Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2022–2027
5.2.1 Investeringssteun
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
58
Regionale steun kan alleen verenigbaar worden verklaard met de interne markt als hij een stimulerend effect heeft. Staatssteun wordt geacht een stimulerend effect te hebben als de steun het gedrag van een onderneming zodanig verandert dat deze meer aan de ontwikkeling van het gebied bijdragende activiteiten onderneemt, die zij niet, of alleen in beperktere mate, op een andere wijze of op een andere locatie zou hebben uitgevoerd als de steun niet zou zijn verleend. De steun mag niet de kosten subsidiëren van een activiteit die een onderneming sowieso zou verrichten en mag evenmin het normale zakelijke risico van een economische activiteit compenseren.
59
Het stimulerende effect kan op twee manieren worden aangetoond:
- 1)
de steun is een prikkel om een positief besluit te nemen om te investeren in het betrokken gebied omdat anders de investering niet voldoende rendabel zou zijn voor de begunstigde van de steun elders in de EER (1) (scenario 1 — investeringsbesluit);
- 2)
de steun geeft een prikkel om een voorgenomen investering in het betrokken gebied — en niet elders — uit te voeren, doordat de steun de nettonadelen en -kosten van investeren in een vestiging in het betrokken gebied compenseert (scenario 2 — vestigingsbesluit).
60
Indien de steun het gedrag van de begunstigde van de steun niet verandert door een (aanvullende) initiële investering in het betrokken gebied te stimuleren, mag worden aangenomen dat dezelfde investering zelfs zonder de steun in het gebied zou plaatsvinden. De steun heeft dus geen stimulerend effect voor het bereiken van de doelstelling van regionale ontwikkeling en territoriale cohesie en kan niet op grond van deze richtsnoeren met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
61
Evenwel kan regionale steun die via fondsen in het kader van het cohesiebeleid of het Elfpo in steungebieden onder a) wordt toegekend ten behoeve van investeringen die vereist zijn om normen te halen die in het EU-recht zijn vastgesteld, worden beschouwd als steun met een stimulerend effect, indien het, zonder de steun, voor de begunstigde van de steun onvoldoende winstgevend was geweest om de investering in het betrokken gebied uit te voeren, met sluiting van een bestaande vestiging in dat gebied tot gevolg.
Onbenoemd 5.2.1.1 Regelingen voor investeringssteun
Onbenoemd 5.2.1.2 Aan te melden individuele investeringssteun
Voetnoten
Dergelijke investeringen kunnen de voorwaarden scheppen voor verdere investeringen die levensvatbaar zijn zonder aanvullende steun.