Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/379
Onjuiste vermelding raadsheren onder bestreden uitspraak. Inwinnen inlichtingen door Procureur-generaal (art. 83 RO; art. 120 lid 2 RO). Hoge Raad herstelt zelf de vergissing. Samenhang met zaak 20/01631.
HR 26-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:449
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 maart 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/01632
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:449, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:124, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01632
Datum 26 maart 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de vader,
advocaat: N.C. van Steijn,
tegen
de gecertificeerde instelling
STICHTING LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING & RECLASSERING, gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de GI,
niet verschenen.