Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/349
Cassatie in het belang der wet. Schuldsanering. Art. 295 lid 1 Fw; goederen “tijdens de toepassing” van de schuldsaneringsregeling verkregen?; afloop schuldsaneringstermijn. Nagekomen bate in zin van art. 194 Fw?
HR 24-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0890
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 februari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.D.H. Asser, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
12/00183 (CW 2626)
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BV0890
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV0890, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV0890, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2012
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Schuldsanering. Art. 295 lid 1 Fw; goederen “tijdens de toepassing” van de schuldsaneringsregeling verkregen?; afloop schuldsaneringstermijn. Nagekomen bate in zin van art. 194 Fw?
Voor de toepassing van de tweede afdeling van titel III Fw - welke afdeling de gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling regelt – eindigt de schuldsanering door het aflopen van de termijn die ingevolge art. 349a Fw voor de betrokken schuldsanering geldt. Dit heeft onder meer tot gevolg dat bij de verkrijging door de schuldenaar van goederen na afloop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.