaraan (bijna) evenwaardig is.4
Art. 1:124 lid 2 BW blijft allerminst zonder kritiek. Daarop zal ik als zodanig niet ingaan.5 Het is in het kader van de in deze proeve onderzochte begrippen evenwel opmerkelijk dat door De Boer wordt bepleit om in plaats van ‘de prijs’ in het artikellid te spreken over ‘de waarde’.6 Volgens hem is het kennelijk de bedoeling van art. 1:124 lid 2 BW dat er zaaksvervanging optreedt als de verkrijging van het nieuwe goed voor meer dan de helft van de waarde daarvan direct of indirect wordt gefinancierd uit privévermogen. Met die bedoeling lijkt strijdig dat op grond van de wettekst zaaksvervanging optreedt als aan een echtgenoot een onroerende zaak, waard € 100 000, (met bevoordelingsbedoeling) wordt verkocht voor een prijs van € 60 000, waarvan € 40 000 (meer dan de helft) uit diens privévermogen wordt betaald.7 In de gedachten van De Boer is geen rol weggelegd voor de gift van € 40 000 (het verschil tussen de waarde van de onroerende zaak en de tegenprestatie). Deze komt toe aan de betreffende, verkrijgende echtgenoot. Zou men dan in redelijkheid niet kunnen betogen dat deze ‘uit’ althans ten laste van het privévermogen van die echtgenoot komt en zaaksvervanging op zijn plaats is?
Wat er ook van het voorbeeld en de gedachten van De Boer zij, naar mijn mening volstaat het niet om in het artikel het woord ‘prijs’ door het woord ‘waarde’ te vervangen, afgezien van het feit dat men het ‘probleem’ dan verlegd naar de waardering van het goed. Met de voorgestelde vervanging wordt het verschil tussen de begrippen waarde en prijs miskend. Een prijs (tegenprestatie) kan ten laste van een echtgenoot komen, een waarde daarentegen niet. Indien men de uitkomst van de door De Boer geschetste casus, als die uitkomst al de juiste is, onwenselijk vindt, dan zal art. 1:124 lid 2 BW – opnieuw – ‘op de schop’ moeten.