Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 67 [Verhouding tot verdragen over bijzondere onderwerpen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Bronpublicatie:
30-10-2007, PbEU 2009, L 147 (uitgifte: 10-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2010, Internet 2010, www.eda.admin.ch (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
Dit verdrag laat onverlet de overeenkomsten waardoor de verdragsluitende partijen en/of de door dit verdrag gebonden staten zijn gebonden en die, voor bijzondere onderwerpen, de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen regelen. Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit andere overeenkomsten tussen bepaalde verdragsluitende partijen, belet dit verdrag niet dat verdragsluitende partijen dergelijke overeenkomsten sluiten.
2.
Dit verdrag belet niet dat een gerecht van een staat die is gebonden door dit verdrag en door een overeenkomst over een bijzonder onderwerp, overeenkomstig die overeenkomst kennisneemt van een zaak, ook indien de verweerder zijn woonplaats heeft op het grondgebied van een andere door dit verdrag gebonden staat die geen partij is bij die overeenkomst. Dat gerecht past in ieder geval artikel 26 van dit verdrag toe.
3.
Beslissingen die een gerecht van een door dit verdrag gebonden staat heeft gegeven uit hoofde van rechterlijke bevoegdheid die wordt ontleend aan een overeenkomst over een bijzonder onderwerp, worden in de andere door dit verdrag gebonden staten overeenkomstig titel III van dit verdrag erkend en ten uitvoer gelegd.
4.
Behalve op de gronden genoemd in titel III kan erkenning of tenuitvoerlegging worden geweigerd wanneer de aangezochte staat niet is gebonden door de overeenkomst over een bijzonder onderwerp en de persoon tegen wie erkenning of tenuitvoerlegging wordt gevraagd woonplaats heeft in die staat of, wanneer de aangezochte staat een lidstaat van de Europese Gemeenschap is en de overeenkomst door de Europese Gemeenschap zou moeten worden gesloten, in elk van de lidstaten, tenzij de beslissing volgens het recht van de aangezochte staat anderszins kan worden erkend of ten uitvoer kan worden gelegd.
5.
Indien een overeenkomst over een bijzonder onderwerp, waarbij zowel de staat van herkomst als de aangezochte staat partij is, voorwaarden vaststelt voor de erkenning of tenuitvoerlegging van beslissingen, vinden die voorwaarden toepassing. In elk geval kunnen de bepalingen van dit verdrag betreffende de procedures voor erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, worden toegepast.